Sportkantine

Boven Baas
Boven Baas

In het NHD laat burgemeester Baas weten dat in regionaal overleg is besloten dat sportkantines een uur na afloop van de laatste wedstrijd dienen te worden gesloten. Na douchen en aankleden heb je dus nog een half uurtje voor een gezellige nazit. Een gemeenteambtenaar zal er in 2009 op toezien dat deze maatregel zal worden nageleefd.

Dit alles in het kader van de bestrijding van het drankgebruik door jeugdigen.

Helaas komt ik alleen maar in voetbalkantines op zaterdagochtenden (als mijn kleindochter speelt) en heb ik dus geen weet van de bachanalen die zich later op de dag afspelen. (Tijdens wedstrijden van de jeugd wordt er geen drank geschonken in de kantine.)

Wel weet ik, dat het personeel in kantines gewoonlijk bestaat uit vrijwillers en of die jeugdleden aanzetten tot overmatig drankgebruik wens ik te betwijfelen. Ook waag ik te betwijfelen dat zij liederlijk gedrag van volwassenenen wensen te tolereren.

Kortom, ik vraag me af of het probleem wel zo groot is als burgemeester Baas en zijn regionale vrienden doen voorkomen.

Waar hij natuurlijk wel gelijk in heeft is, dat er iets mis is als verenigingen zich alleen staande kunnen houden met behulp van inkomsten uit de kantine. Het zou mooi zijn, als hij daarbij eerst de hand in eigen boezem zou steken. Sportvelden zouden in mijn ogen beschouwd mogen worden als onderdeel van de normale infrastructuur van een gemeente en daarom niet verhuurd hoeven worden aan de verenigingen die ze gebruiken.

Als kantine-inkomsten niet meer gebruikt hoeven te worden om gemeentelijke aanslagen te betalen, kunnen de prijzen omlaag en krijgen kantines daardoor een toegevoegde waarde als sociaal trefpunt.

Verenigen zijn in dit land democratisch geleide organisaties. De besturen ervan lijken me heel wel in staat om, mochten zich excessen op het gebied van drankgebruik voordoen, daar tegen op te treden.

Op zijn eigen feestje in de Westerkerk (Stadsvisie 2030) was drank vrijelijk beschikbaar en gratis bovendien. Waarschijnlijk omdat het functioneel was. Een lichte vorm van beneveldheid maakte het voor de aanwezigen immers wat eenvoudiger te geloven, dat hetgeen  er gepresenteerd werd ook van enige waarde was.

Daarom vrees ik dat hier een maatschappelijk probleem aan de orde wordt gesteld, dat in werkelijkheid niet bestaat, maar wel een mooie gelegenheid biedt om “daadkracht” te demonstreren.

Om te verhullen dat men geen oplossing weet voor de echte maatschappelijke problemen. Volgens de hier al vaker geciteerde professor Laurence J. Peter, een duidelijke indicatie dat men zijn niveau van incompetentie heeft bereikt.

De Stadsvisie 2030 als Laterale Arabesk.

Dit bericht laat zich beter begrijpen als men eerst het voorgaande bericht heeft gelezen.

Enkhuizen Naief
Enkhuizen Naief

De provinciale overheid meent, dat willen gemeenten in de toekomst aan de op hun rustende verplichtingen kunnen voldoen, schaalvergroting een absolute noodzaak is.

Als een fusie tussen gemeenten niet op basis van vrijwilligheid tot stand komt, dan bestaat de mogelijkheid dat zij onder dwang tot stand wordt gebracht.

Enkhuizen is er tot nu toe niet in geslaagd een fusie op basis van vrijwilligheid tot stand te brengen.

Met  andere woorden, tot op heden heeft zij haar gebrek aan competentie op dat gebied afdoende  gedemonstreerd.

In plaats daarvan legt zij nu aan de bevolking een stadsvisie voor, die zich uitstrekt over de komende 20 jaar.

In het kader van die stadsvisie worden een drietal scenario’s voorgelegd waaruit wij een keuze mogen maken.

Daarmee wordt de suggestie gewekt, dat het gemeentebestuur in staat zou zijn ontwikkelingen in de toekomst te sturen en dat daarbij de mening van de bevolking er iets toe doet. Niets is minder waar.

Feitelijk wordt dit ook door gemeente onderkent. In de stadsvisiekrant, die huis aan huis is verspreid, staat dat er uiteindelijk een composiet scenario zal worden vastgesteld, dat aan de Raad zal worden voorgelegd en met haar zal worden besproken.

Met andere woorden, stem wat U wilt, maar wij bepalen uiteindelijk toch wel wat wij nuttig en zinvol vinden.

Waar het op neer zal komen is “van alles een beetje” hetgeen ik in een eerder bericht al heb voorspeld.

De volksraadpleging is dan ook niet meer dan een wassen neus.

Zelfs al stemt de bevolking massaal voor Enkhuizen BV, dan nog wil dat niet zeggen dat een groot aantal hoog opgeleide medewerkers (werkzaam op het nog te realiseren international vliegveld in Lelystad) zich in grote aantallen in Enkhuizen zouden willen vestigen.

Zelfs als zouden zij het willen, dan ontbreekt het de gemeente Enkhuizen aan grondgebied om ze te vestigen. Grondgebied waar de buurgemeenten wel over beschikken, maar dan moeten we wel eerst even fuseren willen we daar over kunnen beschikken. Helaas ontbreekt daarvoor het scenario

Boven Baas
Boven Baas

Evenmin brengt een stem voor “Bruisende Havenstad” de IJselmeervisserij weer tot leven.

Ook het visoen van drijvend restaurants en disco’s en lommerrijke wooneilanden lijkt me weinig realistisch, uitgaande van de bestaande milieu eisen.

Of het plan Veerman, waarin het waterpeil in het IJselmeer met anderhalve meter zal worden verhoogd, maar waarover niets te lezen valt in de visiekrant. Ik weet het, het is een recent plan, maar als we nog geen drie maanden vooruit kunnen denken, wat pretenderen we dan wel niet als we een toelomstvisie voor over 20 jaar presenteren..

En wat te denken van het scenario “Enkhuizen Monumentenstad”. Aantrekkelijk voor ouderen en met een het kenniscentrum voor ambachtslieden die zich met restauratiewerkzaamheden bezighouden.

Het omvangrijkste restauratiewerk (het Zuiderzeemuseum) ligt achter ons en daaruit heeft zich geen aannemer ontwikkeld die grote restauratie werkzaamheden ter hand kan nemen.

Wat als een kenniscentrum op dat gebied zou kunnen worden aangemerkt (Hendrik de Keyser) bevindt zich nog steeds in Amsterdam en zal daar, naar men mag aannemen, ook wel blijven.

Kortom, al die scenario’s waaruit we mogen kiezen bestaan voornamelijk uit de luchtfietserij van een (duurbetaalde) “futureconsultant”, die uit de losse pols wat fantasieën heeft losgelaten op ons ons stadsbestuur. Die heeft er een keurig krantje van gemaakt en op 9 december mogen we daar over praten. Voor diegenen die nog in Sinterklaas geloven zal het ongetwijfeld een heerlijk avondje worden.

De kwellende vraag is natuurlijk, wat heeft het college en de raad bezield om met dit soort onzin de boer op te gaan en daar 200.000 euro aan te besteden. Waarom wordt dat geld niet besteed aan het oplossen van bestaande problemen.

Ik vrees, dat ik op die vraag nooit antwoord zal krijgen.

De Laterale Arabesk.

In zijn onvolprezen boekje “The Peter Principle” beschrijft professor Laurence J. Peter een tweetal lapmiddelen waarmee de gevolgen van incompetentie kunnen worden beperkt.

Eén daarvan is de creatie van een Laterale Arabesk.

Laurence J Peter
Laurence J Peter

Arabesk heeft hier de betekenis van nutteloze versiering.

De bedoeling is een incompetente manager (met behoud van titel en salaris) over te plaatsen naar een volstrekt nutteloze afdeling binnen de organisatie. Dat heeft twee voordelen.

Ten eerste doet zijn incompetentie niet langer ter zake. De zaken waar hij zich mee bezig mag houden zijn immers volstrekt nutteloos.

Ten tweede maakt hij de weg vrij voor iemand die mogelijk wel competent is, zodat de organisatie weer naar behoren kan functioneren.

