Je kon er natuurlijk vergif op innemen. Zolang ik nog een gezellige oude brombeer was die oppositie in haar kritiek op het college op tal van (niet alle) punten bijviel, werd ik in sommige kringen nog wel aardig gevonden.
Maar nu het oude college op punt staat vervangen te worden door een nieuw college is mijn kritiek plotseling minder welkom. Men heeft het kennelijk niet goed begrepen.
Mijn kritiek gold de manier waarop er van de macht gebruik werd gemaakt en daarbij maakt het me niet uit welke politieke partijen er aan de knoppen draaien.
Onder macht versta ik het deelnemen aan een regering of college. Vanuit die positie ben je in staat een heel ambtelijk apparaat aan te sturen. Dat is heel wat anders dan de macht waarover lokale raadsleden als Langbroek en Quasten kunnen beschikken.
Die kunnen hooguit getuigen van hun persoonlijke opvattingen, die zonder twijfel de instemming van hun kiezers hebben, maar hun macht blijft natuurlijk wel beperkt. Voor wat dat betreft zullen ze het moeten hebben van de spaarzame momenten dat ze nodig zijn voor het vormen van een coalitie.
Dat ze daarbij zullen proberen hun huid zo duur mogelijk verkopen begrijp ik, maar deelname aan dat onderdeel van het politiek bedrijf heeft ook zijn prijs en dat is een prijs die paljassen niet wensen te betalen.
In het NRC van gisteren stelt Sywert van Lienden zichzelf de vraag of Nederland nog wel een Democratie is.
Kritische vragen die ik (en velen met mij) zich ook stellen. Met als gebruikelijke reactie van alle politici, stem op ons en het komt in orde.
Maar ondanks al ons gestem komt er niets in orde. De politieke elite hervormt, moderniseert en reorganiseert dat het een lieve lust is, maar dat geldt natuurlijk nooit voor henzelf. Daar moet alles bij het oude blijven.
Vriendjespolitiek en fraude, het komt overal voor. Maar als het al wordt ontdekt, dan wordt het meestal toegedekt. Want de onderlinge belangen zijn zo verweven, dat je zoiets maar beter binnenskamers kunt oplossen. Niet goed voor het imago van de bedrijfstak.
In het bedrijfsleven is het niet gebruikelijk dat je de accountant lid maakt van de directie. Daar komen meestal ongelukken van, maar in de politiek is kijkt men daar niet van op. Controle (in de vorm van verkiezingen) eens in de vier jaar is meer dan voldoende.
Waar de landelijke politiek nog enigszins onder de loep ligt van de journalistiek, is dat voor de lokale politiek niet mogelijk. Men brengt verslag uit over hetgeen men aan nieuws krijgt aangereikt, maar veel meer kan men niet doen.
Dus als we een betere controle willen hebben op de handel en wandel van onze politici, dan ze zullen we het zelf moeten regelen.
En dan worden de paljassen misschien wel de nieuwe geuzen.