Feiten en meningen.

Cushman & Wakefield is een gerenommeerd taxatiebureau. Ze heeft in opdracht van Droomparken de residuele grondwaarde van het nog te realiseren plandeel villapark (volgens plan Vesting) op het recreatieoord berekend.

De residuele grondwaarde is wat je als ontwikkelaar voor de grond kunt betalen als je genoegen neemt met 10% winst over je geschatte omzet.

Vrijwel elke ontwikkelaars zal daar geen genoegen mee willen nemen, omdat men gewend is aan hogere winstpercentages.

De door C&W berekende residuele grondwaarde is dus niet anders dan een raming, die bovendien makkelijk is te manipuleren.

Door de opbrengst wat lager in te schatten, dan in redelijkheid mag worden verwacht.

In de hier bovenstaande berekening schat C&W een gemiddelde verkoopprijs van de recreatiewoningen op het villapark op 4 ton per woning (inclusief btw).

Dat is een verkoopprijs van € 330.000,- per woning exclusief btw.

Als ik me goed herinner werden de beachhouses in het villapark aangeboden en verkocht voor € 550.000,- per stuk (exclusief btw).

Met andere woorden, in dit voorbeeld hoeft de door C&W geraamde opbrengt (per woning) maar € 100.000,- hoger uit te vallen (wat waarschijnlijk is) en de met het plandeel te behalen winst is een viervoud van wat er in eerste instantie formeel werd geraamd.

De residuele grondwaarde (het bedrag dat de ontwikkelaar zou kunnen betalen) is becijferd op 18,4 miljoen voor alleen het plandeel villapark.

Het gaat hier niet om een mening, maar om een rekenkundig feit en wat mij tot dusver nog het meest heeft verbaasd is, dat er geen enkele nieuwsorganisatie is geweest die dit rekenkundig feit aan het college en de raad heeft voorgelegd en heeft gevraagd om hun mening over dat feit te geven.

Met als direct gevolg dat college en raad kunnen blijven voordoen of ze niet op de hoogte zijn van dergelijke feiten.

Ik was de eerste die de prijs waartegen de grond op het REZ was verkocht naar buiten bracht. (€ 335.000,-) Ik vond het tamelijk opzienbarend nieuws. Er was echter geen nieuwsorganisatie die dezelfde opvatting had en de moeite nam om het nieuws te delen.

Er is geen lezer van het NHD die weet, dat al de grond op het REZ is verkocht voor € 335.000,-, tenzij hij ook mijn blog leest.

Ook het nieuws, dat Enkhuizen € 2,65 miljoen aan eerder overeengekomen inkomsten weer heeft moeten afstaan om de betaling van die € 335.000,- alsnog mogelijk te maken is door geen nieuwsorganisatie overgenomen.

Laat staan, dat de toezichthouder over de noodzaak van die constructie ooit is ondervraagt.

Kennelijk is er, in de reguliere nieuwsvoorziening, alleen belangstelling voor meningen en doen feiten nauwelijks ter zake.

Elke mening van college en raad, ook als ze niet op feiten zijn gebaseerd, wordt klakkeloos verspreid, terwijl de feiten, die ik in de loop der tijden boven water heb weten te halen door de officiële nieuwsmedia worden genegeerd.

In het gunstigste geval wordt een door mij blootgelegd feit als mijn persoonlijke mening over iets gepresenteerd, maar never nooit als feit.

De reguliere nieuwsmedia zien zichzelf graag als waakhond van de democratie. In werkelijkheid zijn het (op lokaal niveau) slechts verspreiders van meningen van politici. Meningen die vaak volkomen losgezongen zijn van de feiten waar ze (zogenaamd) op gebaseerd zijn.

Een democratie is alleen maar een democratie, als de bevoegde instanties zich gedwongen voelen om verantwoording af te leggen over hun doen en laten. Op lokaal niveau is dat nauwelijks het geval.

Daarom is de lokale democratie een bedenksel geworden, waar inmiddels bijna de helft van de kiesgerechtigden niet meer in geloofd.

Om zeep helpen.

Gisteren stelde ik vast, dat het vorige college (onder aanvoering van de SP) met haar besluit, om de herinrichting van het recreatieoord onderhands te gunnen aan de firma Orez bv, een wanprestatie had geleverd.

