Regenten

regentenPrecies een week geleden schreef ik een gastcolumn voor de Enkhuizer Krant.

Met de titel “Plichtsverzuim raad lokt plichtsverzuim college uit”.

De column eindigde met de uitnodiging te reageren en vermeldde het webadres waar dat kon.

Er kwamen 11 reacties op het bericht, waarvan 2 van mijzelf.

De raad van Enkhuizen kent 17 leden. Ze wordt bijgestaan door 2 commissies die elk 10 burgerleden kunnen bevatten. Officieel zijn er dus 37 burgers van Enkhuizen bij de besluitvorming betrokken. Daarvan nemen er 17 de besluiten en hebben 20 een adviserende rol.

Van die 37 mensen heeft er precies 1 (Hans Langbroek) gereageerd op mijn column in de krant. De overige 36 hadden kennelijk wat beters te doen. Wat dat zou kunnen zijn weten we niet. Raads- en commissieleden plegen daar geen mededelingen over te doen.

Ze komen maandelijks 1 keer bij elkaar (raadsleden soms twee keer als ze ook commissievergaderingen bijwonen). Stamelen wat opmerkingen in de microfoon als vraag aan de wethouder of toelichting op hun standpunt.

Zelfs als het om zeer complexe zaken gaat, is de spreektijd die men opeist zelden meer dan een paar minuten.

Dit blog bestaat sinds 1 oktober 2009. Vanaf dat moment is het bijna 380.000 keer bezocht. Gedurende die tijd heb ik bijna 2000 zienswijzen geschreven, die voor een groot deel afwijken van de zienswijzen zoals die door college en raad werden geformuleerd.

Als je de bovengenoemde 37 beslissers zou vragen of het bestuur van de stad transparant zou moeten zijn, dan zou iedereen (zonder enig voorbehoud) die met “ja” beantwoorden.

Als je ze zou vragen of de burgers meer bij het bestuur van de stad zouden moeten worden betrokken, dan zouden ze ook die vraag met een volmondig “ja” beantwoorden.

Maar als je hen vervolgens vraagt wat hun bijdrage is in het realiseren van die doelstelling, dan blijft het stil. Het antwoord daarop is namelijk “helemaal niets”.

In hun ogen moeten de dingen verbeteren. Hun bijdrage daarin is, zeggen dat anderen daar voor moeten zorgen en hun gedrag moeten aanpassen. Hun eigen gedrag is (door de jaren heen) hetzelfde gebleven.

Het produceren van zienswijzen is voor mij een vorm van hersengymnastiek waarmee ik mijnheer Alzheimer een stap voor probeer te blijven.

Ze zijn gebaseerd op bronnen (raadsverslagen of uitspraken van raadsleden in de krant) die voor iedereen toegankelijk zijn. Ze wijken inderdaad vaak af van de zienswijzen die raadsleden er op na houden. Waar zij hun zienswijzen op baseren is vaak niet duidelijk. Op roddel en achterklap, of op besloten bijeenkomsten waarin ze door het college, ambtenaren of lobbyisten worden “voorgelicht”.

Maar ook daarover doen ze zelden of nooit verslag. Dus wat bedoelen ze eigenlijk met transparant? En als een burger (zoals ik) ze confronteert met een mening die hun niet welgevallig is, dan hullen ze zich in stilzwijgen. Dus wat bedoelen ze eigenlijk met “de burger meer bij de besluitvorming te betrekken”?

Men noemt zich volksvertegenwoordiger, maar gedraagt zich als regent uit voorgaande eeuwen.

Bestuurlijk circus.

Gemeenteraad_Enkhuizen_internet
Kerntaak?

Afgelopen dinsdag sprak de raad over het beheerplan kapitaalgoederen.

Kapitaalgoederen is de verzamelnaam voor gemeentelijke eigendommen zoals wegen, bruggen, beschoeiingen en gebouwen.

Het college heeft becijferd dat er (op basis van de bestaande onderhoudsnormen) de komende 10 jaar 25 miljoen nodig is om (reeds bestaande) kapitaalgoederen te vervangen.

