Al het gelieg, al die besloten bijeenkomsten waarin zaken worden besproken waar een zwijgplicht op rust, het heeft allemaal niets te maken met het belang van Enkhuizen, maar alles met het beperken van de reputatieschade van de bestuurders van Enkhuizen.
Het Enkhuizer college zag een unieke mogelijkheid om met de verkoop van het recreatieoord een centje bij te verdienen.
Riep daarbij de hulp in van regionale grootheden en verbood de raad om zich met de uitvoering te bemoeien. Die daar (gemakzuchtig als zij is) met graagte aan voldeed.
Met als resultaat dat een gebied dat circa 30 miljoen waard is, voor ruim 3 ton is verkocht. Ofwel 1% van haar werkelijke waarde.
Iedereen begrijpt dat inmiddels, behalve de formele toezichthouder, de gemeenteraad van Enkhuizen.
Formeel zijn ze allemaal in de gelegenheid geweest om het taxatierapport (dat ze geheim hebben verklaard) in te zien.
Op grond daarvan moeten ze dus weten, dat de daarin voorkomende residuele grondwaarde negatief is getaxeerd door Faxton BaseValue en dat die waarde alleen maar positief werd, omdat daar niet alleen de opbrengsten uit belasting, maar ook de compensatie voor gratis gebruik van zwembad waren opgeteld.
Wat onjuist is, omdat dit opbrengsten zijn uit de exploitatie van het gebied en dus geen deel horen uit te maken van de opbrengst in eerst instantie.
Bovendien was die opbrengst onderdeel van het onvoorwaardelijke bod dat door Orez bv. was uitgebracht. Als direct gevolg van de taxatie werd dat bod feitelijk met € 2,65 miljoen verlaagd. Iets wat zelfs Orez verbijsterd moet hebben.
De raad is pas vanaf 28 juni 2021 in staat geweest om kennis te nemen van die verlaging. Pas toen werd er een ongekuiste versie van de Anterieure Overeenkomst verstrekt en kon ze (op basis daarvan) vaststellen tegen welke prijs het REZ was verkocht.
Het bovenstaande veronderstelt, dat het taxatierapport door de meerderheid van de raad zal zijn ingezien. Echter, in werkelijkheid besparen de meeste raadsleden zich die moeite en gaan ze louter en alleen af op wat hun door het college over de inhoud wordt verteld.
En omdat ik over hun schouders meekijk, doet het college dat tegenwoordig in besloten bijeenkomsten en onder zwijgplicht over de inhoud.
De meeste raadsleden zullen in die zwijgplicht een bevestiging zien van hun uitzonderlijke en belangrijke status. Men weet iets wat anderen, zoals gewone burgers, niet mogen weten en als dat geen bewijs is van hun belangrijkheid is, wat dan wel.
In werkelijkheid zijn het ijdele, zelfgenoegzame en achterbakse sukkels, die Enkhuizen door hun plichtsverzuim (in de vorm van oppervlakkig toezicht) miljoenen hebben gekost.
Die nog steeds denken, dat ze de reputatieschade voor zichzelf en het college kunnen beperken.
Door zichzelf een zwijgplicht op te leggen over het bewijs, dat ze jarenlang stilzwijgend hebben toegekeken, hoe het college het recreatieoord voor niet meer dan 1% van haar werkelijke waarde had verkocht.