Een wanprestatie is een toerekenbare tekortkoming vanwege het niet nakomen van verplichtingen.

De verplichting in deze vloeit voort uit de Europese wet- en regelgeving, welke inhoudt, dat in het geval van een onderhandse aanbesteding van werkzaamheden, er bewijs moet zijn, dat die aanbesteding op basis van marktconforme voorwaarden heeft plaatsgevonden.

De opdracht werd Orez bv gegund op basis van een door Orez bv voorgelegde exploitatieopzet. Vervolgens is die exploitatieopzet (om de marktconformiteit vast te stellen) getaxeerd door de firma BaseValue.

Waarna het college, op basis van de uitkomst van die taxatie, concludeerde, dat de door Orez bv ingediende exploitatieopzet marktconform was en dat daarmee voldaan was aan verplichtingen jegens de Europese wet- en regelgeving, ter voorkoming van ongeoorloofde overheidssteun.

De uiteindelijke rechtsvraag is derhalve, is de bewering van het college, dat ze heeft voldaan aan de Europese wet- en regelgeving juist en vorm de taxatie van BaseValue ook daadwerkelijk het bewijs, dat de door Orez bv ingediende exploitatieopzet van het plan “Vesting”, marktconform was.

Om die vraag te kunnen beantwoorden dient men inzage te hebben in zowel de door Orez bv ingediende exploitatieopzet als de taxatie van die opzet door de firma BaseValue.

Het college heeft tot dusver steeds geweigerd om inzage te geven in de beide documenten, zodat de juistheid van haar bewering, dat ze heeft voldaan aan haar verplichtingen jegens de Europese wet- en regelgeving, niet kan worden vastgesteld.

De enige die dat (in dit stadium) kan vaststellen is de bestuursrechter.

Omdat die de inzage in de beide documenten niet geweigerd kan worden en dus (op basis van de inhoud van die documenten) kan bepalen, of het voorgaande college aan haar verplichting heeft voldaan, dan wel dat zij een wanprestatie heeft geleverd.

Door onderhands werkzaamheden aan te besteden tegen voorwaarden, die in geen enkel opzicht marktconform zijn te noemen.

Het bewijs, dat de destijds overeengekomen voorwaarden niet marktconform waren, bestaat uit een exploitatieopzet, die de nieuwe eigenaar van Orez bv (Droomparken) heeft laten maken van het plan “Vesting”.

Door het gerenommeerde bedrijf Cushman & Wakefield.

Volgens deze exploitatieopzet was de waarde van het gebied ruim 30 miljoen euro hoger, dan de waarde die door de gemeente tot “marktconform” was verklaard en € 1,6 miljoen negatief was.

Op basis van dit bewijs kost het me geen enkele moeite om de onderhandse aanbesteding van werkzaamheden (in het kader van de reconstructie van het REZ) door het voorgaande college, tot een wanprestatie te bestempelen.

Minstens geëvenaard door de wanprestatie van het huidige college, dat zich louter en alleen tot taak lijkt te hebben gesteld, om het bewijs van de eerdere wanprestatie (door het vorige college), geheim te verklaren.

En zodoende de kans, dat het gevolg van die eerdere wanprestatie ongedaan gemaakt kan worden, om zeep helpt.

Kindeke Jesus

In de aanloop naar Kerstmis besluit een pater (belast met catechisatie op een lager school) af te wijken van zijn gebruikelijke lesprogramma en zijn klas te vermaken met het opgeven van raadsels.

Het is roodbruin, heeft een krulstaart, leeft in een bos en eet graag nootjes. Wie wordt daarmee bedoeld, vraagt hij de klas.

Jantje antwoordt, “mijn verstand zegt me, dat het hier om een eekhoorn gaat, maar het juiste antwoord zal ongetwijfeld wel weer het Kindeke Jesus zijn.”


=================================================

De gemeenteraad van Enkhuizen lijkt op een klas met gehoorzame catechisanten, waarin het ontbreek aan een persoonlijkheid als de hierboven genoemde “Jantje”.

Iemand met voldoende benul om te beseffen, dat er door een eerder college een wanprestatie is geleverd.

Door te beweren, dat het door de firma BaseValue ingeleverde taxatierapport het bewijs bevatte, dat de exploitatieopzet van het plan “Vesting” van Orez bv marktconform was.