Dat bedrag zal moeten worden geleend. De kapitaallasten (jaarlijkse rente en aflossing) zijn begroot op circa € 140.000,- per jaar cumulatief. Dat wil zeggen dat na 10 jaar de (extra) jaarlasten (jaarlijks) 1.4 miljoen zullen bedragen.

Tegenover deze jaarlijks toenemende kosten zullen er jaarlijks toenemende baten/besparingen moeten staan. Het college meent dat een dergelijke toename in de baten, danwel besparingen niet zal zijn te realiseren. En stelt voor om voor sommige kapitaalgoederen de vervangingsnorm te verlagen.

In plaats van classificatie “veilig en functioneel” wil men voor sommige kapitaalgoederen een niveau lager. Alleen “veilig”.

Door de vervangingsnorm te verlagen bespaar je uiteraard (in theorie) toekomstige vervangingskosten en kun je problemen naar de toekomst blijven verschuiven.

Van Reijswoud (VVD) wilde er om die reden dan ook niet aan,  maar dat resulteerde in een tamelijk semantische discussie met Snoek (SP) die me deed besluiten om de discussie niet verder af te luisteren.

In de krant las ik dat Van Reijswoud een meerderheid van de raad achter zich heeft gekregen.

Ik twijfel alleen over het praktisch nut van zijn voorstellen. Volgens mij zijn de bruggen in het Westeinde inmiddels al tot onveilig gekwalificeerd in gevallen dat er twee auto’s tegelijk over de brug willen rijden.

Dus zijn er bij elke brug wegversmallingen aangebracht die dat moeten verhinderen. Dat is al een paar jaar geleden gebeurd en tot dusver heeft niemand ooit geopperd dat het nu tijd wordt om tot vervanging over te gaan.

Dus verlaging van de vervangingscriteria lijkt me in de eerste plaats een cosmetische operatie waardoor het lijkt of we nog een tijdje verder kunnen onder het motto “wie na mij komt is sterker”.

Alleen D66 zei daar geen genoegen mee te willen nemen en vroeg om een kerntakendiscussie.

Daar wordt al jaren om geroepen, maar niemand lijkt daar trek in te hebben. Begrijpelijk, want een discussie over kerntaken zal er (onder de huidige omstandigheden) alleen maar toe leiden dat gemeentelijke taken zullen moeten worden  afgestoten.

Mijn persoonlijke voorkeur gaat uit naar het afschaffen van het jaarlijks 4 miljoen kostende bestuurlijke circus dat we met onze belastingen in stand houden.

Aannemelijk klinkende uitvluchten.

College van B&W
Iets meer weerstand

Natuurlijk zou het beter geweest zijn als het college iets meer weerstand had geboden aan de wens van Van de Pijll (gesteund door de resterende coalitiepartijen) voor het houden van een rioolonderzoek.

Maar het college is (in mijn ogen) op deze dwaling terug gekomen door de raad voor te stellen het daarvoor beschikbaar gestelde bedrag (€ 10.000,-) te gebruiken voor een plan van aanpak in plaats van een rioolonderzoek.

Prima voorzet van het college die de oppositie wegens gebrek aan spelinzicht (of politiek analfabetisme) weigerde om in te koppen.

De CU/SGP is een partij die niet lichtvaardig ingaat tegen een door het college gegeven advies. Maar een motie indienen waarin dat advies (door de oppositie) werd ondersteund was kennelijk te ingewikkeld.

En dus kwam er, tegen het advies van het college, alsnog een rioolonderzoek.

Natuurlijk zou het beter zijn geweest als het college het  verzoek van Van der Pijll (maakt de uitslag van het onderzoek bekend zonder afweging door het college) genegeerd had.

Wat heeft het voor zin cijfers de wereld in te slingeren als je zelf de betekenis ervan niet begrijpt.

Volgens van der Pijll is het allemaal volkomen duidelijk. Een hoge concentratie van amfetamine afbraakproducten in het riool is het onomstotelijke bewijs van hoge amfetamine consumptie door de bewoners.

