Op 5 oktober gaf de gemeente de documenten vrij die op 15 oktober door de commissie grondgebied dienden te worden besproken.
Het ging om de nota beantwoording zienswijzen (64 pagina’s) en het bestemmingsplan Enkhuizerzand en IJsselmeergebied. (833 pagina’s).
Tijdens de vergadering maakte geen enkel commissielid bezwaar tegen de korte tijd van voorbereiding. Bijna 900 pagina’s tekst, tekeningen en plattegronden in 10 dagen.
Dat zal tijdens de raadsvergadering ook niet gebeuren. Je kunt namelijk het begrip “ergens kennis van te hebben genomen” op allerlei manieren uitleggen.
En om “in te kunnen stemmen” met zaken waarvan je “kennis hebt genomen” hoeft een gemiddeld raadslid ook niet al te lang na te denken.
Hij/zij vertrouwt er gewoon op dat de wethouder/ambtenaar zijn/haar werk naar behoren heeft gedaan en het advies deugdelijk is.
Om deze gang van zaken toch nog enig cachet te geven en de betrokken burgers niet teleur te stellen bedenken alle fracties daarom altijd een paar niet “te” ingewikkelde vragen. Om met behulp daarvan de indruk te wekken dat men zich de materie heeft eigen gemaakt.
Maar dat is slechts een poging de schijn op te houden.
Deze luchthartige werkwijze mogen raad en college uitstekend bevallen, maar waar het gaat om de vaststelling van het bestemmingsplan REZ lijkt me een wat serieuzer aanpak verstandig.
Het college, daarin gesteund door de raad, heeft in het verleden nauwelijks aandacht geschonken aan de belangen van het museum. Met als resultaat een bestemmingplan, dat op belangrijke punten gewijzigd moest worden, wilde het niet in de prullenbak belanden.
Wat (gek genoeg) door raad en college als een uiterst succesvolle werkwijze wordt voorgesteld.
Ik heb begrepen, dat het museum het college er tot tweemaal toe op heeft gewezen, dat de cultureel historische waarde van het museum onderzocht en vermeld moet worden in het bestemmingsplan.
Maar dat lijkt nog niet echt te zijn doorgedrongen tot het college en dus blijft men de door het ZZM gedane suggesties negeren.
Echter, nalaten dit te doen, zoals het nalaten de horeca situatie juist te omschrijven, kan tot grote vertraging leiden, zo begrijp ik.
Dat risico moet je niet willen nemen, lijkt me, want dat is in niemands belang.