Dat die wanprestatie de Enkhuizer catechisanten nooit is opgevallen, is een direct gevolg van het feit, dat Enkhuizer raadsleden zich gewoonlijk niet om feiten bekommeren, maar hun besluiten hoofdzakelijk nemen op basis van meningen.

Met als rechtstreeks gevolg, dat tot 28 juni van dit jaar, de voltallige raad geen flauw benul had, onder welke voorwaarden de gemeente het recreatieoord had verkocht aan Orez bv.

Pas vanaf die vrij recente datum heeft het college aan de raad documenten ter inzage gegeven, waaruit geconcludeerd kon worden, onder welke voorwaarde het college het gebied had verkocht aan de oorspronkelijke eigenaren van Orez bv.

Of de Enkhuizer catechisanten gebruik hebben gemaakt van de mogelijkheid om kennis te nemen van relevante feiten is echter twijfelachtig.

Men baseert zich immers gewoontegetrouw liever op de meningen van anderen die men vertrouwd (zoals het college), dan dat men zich daadwerkelijk verdiept in de feiten.

Omdat men nu eenmaal, in veel gevallen, niet capabel genoeg is om de betekenis van feiten te doorgronden.

In ieder geval wijst niets er op, dat de gemeenteraad kennis heeft genomen van de inhoud van de beschikbaar gestelde documenten.

Zoals de exploitatieopzet, die de nieuwe eigenaar van Orez bv (Droomparken) heeft laten maken van het oorspronkelijk plan “Vesting”.

De vergelijking tussen de (in opdracht van Droomparken) berekende exploitatie en de door Orez berekende (en door de gemeente goedgekeurde) exploitatie van het plan vesting leert, dat er een exploitatieverschil is van ruim € 30 miljoen in het voordeel van de door Droomparken berekende exploitatieopzet.

Het verschil is verder, dat Droomparken haar exploitatieberekening openbaar heeft gemaakt en de gemeente de berekening (die ze heeft goedgekeurd) geheim houdt.

Net als de taxatie van die berekening, die geacht werd het bewijs te vormen, dat de € 30 miljoen lagere uitkomst, volkomen marktconform was.

Simpel gezegd, onder het voorwendsel, dat de bedongen prijs marktconform was, is het project REZ aan de oorspronkelijke eigenaren van Orez bv verkocht voor € 30 miljoen minder, dan de waarde die de nieuwe eigenaar van Orez bv (Droomparken) heeft laten berekenen door de gerenommeerde firma Cushman & Wakefield.

Je zou deze gang van zaken natuurlijk kunnen toeschrijven aan de ongelofelijke stupiditeit van het toenmalige college, dat onder leiding stond van de SP. Ware het niet, dat er ook ook aanwijzingen zijn, die maken, dat de mogelijkheid van opzet niet kan worden uitgesloten.

Maar in plaats van op zoek te gaan naar wat er werkelijk heeft plaatsgevonden, besluiten de catechisanten die de gemeenteraad vormen, om het verstand op nul te zetten en zich niet buiten de (door het college afgebakende) paden te wagen.

Men verklaart (op aandringen van het huidige college) het bewijs van de door het eerdere college geleverde wanprestatie geheim.

Door dit optreden maken zowel de raad en als het college zichzelf medeplichtig aan een wanprestatie, die door een eerder college werd geleverd.

Waarom men dat doet is me een raadsel. Mogelijk een misplaatst gevoel van solidariteit met eerdere bestuurders. Mogelijk een kwestie van eigen belang, omdat het volstrekt duidelijk is, dat de Enkhuizer gemeenteraad haar functie van toezichthouder niet serieus wenst te nemen.

Een gegeven, waar dit (en alle voorgaande) colleges altijd dankbaar gebruik van hebben gemaakt.

Dus blijft men volharden in de bewering, dat het taxatierapport van BaseValue het bewijs vormt van een marktconforme exploitatieopzet en probeert men (tegelijkertijd) het bewijs van het tegendeel onmogelijk te maken, door het document in kwestie (voor onbepaalde tijd) geheim te verklaren.

Die zelf gekozen medeplichtigheid van de raad (aan een door anderen geleverde wanprestatie) maakt het uiteraard onmogelijk om haar oordeel, over het al dan niet ontvankelijk zijn van mijn bezwaar tegen hun besluit, nog serieus te nemen.

Dat neemt niet weg, dat ik nu al uitkijk naar het moment (op 6 januari), dat ene mevrouw Van Houten mij, namens de gemeenteraad, gaat uitleggen hoe de vork in de steel zit en waarom de raad zich gedwongen voelt om mijn bezwaar (tegen hun besluit) niet ontvankelijk te verklaren, omdat ik (in hun ogen) geen belang heb bij dat besluit.

Hoorzitting

Naar aanleiding van het door Bob Sikkema ingediende bezwaar tegen het besluit van de gemeenteraad (om de taxatie van de exploitatieopzet van Orez bv geheim te blijven houden), vindt er op 6 januari een hoorzitting plaats.

Waarin Bob zijn bezwaren mag toelichten.

Of ik de door mij ingebrachte bezwaren mag toelichten moet nog even worden afgewacht. De vraag voor de gemeente schijnt te zijn, of de door mij ingebrachte bezwaren (naar het oordeel van de gemeenteraad) ontvankelijk zijn.

Zelf had ik al aangegeven, dat de hoorzitting (naar mijn mening) geen enkele toegevoegde waarde had.

Het zigzag gedrag, of de “zo de wind waait, waait m’n jasje” mentaliteit van de raad is inmiddels afdoende gedocumenteerd.

Men had in eerste instantie een motie aangenomen om de taxatie openbaar te maken, maar dat standpunt vervolgens (tijdens een niet openbare bijeenkomst) weer ingetrokken en precies het tegenovergestelde besluit genomen.

Door de opgelegde geheimhoudingsplicht te bekrachtigen.

Waarna de raad (ditmaal in een openbare bijeenkomst) geweigerd had om die geheimhoudingsplicht ongedaan te maken.

De reden voor die weigering bestond uit een reeks van drogredenen, waar ik het college al eerder op had gewezen, zodat het (wat mij betreft)geen enkele zin heeft om daar (in een nieuwe hoorzitting) college en raad opnieuw op te wijzen.

De raad blijft zich toch vastklampen aan het advies van het college. Op dat punt volgt ze keer op keer slaafs het beleid van het college, dat haar (achter gesloten deuren) kennelijk is uitgelegd en waarover ze geen mededeling mag doen.

Ik had de raad op 18 augustus 2020 gevraag om kennis te nemen van de inhoud van de taxatie en op basis daarvan een besluit te nemen. Te weten, was het echt noodzakelijk dat de taxatie nog langer geheim zou blijven?

Of de raad daadwerkelijk kennis genomen heeft van de inhoud van de taxatie waag ik te betwijfelen, maar feit is, dat het college haar daar (sinds 28 juni 2021) wel toe in staat heeft gesteld.

Men is dus in staat geweest om vast te stellen, dat de taxatie niet het bewijs was van een marktconforme exploitatieopzet van Orez bv en dat het college haar, maar ook de rest van de Enkhuizer bevolking, in dat opzicht heeft voorgelogen.

En dat het besluit dat men genomen heeft er op neer komt, dat men het bewijs van een leugenachtige bewering door het college, geheim heeft verklaard.

Niet alleen dat, de raad heeft door haar manier van optreden ook mogelijkheid tot herstel van de inmiddels opgelopen schade onmogelijk gemaakt.

Samengevat, de raad heeft meer dan een jaar de tijd genomen om te doen waar ik om had gevraagd. [Kennis te nemen van de inhoud van de taxatie en op basis van die inhoud bepalen of geheimhouding noodzakelijk was.]

Dat traject ligt nu achter ons. Nu is het zaak de redenen voor die geheimhouding aan de rechter voor te leggen en haar te vragen of dit volgens de WOB gegronde redenen zijn, of (zoals ik beweer) louter drogredenen. Om maar geen gehoor te hoeven geven aan wat door de WOB wettelijk is bepaald.

Om zodoende te verhinderen dat het bewijs van een leugenachtige bewering van het college kan worden geleverd.

Tot slot wens ik mijn lezers prettige feestdagen, een voorspoedig Nieuw Jaar en welgemeend advies van de Traveling Wilbury’s voor dat nieuwe jaar.

Afwijkingsbesluit.

Het laatste besluitenlijstje van het college bevat een afwijkingsbesluit voor wat betreft de inschakeling van de firma Fakton/BaseValue.

Het bedrijf, dat de exploitatieopzet van Orez als marktconform had getaxeerd en het college had geadviseerd om de inhoud van die taxatie geheim te houden.

In vergelijking met de exploitatieopzet die Droomparken had laten maken was de waarde van de over te dragen grond het honderdvoudige van de waarde, die door de Fakton/BaseValue als marktconform was bestempeld.

Het afwijkingsbesluit luidt, “In te stemmen met opdrachtverlening aan Fakton voor de voortzetting van de financiële advisering binnen het project Enkhuizerzand waarbij afgeweken wordt van het interne inkoopbeleid om meervoudig onderhands aan te besteden boven de € 30.000,-“.

Nadat het eerste advies zo’n doorslaggevend succes geweest was en geleid had tot de verkoop van het recreatieoord voor 1 procent van haar eigenlijke waarde, krijgt hetzelfde bedrijf een geheel nieuwe opdracht die klaarblijkelijk meer dan € 30.000,- moet kosten.

Waardoor er een “afwijkingsbesluit” genomen moet worden om de opdracht onderhands te kunnen aanbesteden. Het verzoek om te mogen afwijken werd gedaan door wethouder Heutink en heeft kennelijk de goedkeuring gekregen van wethouder Luyckx en burgemeester van Zuijlen.

Het gaat hier dus om een vervolgopdracht. Wat de oorspronkelijke opdracht aan Fakton/BaseValue heeft gekost weet ik niet, maar dat kunt u natuurlijk even aan de SP vragen, dat weet u het uit de eerste hand.

In dat verband wijs ik even op hun brief van 17 oktober waarin deze partij het volgende stelt ” Zodra de onderhandelingsfase is afgerond – onze verwachting is dat dit nog dit jaar zal zijn – zullen we aandringen op en instemmen met openbaarmaking.

Aangezien de opdracht tot een vervolgonderzoek pas na 23 november kan zijn verstrekt en het onderzoek meer dan € 30.000,- moet kosten, mogen we er van uitgaan dat het vervolgrapport (anders dan mevrouw Keesman voorspiegelde) omstreeks St Juttemis gereed zal zijn.

Samengevat, om de in het verleden gemaakte fouten te herstellen (inzake de marktconformiteit van de exploitatieopzet) krijgt de firma die de fout maakte (onderhands) de opdracht om voor meer dan € 30.000,- een vervolgopdracht uit te voeren, waarvan niet helemaal duidelijk is was ze inhoud.

Voor nadere uitleg over deze gang van zaken verwijs ik graag naar mevrouw Keesman van de SP of welk ander raadslid dan ook.

Ringeloren.

Ik heb twee verslagen gezien van de hoorzitting op het provinciehuis over de bezwaren van de Enkhuizer raad over de kostenverdeling van het SED. Ze zijn vrijwel identiek.

In beide verslagen wordt de Enkhuizer raad op niet mis te verstane wijze de oren gewassen door de burgemeesters van Drechterland en StedeBroec.

De raad van Enkhuizen liet zich vertegenwoordigen door een advocaat die niet met name werd genoemd en op vrij knullige wijze de opvattingen van de raad mocht verwoorden, terwijl burgemeester van Zuijlen toekeek en zag dat het goed was.

In plaats van er op te wijzen, dat elke inwoner van Enkhuizen gemiddeld € 150,- meer bijdraagt aan de SED organisatie dan de inwoners van StedeBroec en Drechterland, beweerde de advocaat, dat elke gemeente in gelijke mate een beroep deed op de diensten van de SED.

Het bewijs van die bewering zal heel moeilijk te leveren zijn, terwijl het bewijs, dat de inwoners van Enkhuizen jaarlijks € 150,- meer bijdragen dan de overige inwoners van de SED berust op een simpele deelsom.

Wat ik me bij dit alles afvraag is, zijn onze volksvertegenwoordigers werkelijk zo naïef, dat ze niet door hebben, dat ze gepiepeld worden door de uitvoerders van het beleid. De colleges van B&W en hun ambtenaren.

Of hebben ze het wel door, maar kiezen ze er liever voor om goede vriendjes met de uitvoerders te blijven. Dat hebben ze namelijk vaker gedaan.

Bijvoorbeeld bij de verkoop van het REZ. Het feit, dat dit gebied ver beneden de werkelijke waarde is verkocht is natuurlijk een wanprestatie, die thuis hoort in de buitencategorie.

De Enkhuizer gemeenteraad reageert op deze enorme wanprestatie van de uitvoerders, met het geheim verklaren van het bewijs van die wanprestatie.

Deze wanprestatie heeft de Enkhuizer gemeenschap miljoenen gekost en er is (door de uitvoerders) nog geen serieuze poging ondernomen om de opgelopen schade te herstellen.

Het zelfde zal gebeuren met de Enkhuizer bijdrage van de kosten aan het SED. Het zullen opnieuw de uitvoerders (de bureaucraten) zijn, die hun zin weten door te drijven.

Tenzij onze democratisch gekozen vertegenwoordigers er eindelijk eens toe besluiten, om zich niet langer te laten ringeloren.

Dik tevreden.

In 2009 betaalde de gemeente dus € 545.000,- om zeggenschap te krijgen over 6000 m² eigen grond in het recreatieoord. Zeggenschap die drie maanden later al weer ongedaan werd gemaakt, omdat de vrijgemaakte grond weer in erfpacht werd uitgegeven.

het besluit daartoe ging op indirecte wijze. De raad werd namelijk gevraagd om een beeldkwaliteitsplan voor het REZ goed te keuren. Die goedkeuring gold dan tevens als goedkeuring voor het in erfpacht geven van grond waar kort daarvoor de erfpacht van was afgekocht.

Voordeel van deze constructie is, dat je geen raadsvoorstel hoeft te maken met daarin de voorwaarden van de nieuwe overeenkomst. Er is me echter verteld, dat de grond, die nodig was voor de aanleg van het parkeerterrein, op basis van € 30,- m² in erfpacht is uitgeven.

Grond, waar men 3 maanden eerder € 90,- m² had betaald, om de erfpacht te kunnen beëindigen, werd nu op basis van 1/3 van de eerder gemaakte kosten weer in erfpacht uitgegeven.

De te betalen erfpacht voor het gebied was min of meer gelijk gebleven. Het had de gemeente alleen ruim een half miljoen gekost om van erfpachter te kunnen wisselen.

Het belang voor SWL is duidelijk, men kon in de gewenste richting uitbreiden.

Wat het onmiddellijke belang van de gemeente was (er was grote haast geboden volgens de voorzitter van de raad) was minder duidelijk.

Destijds werd er als voordeel aangegeven, dat door een verbeterd vlekkenplan er 1.4 ha extra grond beschikbaar zou komen voor de aanleg van een vakantiepark en dat daarmee, de uitgave van ruim een half miljoen, in feite een investering in een toekomstige opbrengst was.

We weten inmiddels wat daarvan terecht is gekomen. Het hele REZ inclusief het plandeel camping is voor € 335.000,- verkocht.

Leuk is, dat het taxatierapport, anders dan nu het geval is, destijds nog wel deel uitmaakte van het raadsvoorstel. Het lijkt te zijn gemaakt volgens het beginsel “u vraagt, wij draaien”.

De waarde van de afkoopsom van een erfpachtovereenkomst werd niet bepaald door een accountant, maar een vastgoed makelaar, die de waarde van de grond op circa € 90,- m² taxeerde, wat door iedereen als redelijk beoordeeld werd.

De behandeling van het voorstel nam nog geen kwartier in beslag en iedereen was dik tevreden. Naar ik aanneem vanwege de gedegen voorbereiding tijdens de (besloten) Presidiumvergadering

Maar ook omdat, zoal mevrouw de Munnik (VVD) het uitdrukte, “de grond van je buurman nooit twee keer te koop komt”. Waarbij ze even over het hoofd zag, dat de grond (die ze zojuist op aanraden van het college had gekocht) al eigendom was van de gemeente.

Alles goedvinden.

Mijn fascinatie met de gang van zaken rond het REZ dateert eigenlijk al vanaf het moment dat het toenmalige college voorstelde om, voor meer dan een half miljoen, (€ 545.000.-) de grond te kopen waarop het tennispark de Uilenbanen was gesitueerd.

Die aankoop zou, met het oog op een nog aan te leggen vakantiepark, een betere vlekkenplan voor het REZ mogelijk maken.

Ik had maar één probleem met het voorstel. De aan te schaffen grond was al eigendom van de gemeente. Waar voor betaald werd, was de mogelijkheid om op die grond tennisbanen te exploiteren. Een op dat moment verlieslatende activiteit.

Het halve miljoen was nodig om een nog 10 jaar lopende erfpacht overeenkomst af te kopen. De jaarlijkse erfpacht bedroeg (als ik me goed herinner) € 7.700,-per jaar.

De erfpachter had de gemeente de voorafgaande 20 jaar € 150.000,- erfpacht betaald en kreeg (vanwege de voortijdige beëindiging van die overeenkomst) een compensatie van ruim een half miljoen.

Samengevat, het 20 jaar lang in erfpacht uitgeven van circa 6000 m² grond om de exploitatie van een tennispark mogelijk te maken had de gemeente in totaal 4 ton gekost.

Opmerkelijk was ook de manier waarop deze grondtransactie was voorbereid. Niet, zoals gebruikelijk, openbaar in de commissie grondgebied, maar tijdens een besloten bijeenkomst van het presidium op 16 december 2008.

Drie weken later viel het besluit in de raadsvergadering van 6 januari 2009. Het CDA vroeg om uitstel. Men had kennelijk de presidium vergadering in december niet bijgewoond en vanwege het feit, dat Kerstmis en Nieuw Jaar het onmogelijk hadden gemaakt om overleg te plegen met de steunfractie.

Verzoeken om uitstel worden meestal gehonoreerd, maar uitstel was volgens de voorzitter onmogelijk en dus werd het verzoek door een meerderheid van de raad afgewezen.

Opmerkelijk was ook de rol van het tegenwoordige CDA raadslid van Galen. Hij trad destijds op als tussenpersoon voor (naar ik meen) Landal en waarschuwde (als inspreker) de raad dat ze teveel betaalde voor de grond.

Aan zijn waarschuwing werd (als gebruikelijk) geen enkele aandacht besteed. Ze werd zelfs niet eens in de notulen opgenomen.

De huidige raad kent nog vier leden, die herinnering moeten hebben aan wat destijds werd voorgesteld als een aankoop van grond. Te weten Stomp (VVD) Van Marle (toen VVD/D66 maar inmiddels Mega) Van der Werf (CDA) en Van Galen (CDA).

Samenvattend, de beleidsmakers in Enkhuizen besteedden ruim een half miljoen om zeggenschap te krijgen over grond waar de gemeente al eigenaar van was.

Zeggenschap die ze 3 maanden later weer zouden opgeven door de grond in erfpacht uit te geven aan Sprookjeswonderland.

Het bedrag (zo wordt de raad voorgerekend), zal weer worden terugverdiend als de extra grond die is vrijgekomen, zal worden doorverkocht aan de toekomstige exploitant van een vakantiepark.

7 jaar later komen dezelfde beleidsmakers tot de conclusie, dat een verkoopprijs voor het hele gebied (circa 170.000 m²) van € 335.000,- marktconform is.

En de gemeenteraad? Dit zit er bij, kijkt gewichtig en vindt alles goed.

Palermo aan het Krabbersgat.

De officiële startdatum van mijn blog was 1 oktober 2009. Ik was 65 jaar en als je op die leeftijd ergens aan begint, dan is het vieren van een koperen jubileum het hoogst haalbare.

Dat moment valt op 1 april 2022, nog even doorzetten dus, tot die tijd wil ik me nog maar met twee onderwerpen bezighouden. Het misbruik van bevoegdheden van het Enkhuizer college vanwege het verpatsen van het recreatieoord en de aanstaande verkiezingen.

Tegen die tijd denk ik meer dan 3000 beschouwingen te hebben geschreven, die vrijwel allemaal door onze deskundigen in de Breedstraat zijn genegeerd, maar wel het uitganspunt zullen zijn voor een boekje, dat ik ooit nog eens hoop te schrijven.

