Het door Droomparken georganiseerde participatietraject is inmiddels afgerond. Wat volgt is een rapportage die aan de gemeente zal worden aangeboden.
Ik heb de organisatoren mijn nabeschouwing toegestuurd. Het wachten lijkt me nu op wat de gemeente bij de provincie weet te bereiken voor wat betreft de “aanwijzing.” Ik ga er van uit, dat als ze wordt ingetrokken, de gewijzigde plannen aan een bezwaarprocedure zullen worden onderworpen.
Hieronder mijn nabeschouwing.
Wetende welke bezwaren er zijn ingebracht tegen de realisatie van het recreatiepark had ik voor mijzelf een tweetal uitgangspunten geformuleerd voor mijn deelname aan het participatieproces.
- Ten eerste mocht het recreatiepark geen bedreiging inhouden voor de toekomstige bedrijfsvoering van het ZZM.
- Ten tweede zie ik, op de lange termijn, een parkeervoorziening voor het ZZM op het recreatieoord van een existentieel belang voor het museum.
Daar geen rekening mee houden, zoals in de contractonderhandelingen tussen gemeente en Orez is gebeurd, kan (naar mijn mening) alleen maar tot verdere vertraging en frustratie leiden.
Beide voorwaarden maken dat een recreatiepark (met een omvang zoals die is overeengekomen tussen gemeente en Orez bv) wat mij betreft ongewenst is. Ik heb in dat verband een vergelijking gemaakt tussen Bloemenbuurt en Snouck van Loosenpark in Enkhuizen..
In de Bloemenbuurt ligt de nadruk bij het ontwerp op het realiseren van zoveel mogelijk woningen op de beschikbare hoeveelheid grond. Voor het Snouck van Loosenpark gold als uitgangspunt, het realiseren van een kwalitatief hoogwaardige woonomgeving.
Het is van tweeën één. Ofwel Droomparken gaat (uit economische overwegingen) voor zoveel mogelijk woningen in het gebied, ofwel men gaat voor minder woningen, met als resultaat een kwalitatief hoogwaardige (recreatieve) woonomgeving.
Naar mijn overtuiging “verdient” Enkhuizen het laatste, ook al zal de plaatselijke middenstand (en Droomparken) daar (uit economische overwegingen) anders over denken.
Uit de toelichting begrijp ik, dat door het nieuwe traject van de Kooizandweg het aantal dwarsparkeermogelijkheden langs die weg zal worden ingeperkt. (Eikenlaantje). Niet verstandig gezien de parkeerbehoefte voor SWL op topdagen. Die is het viervoudige van wat tot dusver door RHO is berekend in de mobiliteitsnota.
Tot slot de indeling en opwaardering van de openbare ruimte op basis van het Sinterklaasprincipe. Dat wil zeggen allemaal leuke suggesties mogen doen zonder rekening te hoeven houden met de kosten en het beschikbare budget van Sinterklaas, of in dit geval Droomparken.
Had wat mij betreft achterwege kunnen blijven zolang gemeente en Droomparken zwijgen over het budget dat is uitgetrokken voor het realiseren en inrichten van die openbare voorzieningen.
Dat alles neemt niet weg dat ik met plezier heb deelgenomen aan het participatieproces en mijn waardering wens uit te spreken voor de doortastende wijze waarop het werd georganiseerd.