In mijn herinnering begon oud raadslid Arno Noorman er over tijdens de discussie over het krediet voor de introductie van LEAN-management. Dat was een uitgave van € 350.000, – , maar dat was helemaal niet erg, want dat bedrag was (een jaar na introductie) door structurele bezuinigingen weer verdiend.
Het zelfde gold voor bezuinigingen als gevolg van het opheffen van de buitendienst.
Vaak naar gevraagd door oud raadslid Bokhove, maar nooit aangetoond. En dan komt het college (in de nieuwste programmabegroting) met het voorstel om het stadskantoor voor € 300.000,- te verbouwen.
Helemaal niet erg laat gemeente-secretaris Reus het NHD optekenen, want dankzij deze verbouwen worden nieuwe werkwijzen mogelijk waarmee jaarlijks € 600.000,- worden bespaard.
Allemaal uitgaven aan de ambtelijke organisatie waarvan voorspelt wordt dat ze besparingen zullen opleveren, zonder dat er in een later stadium kan worden aangetoond dat dit ook daadwerkelijk het geval is.
LEAN-management werd betaald vanuit de reserve en die is niet gegroeid, maar alleen maar afgenomen.
Arno Noorman vroeg destijds om een set parameters aan de hand waarvan je de gemaakte vorderingen zou kunnen afmeten. Zoiets kun je wel aan het college vragen, maar als je die vraag niet blijft herhalen, dan gebeurt er nooit wat.
Het college heeft er namelijk geen enkel belang bij dat de raad inzicht krijgt in wat ik “de ambtelijke keuken” zou willen noemen. Liever werkt men met zogenaamde benchmarks waaruit verder weinig valt af te leiden.
We mogen weten hoeveel inwoners Enkhuizen telt en hoeveel daarvan het financieel moeilijk hebben. Hoe groot het oppervlak van de gemeente is en hoeveel daarvan water is.
Maar waar het tot dusver steeds ontbreekt is concrete getallen over de bedrijfsvoering. Anders gezegd, hoe groot is de ambtelijk organisatie.
Niet alleen maar aantallen en ook verdeelt naar functieniveau en loonsom. Zonder die gegevens kan er naar hartenlust blijven worden gegoocheld met extra uitgaven voor de organisatie en de extra besparingen die dat zullen opleveren.
Het is een onthutsend idee dat de raad voortdurend kredieten beschikbaar stelt voor verbetering van de bedrijfsvoering, maar verder geen enkel idee heeft wat die verbeteringen uiteindelijk hebben opgeleverd. Maar dat is, vrees ik, toch de feitelijke stand van zaken.