Met als voorlopige werktitel “Palermo aan het Krabbersgat”. In navolging van “Parlermo aan het Marsdiep”. Het boekje dat Chris Albers schreef over de lokale politiek in zijn geboortestad Den Helder.

Nog minder dan 4 maanden te gaan dus, maar die tijd wil ik wel alleen afleggen, dus zonder gastauteurs Frank van Gangelen en Bob Sikkema.

Ik had gehoopt dat ze wat meer leven in de brouwerij zouden kunnen brenger door onderwerpen ter sprake te brengen, waar ik de kracht niet meer voor kon opbrengen, maar die opzet is mislukt.

Zoals elke poging tot participatie in Enkhuizen gedoemd is om te mislukken, tenzij er voldaan wordt aan de voorwaarden, die door de Enkhuizer politieke en bestuurlijke elite aan deelname worden gesteld.

Drogredenen.

Mijn vorige beschouwing ging over de brief die fractievoorzitter Keesman (SP) de mensen had doen toekomen, die er bij haar op hadden aangedrongen om de taxatie van de exploitatieopzet van Orez BV openbaar te maken.

De gehele brief staat op de SP website en kunt u via deze link lezen.

In de brief somt Keesman wat drogredenen op waarmee ze denkt het besluit tot geheimhouding te kunnen rechtvaardigen. De noodzaak tot geheimhouding is (volgens haar) het gevolg van de bestaande aanbestedingsregelgeving.

Waarbij ze gemakshalve “vergeet”, dat die verplichting vervalt nadat het werk is aanbesteed. Ten minste, voor wie de aanbesteding heeft gewonnen.

Hier ging het om een onderhandse aanbesteding. De opvatting dat niemand, dus ook de gemeenteraad niet, zou mogen weten onder welke voorwaarden werk (in de orde van grote van 100 miljoen) onderhands werd gegund (jaren nadat het werk was gegund) is een flagrante onwaarheid.

Om van een leugen mogen te spreken moet je er zeker van zijn, dat Keesman de aanbestedingsregels ook daadwerkelijk begrijpt. Helaas wekt ze die indruk niet en in dat geval kun je alleen spreken van onwaarheden en niet van leugens.

Toch slikken alle raadsfracties tot op de dag van vandaag deze voorstelling van zaken.

Tekenend is het kader waarin Keesman deze brief plaatst. Ik citeer haar letterlijk.

U kunt het er mee eens zijn. U kunt het hier ook niet mee eens zijn. Wanneer de rapporten openbaar zijn kunt u ons bevragen en ter verantwoording roepen. Maar ik wil hier ook graag de oproep plaatsen, bel, mail of zoek raadsleden op. Dan krijgt u de informatie uit de eerste hand. Wij vertegenwoordigen u. 

Dus, om informatie uit de eerste hand te krijgen moet je contact opnemen met raadsleden, die (op aanraden van het college) gezamenlijk hebben besloten om zichzelf een zwijgplicht op te leggen.

Op basis van een aantal (door het college geformuleerde en vervolgens door de raad overgenomen) drogredenen

De tragische werkelijkheid is natuurlijk, dat de raad tot 28 juni van dit jaar geen flauw benul had van wat er (in financieel opzicht) met Orez was afgesproken en dat ze zich (tot op dat moment) door het college steeds weer met een kluitje in het riet had laten sturen.

Zodat pas vanaf 28 juni 2021 kon worden vastgesteld, dat de met Orez gesloten Anterieure Overeenkomst (dank zij de taxatie) € 2,65 miljoen nadeliger uitviel dan het (onvoorwaardelijke uitgebrachte) openingsbod van Orez bv.

Dat € 30 miljoen verschil zit in de waarde die de gemeente voor marktconform hield en de waarde die Droomparken had berekend.

En hoe reageert de gemeenteraad op deze twee onweerlegbare feiten? Ze maakt elke discussie onmogelijk door die feiten geheim te verklaren. Maar zelfs in dat opzicht faalt men.

De € 2,65 miljoen lagere opbrengst valt te herleiden uit reeds openbaar gemaakte documenten. Het zelfde geldt voor het verschil in grondwaarde van € 30 miljoen. Je moet alleen even de betreffende documenten bestuderen.

Maar dat zal voor de meeste raadsleden wel te veel moeite zijn.

%d bloggers liken dit: