Als viel te verwachten werd het voorstel tot renovatie van het sportpark Immerhorn door vrijwel alle partijen met gejuich binnengehaald. Alleen D66 en PvdA hadden nog wat vragen.
Hoe werd een en ander gefinancierd vroeg men zich af. Een antwoord daarop kwam er niet, maar men maar de gemeente beschikt nog over voldoende reserves waaruit het benodigde bedrag kan worden opgedoken. Geen reden tot ongerustheid dus.
Van Marle (D66) stelde ook een vraag over het onderhoud en vroeg zich af of men ook dit niet beter kon overdragen aan de verenigingen.
Wethouder Olierook stelde, dat de gemeente jaarlijks € 410.000,- aan onderhoud uitgaf en dat de verenigingen daar nogal van waren geschrokken.
Die € 410.000,- laat zich verdelen in twee componenten. Een deel bestaat uit de kosten voor onderhoud zelf, dat naar ik aanneem gedaan wordt door particuliere marktpartijen. Het andere deel uit de kosten voor de gemeentelijke inmenging om een en ander te organiseren.
Alleen op dat laatste deel kun je aanzienlijk besparen lijkt me, maar alleen dan, als je de ambtenaar (die nu wordt ingezet voor de organisatie van dat onderhoud) kunt inzetten voor andere werkzaamheden. Lukt dat niet dan is de besparing nihil.
De tragiek voor elke gemeente ambtenaar is, dat wat hij ook doet, zijn werkzaamheden worden belast met de met enorme overheadkosten die elke gemeentelijk organisatie kenmerkt. Voor Enkhuizen was dat ongeveer 110%. Wat het percentage is voor de SED organisatie is weet ik niet.
En daarmee kom je als vanzelf bij de volgende vraag, hoe is het onderhoud van sportvelden geregeld bij de andere SED gemeenten en wat zijn de afspraken die zij hebben met sportverenigingen voor wat betreft het onderhoud van hun locaties.
Alleen al binnen de gemeente Drechterland bevinden zich 6 voetbalverenigingen. Voor sommigen zal het geen probleem zijn het eigen onderhoud te organiseren, voor anderen zal het een helse taak worden.
Kortom, de vraag of je het onderhoud van sportvelden moet onderbrengen bij de verenigingen die er gebruik van maken laat zich makkelijk stellen, maar laat zich niet een, twee, drie te beantwoorden.
De SED organisatie is, net als de veiligheidsregio Noord-Holland een gemeenschappelijke regeling. De praktijk leert dat die al snel hun eigen leven gaan leiden en dat de kostenbeheersing ervan een moeizaam proces is, waarop raadsleden nog maar weinig invloed kunnen uitoefenen.
Waar het uiteindelijk op neerkomt is dat je als lokale partij (D66) wel een balletje kunt opgooien over het onderhoud, maar dat het de interne dynamiek van de SED organisatie uiteindelijk bepaald, waar het naar toe zal rollen.