Precies een week geleden schreef ik een gastcolumn voor de Enkhuizer Krant.
Met de titel “Plichtsverzuim raad lokt plichtsverzuim college uit”.
De column eindigde met de uitnodiging te reageren en vermeldde het webadres waar dat kon.
Er kwamen 11 reacties op het bericht, waarvan 2 van mijzelf.
De raad van Enkhuizen kent 17 leden. Ze wordt bijgestaan door 2 commissies die elk 10 burgerleden kunnen bevatten. Officieel zijn er dus 37 burgers van Enkhuizen bij de besluitvorming betrokken. Daarvan nemen er 17 de besluiten en hebben 20 een adviserende rol.
Van die 37 mensen heeft er precies 1 (Hans Langbroek) gereageerd op mijn column in de krant. De overige 36 hadden kennelijk wat beters te doen. Wat dat zou kunnen zijn weten we niet. Raads- en commissieleden plegen daar geen mededelingen over te doen.
Ze komen maandelijks 1 keer bij elkaar (raadsleden soms twee keer als ze ook commissievergaderingen bijwonen). Stamelen wat opmerkingen in de microfoon als vraag aan de wethouder of toelichting op hun standpunt.
Zelfs als het om zeer complexe zaken gaat, is de spreektijd die men opeist zelden meer dan een paar minuten.
Dit blog bestaat sinds 1 oktober 2009. Vanaf dat moment is het bijna 380.000 keer bezocht. Gedurende die tijd heb ik bijna 2000 zienswijzen geschreven, die voor een groot deel afwijken van de zienswijzen zoals die door college en raad werden geformuleerd.
Als je de bovengenoemde 37 beslissers zou vragen of het bestuur van de stad transparant zou moeten zijn, dan zou iedereen (zonder enig voorbehoud) die met “ja” beantwoorden.
Als je ze zou vragen of de burgers meer bij het bestuur van de stad zouden moeten worden betrokken, dan zouden ze ook die vraag met een volmondig “ja” beantwoorden.
Maar als je hen vervolgens vraagt wat hun bijdrage is in het realiseren van die doelstelling, dan blijft het stil. Het antwoord daarop is namelijk “helemaal niets”.
In hun ogen moeten de dingen verbeteren. Hun bijdrage daarin is, zeggen dat anderen daar voor moeten zorgen en hun gedrag moeten aanpassen. Hun eigen gedrag is (door de jaren heen) hetzelfde gebleven.
Het produceren van zienswijzen is voor mij een vorm van hersengymnastiek waarmee ik mijnheer Alzheimer een stap voor probeer te blijven.
Ze zijn gebaseerd op bronnen (raadsverslagen of uitspraken van raadsleden in de krant) die voor iedereen toegankelijk zijn. Ze wijken inderdaad vaak af van de zienswijzen die raadsleden er op na houden. Waar zij hun zienswijzen op baseren is vaak niet duidelijk. Op roddel en achterklap, of op besloten bijeenkomsten waarin ze door het college, ambtenaren of lobbyisten worden “voorgelicht”.
Maar ook daarover doen ze zelden of nooit verslag. Dus wat bedoelen ze eigenlijk met transparant? En als een burger (zoals ik) ze confronteert met een mening die hun niet welgevallig is, dan hullen ze zich in stilzwijgen. Dus wat bedoelen ze eigenlijk met “de burger meer bij de besluitvorming te betrekken”?
Men noemt zich volksvertegenwoordiger, maar gedraagt zich als regent uit voorgaande eeuwen.