Maar als die die waarneming niet wordt ondersteund door observaties “ter plekke”, dan is het verstandig om rekening te houden met andere mogelijkheden dan alleen gebruik door bewoners.

De burgemeester had er daarom verstandig aan gedaan om die mogelijkheden eerst te onderzoeken alvorens hij de cijfers de wereld slingerde. Maar ook hier nemen gedane zaken geen keer.

In zijn antwoord op door van Marle (D66) tijdens de commissie BOFS gestelde vragen (die ik persoonlijk vrij nutteloos vond) laat Baas weten dat alle door hem (achteraf) geraadpleegde deskundigen ook geen verklaring hebben voor het hoge amfetamine gebruik.

Waar hij niet op ging was de hypothese ik die op dit blog naar voren heb gebracht. Namelijk dat de meetresultaten zijn beïnvloed door afvallozingen van elders, die regelmatig plaatsvinden bij het rioolgemaal in de Iepenlaan.

(Op het moment dat ik dit schrijf staat er weer een puttenzuiger te lozen)

Formeel hoefde hij dat ook niet omdat van Marle daar niet naar vroeg. Maar Baas is gewezen op die hypothese en uit zijn andere opmerkingen valt op te maken dat hij dit blog leest. Dus waarom ontkracht hij die hypothese dan niet?

Zou het kunnen zijn omdat hij het niet kan? Omdat de gemeente dat soort lozingen niet registreert?

Maar dat erkennen zou weer een geheel nieuwe reeks van vragen opwerpen.

De kans dat daarover ooit duidelijkheid zal komen lijkt dan ook gering. De politieke analfabeten (die zeggen dat ze ons vertegenwoordigen) zijn namelijk in het geheel niet geïnteresseerd in een verklaring voor de onwaarschijnlijk hoge amfetamine metingen.

Het enige wat ze willen horen zijn aannemelijk klinkende uitvluchten, zodat ze die kunnen doorvertellen..

Speed valley en wat nu.

 

Pijl
Wat nu?

Ok, meten is weten lees ik in de krant naar aanleiding van het rioolonderzoek. Maar is dat werkelijk zo? Dat Enkhuizen qua gebruik van drugs hetzelfde scoort als Amsterdam verbaast me niet.

Als geboren Amsterdammer heb ik me altijd verzet tegen de opvatting van veel plattelanders (voor Amsterdammers is alles dat zich buiten Amsterdam bevindt platteland) dat ze in moreel opzicht superieur zijn aan de grote verderfelijke stad.

Volgens mij is het eerder zo dat de provincialen naar de stad komen om daar (anoniem) de beest uit te kunnen hangen, om zich (bij thuiskomst) laatdunkend te kunnen uitlaten over het morele verval van de grootstedeling.

Dus dat er in Enkhuizen net zo veel gesnoven, geslikt en geblowed wordt als in Amsterdam verrast me me dan ook niet.

margreetkeesmanweb
Wat nu?

Dat dit een probleem is, net als overmatig alcohol gebruik, staat eveneens buiten kijf. Dat de overheid maatregelen wenst te nemen  om dat probleem zoveel als mogelijk te beteugelen lijkt me verstandig. De vraag is alleen welke maatregelen?

Daarover heb ik de voorstanders van het rioolonderzoek eigenlijk nog nooit gehoord. We weten iets zeker, wat we eigenlijk allang vermoeden, maar wat gaan we nu met die wetenschap doen.

En met name wat het gebruik van speed betreft.

Ik neem aan dat het door het uitgaande publiek wordt gebruikt en dat het percentage van de bevolking dat uitgaat in Amsterdam en Enkhuizen min of meer gelijk is.

Als in Amsterdam 5% van het uitgaande publiek speed gebruikt, dan zou dat in Enkhuizen (8 keer zoveel) 40% moeten zijn. Dat wil dan zeggen dat bijna de helft van het uitgaande publiek in Enkhuizen onder invloed van speed is. En omdat we nogal wat bezoekers uit de randgemeenten Enkhuizen kiezen om uit te gaan, maar thuis hun plasje doen, kon dat nog wel eens oplopen naar 50%.

Je zou dan mogen verwachten dat het aantal incidenten (gerelateerd aan het gebruik van speed) wekelijks aanzienlijk zou moeten zijn, maar ik heb niet de indruk dat dit het geval is.

We “weten” nu dus een getal, zonder te weten wat dat getal precies inhoud.

Drugsgebruik is een probleem en het is goed dat de overheid daarover goede informatie verstrekt. Maar dat wisten we eigenlijk ook al voordat het rioolonderzoek uitwees dat Enkhuizen er een nieuwe toeristische trekpleister bij heeft in de vorm van “speed valley”.

Ik wacht daarom met spanning op het debat dat de voorvechters van dat rioolonderzoek met het college gaan voeren en hoeveel geld ze beschikbaar gaan stellen.

Langs de rand

cliffhangerZoals gebruikelijk zetten de raadsfracties hun commentaar op de begroting op papier, waarna men het resultaat van dit denkwerk tijdens de vergadering nog eens gaat voorlezen. Voordeel van deze werkwijze is dat je niet hoeft te luisteren naar wat ze te zeggen hebben, maar dat je het ook kunt lezen.

De griffier bundelt vervolgens al die commentaren en u kunt ze hier vinden.

Goed gebruik is verder, dat de coalitie partijen altijd bezorgd zijn over de financiële positie,  maar verder vol vertrouwen zijn dat het uiteindelijk toch allemaal wel goed zal komen.  Omdat zij nu eenmaal hun eigen man aan het roer hebben.

Om die simpele reden wordt je van hun bijdragen zelden iets wijzer.

Als er al sprake is van kritische geluiden dan komen die van de oppositie.

De PvdA had er kennelijk een powerpoint presentatie tegenaan gegooid waarvan me eigenlijk maar een retorische vraag is bijgebleven. “Is Enkhuizen  klaar voor de uitbreiding van het vliegveld in Lelystad?”  Er kwam geen antwoord op die vraag.

Ook de VVD hield een wat warrig verhaal dat waarschijnlijk alleen door insiders (financieel woordvoerder van de VVD is in het dagelijks leven een hooggeplaatst ambtenaar in de gemeente Lelystad en beheerst het ambtelijk jargon derhalve tot in de puntjes) op zijn waarde kan worden geschat.

Alleen de grootste oppositie partij (D’66) had er iets meer werk van gemaakt en concludeerde dat er sprake was van een negatief resultaat, wat tegen het zere been was van wethouder Wijnne, die nadrukkelijk liet weten dat er (na bestemmingen) sprake was van een positief resultaat.

Beide hebben gelijk. De begroting over 2015 hebben zowel een positief als een negatief resultaat, afhankelijk van de vraag of je “bestemmingen” in het resultaat laat meewegen.

Onder “resultaat” wordt gewoonlijk verstaan het verschil tussen inkomsten en uitgaven in een bepaald jaar. Is dat verschil positief dan spreekt men in het bedrijfsleven van winst. Is dat verschil negatief dan spreekt men van verlies.

Gemeenten worden echter niet geacht om “winst” te maken.

Om dat te voorkomen zijn de “bestemmingen” uitgevonden. Wordt er in een jaar meer geld opgehaald dan er wordt uitgegeven, dan wordt dat geld niet in de vorm van belastingverlaging teruggegeven aan de burgers, maar krijgt het een toekomstige “bestemming”.

Wordt er in een jaar minder opgehaald dan uitgegeven, dan haalt men het ontbrekende deel weer uit de “bestemmingen” om het tekort aan te vullen.

Dank zij deze methodiek heeft elke gemeente altijd weer een sluitende begroting. Ten minste zolang er “bestemmingen” zijn waaruit nog geld kan worden geput en daarin schuilt het probleem waar D66 terecht op wijst.

De vrij aanwendbare “bestemming” wordt algemene reserve genoemd en die is de afgelopen jaren schrikbarend gedaald. Meer dan 4 miljoen in de afgelopen 2 jaar en er resteert nog geen twee miljoen.

Dat lijkt veel, maar daaruit moeten bijvoorbeeld de opwaardering van het sportcomplex Immerhorn betaald worden, of een opwaardering van het Enkhuizerzand of een tegenvaller bij de verbouwing van de Drommedaris. Of tegenvallers die voortvloeien uit de decentralisatie operatie van de rijksoverheid.

Enkhuizen loopt in financieel opzicht, ook in vergelijking met de andere SED gemeenten, langs de rand van de afgrond. Het is goed dat er tenminste één partij is die daarvoor waarschuwt.

Benieuwd

baasBij het handenschudden tijdens de gemeentelijke receptie wees burgemeester Baas me er op, dat er in mijn stukje Doodsteek een bewering stond die onjuist was.

In dat stukje verweet ik het college min of meer, dat men de bezwaren (die men tegen amendement van de oppositie naar voren bracht in de brief van 20 december) niet tijdens de raadsvergadering had geopperd, maar tot 20 december had gewacht om ze naar voren te brengen.

De burgemeester adviseerde om de vergadering nog eens te beluisteren en inderdaad, hij had gelijk. De bezwaren (als genoemd zijn de brief van 20 december) zijn ook al tijdens de raadsvergadering van 13 november geuit.

Weliswaar niet zo duidelijk als in zijn brief van 20 december, (en daarom zullen ze me waarschijnlijk ook zijn ontgaan), maar vast staat, dat zowel wethouder Kok als wethouder Boland gewezen hebben over de mogelijke gevolgen van het amendement van de ”6”.

Anders dan de “6” ben ik wel onder de indruk van de in de brief aangevoerde argumenten. Om een of andere redenen vinden de “6” de brief ongepast. Ik begrijp niet goed waarom, maar belangrijker lijkt me, dat het daar in gestelde op enigerlei wijze wordt weerlegt en voor zover ik weet is dat tot op dit moment niet gebeurd.

Ik beperk me even tot het bezwaar van Kok. De “6” realiseerde een besparing van € 100.000,- door in 2013 geen extra storting te doen in het fonds stadsonderhoud.

Omdat de besparingen structureel moeten zijn, dat wil zeggen jaarlijks terug moeten keren, concludeerde Kok terecht dat deze besparing er op korte termijn toe zou leiden dat stadsonderhoud onmogelijk zou worden.

Daarbij moet worden aangetekend, dat stadsonderhoud op termijn sowieso een zorgenkindje zou worden.

De programmabegroting van 2013 maakt duidelijk, dat men gedurende de komende 10 jaar verwacht 10 miljoen meer te zullen uit te geven aan onderhoud dan men  (gedurende die 10 jaar) denkt te kunnen reserveren.

Met als resultaat dat het fonds van waaruit het stadsonderhoud moet worden betaal van een positief saldo van 5 miljoen daalt naar een negatief saldo van 5 miljoen.

Dat laatste is natuurlijk niet mogelijk, dus sta je voor de keuze. Minder stadsonderhoud, dan wel op enig tijdstip gedurende tijdens die 10 jaar bijstorten in de pot die daarvoor in het leven is geroepen. Hoe langer je dat moment uitstelt, hoe meer je jaarlijks zal moeten bijstorten.

In de college opstelling is die pot begin 2017 vrijwel leeg en zullen er dus jaarlijks aanzienlijke bedragen moeten worden bijgestort (al gauw € 700.000 tot € 800.000 per jaar) wil je het geplande onderhoud nog kunnen betalen.

In het amendement van de “6” wordt deze gang van zaken alleen maar versnelt en zijn de uitgaven aan stadsonderhoud vanaf 2015 feitelijk al onmogelijk geworden omdat het daarvoor benodigde geld ontbreekt.

Ik begrijp dat de “6” de afgelopen tijd drug bezig zijn geweest met het opstellen van een programma voor het komende jaar. Ik ben razend benieuwd natuurlijk, maar nog veel meer benieuwd hoe zij dat denken te kunnen betalen.

Eigen boezem

Op de gemeentelijke website zijn hier de stellingnames te lezen die de diverse politieke partijen in het kader van de programmabegroting 2013 hebben gepubliceerd. Interessant, dus aanklikken en lezen.

Twee partijen PvdA en SP doen daarin uitspraken over de informatievoorziening aan de burger. Daar ben ik het helemaal mee eens, maar ze mogen wat mij betreft ook wel de hand in eigen boezem steken.

Op de informatievoorziening van de gemeente valt in mijn ogen niet zoveel aan te merken. Met uitzondering van Agora dat nu nog schuilgaat achter een inlogcode, maar eigenlijk gewoon openbaar zou moeten zijn.

Het presidium evalueert vanavond het BOB vergadermodel, waar Agora deel van uitmaakt.

Gewoonlijk lees je niets over wat er in het Presidium (vergadering van alleen fractievoorzitters) wordt afgesproken en ik ben dus benieuwd of daar deze keer een uitzondering op wordt gemaakt.

Want het probleem ligt volgens mij niet zozeer bij de gemeente, maar bij de politieke partijen die deel uitmaken van de gemeenteraad.

Nooit eerder waren de mogelijkheden voor massacommunicatie zo eenvoudig en zo goedkoop en toch slagen politieke partijen er steeds minder in om de burgers te betrekken bij het werk dat ze doen.

Veel wordt er achter gesloten deuren behandeld en dat daar zelden iets van naar buiten doordringt valt niet zozeer de gemeente te verwijten (die weinig meer kan doen dan zouteloze, door iedereen gedeelde opvattingen uitdragen), maar aan de politieke partijen zelf, die hun rol als opiniemakers ernstig verwaarlozen.

In een poging die impasse te doorbreken heb ik alle partijen voorgesteld om een gezamenlijk forum op te richten waarop ze zich aan de Enkhuizer bevolking zouden kunnen presenteren.

Ik heb daar, behoudens Stella Quasten en Christian Bokhove, van geen enkel raadslid een reactie op gekregen.

SP en PvdA hebben gelijk, beeldvorming en oordeelsvorming vindt te veel binnenskamers plaats, maar dat kunnen ze makkelijk zelf veranderen.

Door de hand in eigen boezem te steken en meer op hun site te publiceren of te reageren op berichten op dit forum.

Kortzichtig

Vandaag mocht de fractievoorzitter van de PvdA, Eelco Fijma, zijn zegje doen in het NHD.

Mooie foto erbij, waarop hij peinzend in de verte kijkt.

Ik neem aan dat hem die gelegenheid gegund was, omdat wethouder Franx een week of wat eerder (in dezelfde krant) zijn ongenoegen over de PvdA kenbaar had gemaakt.

Weer en wederhoor weet je wel.

Fijma  maakt van de gelegenheid gebruik om te vertellen dat zijn partij geen betweter wil zijn. Een verstandig besluit omdat je om betweter te kunnen zijn je ook bepaalde dingen moet weten.

Wat Fijma bijvoorbeeld niét wist, is dat in het tarief voor de kosten voor het ophalen van huisvuil ook andere kosten  zijn verwerkt.

Op merkelijk, omdat ik daar op 4 maart j.l. al over schreef onder het kopje huisvuil.

De vraag was toen in of je als gemeente aanslagen mocht opleggen voor diensten, die hoger waren dan de kosten van de betreffende dienst. Strikt genomen hebben gemeenten die vrijheid niet, maar de opgevoerde veegkosten zijn een grensgeval.

Fijma had het dus kunnen weten als hij af en toe de moeite had genomen om het enige Enkhuizer blog te raadplegen, dat probeert een discussie op gang te brengen over de politieke besluitvorming in Enkhuizen.

Twee van zijn collega raadsleden deden wel een poging de kwestie te verhelderen, waarbij collega Bokhove zelfs de bijpassende links produceerde.

Had Fijma het woordje “huisvuil” getikt had in het zoekveld van dit blog, dan had hij een berichtje met als titel “kostendekkend” gevonden, waarin ik in ga op de bewering van Franx, dat het huisvuiltarief niet kostendekkend is. Beide berichten bevatten links naar de onderliggende gegevens.

Het bovenstaande toont maar weer eens aan, dat partijen (de PvdA staat hier in niet alleen) uitsluitend bronnen raadplegen waarvan ze aannemen dat die hun welgezind zijn.

Ik vind dat tamelijk kortzichtig.

Red Herring

Als in het voorgaande bericht aangegeven is een “red herring” een doelbewuste poging om anderen te misleiden.

Uiteraard is het een eufemisme, zoals in het Nederlands “iemand op het verkeerde been zetten” meteen al een stuk vriendelijker klinkt dan iemand misleiden.

Hoe kom ik nu op het idee, dat het hele gedoe rond die vastgoednota een red herring is.

Dat komt omdat slechts 1/3 van gevraagde krediet is besteed aan externe adviseurs en (als ik het goed begrijp) 2/3 nodig was om interne kosten te financieren.

Dat begrijp ik niet helemaal. Volgens mij worden “interne” kosten gewoon via de begroting gedekt. Of een ambtenaar zich nu met het parkeerbeleid of het vastgoedbeleid bezig houdt maakt verder niets uit.

Er ontstaan door het een of het ander (voor zover ik kan nagaan) geen extra kosten.

Dat roept meteen de vraag op of die extra interne kosten het gevolg waren van de wens van het college om een vastgoedbeleid te laten formuleren, of dat ze reeds bestonden en de wens om tot een vastgoedbeleid  te komen slechts een middel was om de (reeds bestaande en door het college als onvermijdellijke beschouwde kosten) ergens “onder te brengen”.

Mijn indruk is, dat het laatste het geval was, maar echt uitsluitsel daarover kunnen alleen degenen geven die goed zijn ingevoerd in de gemeentelijk boekhouding.

Het is duidelijk dat het college liever niet heeft dat de Raad zich met de uitvoering bemoeit, maar daar moeten ze zich maar niet al te veel van aantrekken. Een van de primaire taken van de Raad is toezicht te houden op die uitvoering en dat lukt alleen, als je ook inzicht hebt in alle aspecten van die uitvoering.

Over de Inhoud

Het college had een slimmigheidje bedacht, waarmee ze enerzijds kon voldoen aan haar informatieplicht aan de Raad en anderzijds de rest van de bevolking in het duister kon laten tasten over wat de resultaten van haar onderhandelingen met projectontwikkelaar Nijs zijn.

De raadsleden mochten de gegevens inzien, maar alleen als men zich verplichtte tot geheimhouding.

Het is niet de eerste keer dat dit college op stiekume wijze haar zin probeert door te drijven.

We zagen dat ook al bij de aankoop van de Uilenbanen, waar men in een besloten Presidium vergadering mogelijke bezwaren tegen de aankoop van eigen grond uit de weg ruimde en een half miljoen betaalde om de verliesgevende exploitatie van tennisbanen over te nemen.

Klaarblijkelijk heeft de PvdA uit deze gang van zaken iets geleerd en fractieleider Fijma kwam dan ook met een doorwrocht betoog waarin hij (op juridische gronden) het voorstel afwees.

Het verweer van wethouder Boland was opmerkelijk. Hij was geen jurist en kon dus niet op de inhoudelijke bezwaren ingaan, maar had wel iemand gesproken die hem verzekerd had dat het allemaal in orde was.

Toen Fijma zijn verbazing uitsprak over deze manier van beantwoorden, mengde fractieleider Munnick  (net als Fijma ook jurist) zich in de discussie en verweet Fijma op de man te spelen.

Een grappige omdraaiing van de feiten. Fijma wilde het over de inhoud hebben, maar omdat Boland zich niet capabel achtte voor een inhoudelijke discussie, werd Fijma verweten op de man te spelen.

Een bekend verschijnsel in de politiek.

Men roept voortdurend dat men het uitsluitend over de inhoud wil hebben, terwijl het keer op keer volstrekt duidelijk is, dan men er eigenlijk alleen maar zit om het eigen belang (en dat van partijgenoten) te dienen.

%d bloggers liken dit: