
Het was wel even uithijgen na de begrotingsvergadering gisteravond. Het duurde tot na twaalven voordat er eindelijk gestemd kon worden en daarbij was een handreiking van de oppositie noodzakelijk.
Door ziekte was raadslid Visser afwezig. Daarmee was ook de 1 stem meerderheid van de coalitie niet meer vanzelfsprekend en bestond het gevaar dat de stemmen zouden staken. Met als gevolg dat op latere datum een nieuwe vergadering moest worden belegd in de hoop en verwachting dat de heer Visser dan wel aanwezig zou zijn.
Gegeven die situatie besloot de oppositie dat één lid (Koning) zich terug zou trekken, zodat de krachtsverhoudingen weer op gebruikelijk niveau waren, d.w.z. de coalitie beschikte over 1 stem meer dan de oppositie.
Ook een beetje eigen belang van de oppositie natuurlijk, want wie heeft er zin in nog een extra vergadering na de uitputtingsslag van gisteravond.
Maar tegelijkertijd is het natuurlijk ook een miskenning van de onafhankelijkheid van het ontbrekende raadslid. Bij installatie verklaard die nadrukkelijk zonder last of ruggenspraak zijn werk te zullen doen, maar in de praktijk gaat men er van uit dat elk raadslid zich schikt naar de marsorders die er door de coalitie worden uitgevaardigd.
Als gevolg van het terugtrekken van Koning werden meeste oppositie voorstellen dan ook met één stem meerderheid verworpen.
Tegelijkertijd weet ik niet of dat ook het geval zou zijn geweest als Visser wel aanwezig zou zijn geweest.

De meeste oppositievoorstellen waren nogal technisch (en procedureel) van aard en ik ben er dan ook niet helemaal zeker van dat Visser in alle omstandigheden de door de coalitie partners uitgezette lijnen zou hebben gevolgd.
Ook al omdat die voorstellen geen schokkende gevolgen voor het gemeentelijk beleid zouden hebben gehad. Zo had ik graag zijn mening gehoord over het instellen van een schuldplafond voor de gemeente.
De coalitie was daar op tegen, maar eigenlijk alleen maar omdat de portefeuillehouder (Wijnne) tegen was en die was tegen, omdat hij vond dat de raad zichzelf beperkingen oplegde, zonder dat hij kon aangeven waar die beperkingen uit bestonden.
En dat was meteen ook het meest pijnlijke onderdeel van de vergadering. De aanwezigheid van Wijnne in het college heeft geen enkele toegevoegde waarde, anders dan dat Kooiman (CU/SGP) zich verplicht voelt de college standpunten te ondersteunen. Ook al heeft hij geen flauw benul waar die op zijn gebaseerd. Aan de loyaliteit van Kooiman hoeft in dat opzicht niet getwijfeld worden, dus dat zal nog wel 4 jaar duren.
Maar voor wat betreft een inhoudelijke behandeling is de gang van zaken tenenkrommend.