Wat voor individuen geldt, kan echter ook op hele organisaties van toepassing zijn.

Wanneer bij herhaling blijkt, dat een organisatie niet in staat is de werkzaamheden uit te voeren die zij geacht wordt uit te voeren, dan bedenkt men domweg nieuwe werkzaamheden, die geen ander doel hebben dan de  organisatie in stand te houden.

Het resultaat van die werkzaamheden is verder van geen enkel belang.

Dit verschijnsel doet zich voornamelijk voor bij overheidsinstellingen. Deze instellingen produceren jaar in, jaar uit rapporten, beleidsstudies en de resultaten van onderzoek, waar verder niemand (buiten die organisatie) enige aandacht aan besteed of gevolgen aan verbind.

De algemene rekenkamer heeft onlangs gerapporteerd dat het in 80% van de gevallen onmogelijk is om de doelmatigheid vast te stellen van het door de overheid gevoerde beleid.

De term “laterale arabesk” is helaas nauwelijks doorgedrongen in het nederlandse spraakgebruik.

Bekender zijn uitdrukkingen als “burgemeester van het afgebrande dorp” of “staatssecretaris van het departement van lege dozen”. Zij komen allen op hetzelfde neer. Men vervult een nutteloze functie.

Ella en het Peterprincipe

Ella
Ella

Begin jaren 70tig kocht ik een uiterst leerzaam boekje, “The Peter Principle“.

Daarin verklaart de organisatiedeskundige Laurence J. Peter, waarom vrijwel alle organisatie zo slecht werken.

Zijn stelling is, dat “In a hierarchy every employee tends to rise to his level of incompetence.”

Vrij vertaald “In een hiërarchie stijgt elke werknemer tot zijn niveau van incompetentie.”

Vrijwel iedereen die een grote organisatie werkt {of heeft gewerkt} kan de juistheid van deze stelling onderschrijven en illustreren met voorbeelden van mensen (op elk niveau) die volstrekt incapabel zijn het werk te verrichten, dat zij geacht worden te doen.

Ongedaan maken van de laatste promotie is voor de meesten geen bespreekbare optie, zodat vrijwel elke organisatie (op elk niveau) opgezadeld zit met incompetente werknemers die daar in veel gevallen zelf doodongelukkig onder zijn.

Het eigenlijke werk binnen zo’n organisatie wordt gedaan door de werknemers die nog wel capabel zijn, maar er naar snakken om gepromoveerd te worden naar een functie waarin zij dat niet meer zijn.

Vroeger, toen vrouwen nog nauwelijks promotie maakten , was incompetentie vrijwel uitsluitend een vakgebied van mannen. De voortschrijdende emancipatie heeft het echter nu ook voor vrouwen mogelijk gemaakt om hun niveau van incompetentie te bereikten.

Voorloper op dit gebied is de PVDA. henny

Deze partij heeft, vanuit de sympatieke maar verder onjuiste gedachte, bepaald, dat de helft van hun vertegenwoordigers uit vrouwen dient te bestaan. Het idee is een voortbrengsel van de vrouwelijke logica.

Zoals bekend een vorm van logica die alleen door vrouwen kan worden begrepen.

Aangezien het aantal vrouwelijke leden aanzienlijk minder is dan het aantal mannelijke leden, bestaan er binnen de PvdA voor vrouwen uitstekende mogelijkheden tot promotie en daarmee ook een meer dan gemiddelde kans om hun niveau van incompetentie te bereiken.

In navolging van grote voorgangsters als Henny D’Ancona en Tineke Netelenbos is Ella Vogelaar daar nu ook in geslaagd.

Tinneke als capabele voorzitter van een museumstichting
Tinneke

Aanstormend talent in deze categorie is de ex-stadsdeelraadvoorzitster van Amsterdam Zuid-Oost, (vroeger de Bijlmer) Hannah Belliot die haar zinnen heeft gezet op het (PvdA) lijstrekkerschap voor de europese parlementsverkiezingen.

Al met al vind ik het een zorgelijke ontwikkeling.

Vrouwelijke incompetentie vormt een ondermijning van het natuurlijke gezag waar de meeste vrouwen over beschikken en ons van jongs af aan wordt ingeprent met drie magische woorden. “Moeders weten alles”.

%d bloggers liken dit: