Kindeke Jesus

In de aanloop naar Kerstmis besluit een pater (belast met catechisatie op een lager school) af te wijken van zijn gebruikelijke lesprogramma en zijn klas te vermaken met het opgeven van raadsels.

Het is roodbruin, heeft een krulstaart, leeft in een bos en eet graag nootjes. Wie wordt daarmee bedoeld, vraagt hij de klas.

Jantje antwoordt, “mijn verstand zegt me, dat het hier om een eekhoorn gaat, maar het juiste antwoord zal ongetwijfeld wel weer het Kindeke Jesus zijn.”


=================================================

De gemeenteraad van Enkhuizen lijkt op een klas met gehoorzame catechisanten, waarin het ontbreek aan een persoonlijkheid als de hierboven genoemde “Jantje”.

Iemand met voldoende benul om te beseffen, dat er door een eerder college een wanprestatie is geleverd.

Door te beweren, dat het door de firma BaseValue ingeleverde taxatierapport het bewijs bevatte, dat de exploitatieopzet van het plan “Vesting” van Orez bv marktconform was.

Dat die wanprestatie de Enkhuizer catechisanten nooit is opgevallen, is een direct gevolg van het feit, dat Enkhuizer raadsleden zich gewoonlijk niet om feiten bekommeren, maar hun besluiten hoofdzakelijk nemen op basis van meningen.

Met als rechtstreeks gevolg, dat tot 28 juni van dit jaar, de voltallige raad geen flauw benul had, onder welke voorwaarden de gemeente het recreatieoord had verkocht aan Orez bv.

Pas vanaf die vrij recente datum heeft het college aan de raad documenten ter inzage gegeven, waaruit geconcludeerd kon worden, onder welke voorwaarde het college het gebied had verkocht aan de oorspronkelijke eigenaren van Orez bv.

Of de Enkhuizer catechisanten gebruik hebben gemaakt van de mogelijkheid om kennis te nemen van relevante feiten is echter twijfelachtig.

Men baseert zich immers gewoontegetrouw liever op de meningen van anderen die men vertrouwd (zoals het college), dan dat men zich daadwerkelijk verdiept in de feiten.

Omdat men nu eenmaal, in veel gevallen, niet capabel genoeg is om de betekenis van feiten te doorgronden.

In ieder geval wijst niets er op, dat de gemeenteraad kennis heeft genomen van de inhoud van de beschikbaar gestelde documenten.

Zoals de exploitatieopzet, die de nieuwe eigenaar van Orez bv (Droomparken) heeft laten maken van het oorspronkelijk plan “Vesting”.

De vergelijking tussen de (in opdracht van Droomparken) berekende exploitatie en de door Orez berekende (en door de gemeente goedgekeurde) exploitatie van het plan vesting leert, dat er een exploitatieverschil is van ruim € 30 miljoen in het voordeel van de door Droomparken berekende exploitatieopzet.

Het verschil is verder, dat Droomparken haar exploitatieberekening openbaar heeft gemaakt en de gemeente de berekening (die ze heeft goedgekeurd) geheim houdt.

Net als de taxatie van die berekening, die geacht werd het bewijs te vormen, dat de € 30 miljoen lagere uitkomst, volkomen marktconform was.

Simpel gezegd, onder het voorwendsel, dat de bedongen prijs marktconform was, is het project REZ aan de oorspronkelijke eigenaren van Orez bv verkocht voor € 30 miljoen minder, dan de waarde die de nieuwe eigenaar van Orez bv (Droomparken) heeft laten berekenen door de gerenommeerde firma Cushman & Wakefield.

Je zou deze gang van zaken natuurlijk kunnen toeschrijven aan de ongelofelijke stupiditeit van het toenmalige college, dat onder leiding stond van de SP. Ware het niet, dat er ook ook aanwijzingen zijn, die maken, dat de mogelijkheid van opzet niet kan worden uitgesloten.

Maar in plaats van op zoek te gaan naar wat er werkelijk heeft plaatsgevonden, besluiten de catechisanten die de gemeenteraad vormen, om het verstand op nul te zetten en zich niet buiten de (door het college afgebakende) paden te wagen.

Men verklaart (op aandringen van het huidige college) het bewijs van de door het eerdere college geleverde wanprestatie geheim.

Door dit optreden maken zowel de raad en als het college zichzelf medeplichtig aan een wanprestatie, die door een eerder college werd geleverd.

Waarom men dat doet is me een raadsel. Mogelijk een misplaatst gevoel van solidariteit met eerdere bestuurders. Mogelijk een kwestie van eigen belang, omdat het volstrekt duidelijk is, dat de Enkhuizer gemeenteraad haar functie van toezichthouder niet serieus wenst te nemen.

Een gegeven, waar dit (en alle voorgaande) colleges altijd dankbaar gebruik van hebben gemaakt.

Dus blijft men volharden in de bewering, dat het taxatierapport van BaseValue het bewijs vormt van een marktconforme exploitatieopzet en probeert men (tegelijkertijd) het bewijs van het tegendeel onmogelijk te maken, door het document in kwestie (voor onbepaalde tijd) geheim te verklaren.

Die zelf gekozen medeplichtigheid van de raad (aan een door anderen geleverde wanprestatie) maakt het uiteraard onmogelijk om haar oordeel, over het al dan niet ontvankelijk zijn van mijn bezwaar tegen hun besluit, nog serieus te nemen.

Dat neemt niet weg, dat ik nu al uitkijk naar het moment (op 6 januari), dat ene mevrouw Van Houten mij, namens de gemeenteraad, gaat uitleggen hoe de vork in de steel zit en waarom de raad zich gedwongen voelt om mijn bezwaar (tegen hun besluit) niet ontvankelijk te verklaren, omdat ik (in hun ogen) geen belang heb bij dat besluit.

Onwettig en incompetent.

In het vorige bericht stelde ik vast, dat het college de grond (die gebruikt had moeten worden om een “kwaliteitszone” in te richten) voor iets meer dan één euro/m2 verkocht had aan een projectontwikkelaar, zodat die aldaar een camping kon realiseren.

Het verkopen van grond is een bevoegdheid van het college. Die bevoegdheid kent maar één beperking. Die is vastgelegd in de gemeentewet in artikel 169.4. Dat artikel zegt het volgende.

Het college geeft de raad vooraf inlichtingen over de uitoefening van haar bevoegdheid [het verkopen van grond] indien de raad daarom verzoekt of indien de uitoefening ingrijpende gevolgen kan hebben voor de gemeente.

In het laatste geval neemt het college geen besluit, dan nadat de raad in de gelegenheid is gesteld zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het college te brengen. [Onderstreping en cursivering door mij gedaan]

Mocht het college geen rekening willen houden met de wensen en bedenkingen van de raad, (iets waartoe ze gerechtigd is, omdat ze nu eenmaal bevoegd is) dan zou de raad in staat zijn geweest om het vertrouwen in het college op te zeggen.

Waardoor de raad langs die weg de verkoop zou hebben kunnen verhinderen.

Een en ander volgens het principe, dat in een democratie, de afgevaardigden van de bevolking altijd het laatste woord hebben.

Was te voorzien, dat de uitoefening van de collegebevoegdheid (tot verkopen van de grond) voor de gemeente ingrijpende gevolgen zou kunnen hebben?

Ik meen van wel, de grond was nodig om de door de provincie voorgeschreven “kwaliteitszone” mee in te richten. Verkoop van de grond zou dat alleen maar bemoeilijken. Kortom, de raad had (volgens de gemeentewet) in de gelegenheid moeten worden gesteld om over deze verkoop een oordeel uit te spreken.

Dat is niet gebeurd en daarmee kan gesteld worden, dat de verkoop van grond niet overeenkomstig de wet heeft plaatsgevonden. Maar niet alleen dat, ook het tijdstip waarop de grond werd verkocht mag op zijn minst uiterst onverstandig worden genoemd.

In het najaar van 2019 gaat de gemeente de overeenkomt met Orez aan waarin ze zich verplicht grond te leveren voor de bouw van 200 recreatiewoningen en het inrichten van 200 kampeerplaatsen, zonder te weten of ze in staat zal zijn deze verplichting na te komen.

Men verkocht als het ware de huid voor dat de beer geschoten was. Inmiddels is gebleken, dat de provincie 200 woningen op die plek te hoog gegrepen vindt en wil men gehoor geven aan de provinciale eis tot het instellen van een voor ieder toegankelijke kwaliteitszone, dan is ook de realisatie van een camping met 200 kampeerplekken een onmogelijkheid.

Ik heb hier in het verleden meermalen voor gewaarschuwd, maar het college is doof en blind voor de opvattingen van anderen en voor de gemeenteraad bestaat het houden van toezicht alleen uit het gedachteloos napraten van het college.

Deze combinatie kan er alleen maar toe leiden, dat er extra zal moeten worden bezuinigd om de kosten (als gevolg van de onwettig en incompetent gedrag van college en raad) te compenseren.

El pueblo unido.

Ik ben een kind van de jaren 60 uit de vorige eeuw, dus het begrip buitenparlementair klinkt me niet vreemd in de oren.

Ook toen waren we niet tevreden over hen die beweerden ons te vertegenwoordigen en bestreden we hun regentenmentaliteit met buitenparlementaire acties.

Als de Enkhuizer gemeenteraad (na de verkiezingen in 2018) met algemene stemmen besluit om de oppositie af te schaffen, schrijf ik op dit blog, dat een democratie zonder oppositie niet langer een echte democratie is.

Maar een kopie van wat ze in de volksrepubliek China voor een democratie houden.

Een door autocraten en ambtenaren bestuurde staat, waarbij harlekijnen de illusie van een democratie in het leven moeten houden. Misschien is dat de weg voorwaarts en heeft de raad van Enkhuizen gelijk, maar ik geef, zolang het nog kan, de voorkeur aan een echte democratie.

En dus probeerde ik de afgelopen tijd (met behulp van mijn blog) toch nog de illusie van een Enkhuizer democratie in stand te houden. Door het voeren van buitenparlementaire oppositie.

Daarmee ben ik (op één uitzondering na) vanaf 1 oktober mee opgehouden. Die ene uitzondering is de herindeling van het REZ en daarin neem ik een positie in die door ogenschijnlijk niemand wordt gedeeld.

Namelijk, dat dit waardevolle deel van het Enkhuizer grondgebied op schaamteloze wijze door college en raad is verkwanseld.

Daarmee bedoel ik, dat grond met een verkoopwaarde van 20 miljoen voor minder dan één miljoen verkocht is aan een bedrijfje zonder personeel en met een eigen vermogen van € 201,-.

Zodat dit bedrijfje haar aankoop, ongetwijfeld met een vette miljoenenwinst, weer kon doorverkopen aan een “echte” ontwikkelaar. Droomparken.

De miljoenen die we zijn misgelopen door onze verkoop aan Orez bv, komen we straks weer tekort als we het parkeerprobleem willen oplossen.

Wat gebeurd is zal allemaal wel mogen (al ben ik daar niet zo zeker van) en het valt ook niet meer terug te draaien. Maar dat neemt niet weg, dat ik vind, dat degenen die daar gedachteloos aan hebben mee gewerkt (de gemeenteraad) daar (in het openbaar) best verantwoording over zouden mogen afleggen.

In een echte democratie berust de macht bij het volk en niet bij de harlekijnen die zich voordoen als vertegenwoordigers van het volk.

Maar dan moet “het volk” natuurlijk wel zijn stem laten horen en op die manier van haar macht gebruik maken. Onze politieke partijen durven het (al geruime tijd) niet meer om bijeenkomsten te organiseren, waarin ze hun standpunten aan de bevolking voorleggen.

Zijn we in Enkhuizen inmiddels dan zo onmondig geworden, dat we zelf ook niet meer in staat zijn een bijeenkomst te organiseren waarin we onze wensen naar voren brengen en onze harlekijnen ter verantwoording roepen over hun financiële wanbeleid? (Na het SMC volgde de Drommedaris en ook daar hebben ze niets van geleerd, getuige het REZ.)

Over zo’n bijeenkomst morgen meer. Ondertussen een filmpje uit een tijd dat de slimme telefoon nog niet bestond en men zich nog druk maakte over andere dingen dan Zwarte Piet.

%d bloggers liken dit: