Naast de drie vragen die ik in mijn vorige column besprak stelde ik ook nog een drietal andere vragen. De belangrijkste vraag (en het antwoord er op) staat hier onder.
Vraag: Nu we toch bezig zijn, is het college bekend met het feit, dat aan de voet van de omringdijk een vrij toegankelijke kwaliteitszone in stand dient te worden gehouden volgens de Provinciaal Ruimtelijke Verordening en op grond waarvan en door wie is daar ontheffing van verleend?
Antwoord: Deze vraag gaat over de inhoud van de provinciale ruimtelijke verordening (PRV). Voor inhoudelijke vragen over de PRV kan informatie worden ingewonnen bij de Provincie.
We kunnen (om te beginnen) vaststellen dat de vraag niet wordt beantwoord. Het college laat in het midden of ze bekend was met wat er in de Provinciale Ruimtelijke Verordening was geregeld.
Op zich begrijpelijk. Antwoord je met “ja” dan is de volgende vraag, wat heb je (als gemeente) allemaal gedaan om de daaruit voortvloeiende verplichtingen na te komen.
Zeg je “nee” dan bestaat het risico dat je in een later stadium als een leugenaar wordt ontmaskerd. Evenmin een vrolijk vooruitzicht. De keuze ligt dus voor de hand. Je beantwoordt de vraag niet.
Vervolgens kies je een drogreden om het niet beantwoorden van de vraag te rechtvaardigen.
Het is een drogreden, omdat een wethouder nu eenmaal de verantwoordelijke bestuurder is voor wat betreft het uitvoeren van de (in de PRV vastgelegde) voorschriften.
Een verantwoording die hij niet zomaar kan afschuiven op de provincie.
Mijn vraag betrof niet de inhoud van de regeling. Die was bekend en meer dan duidelijk. Mijn vraag betrof de naleving (door het lokale bestuur) van wat er in de regeling werd voorgeschreven en waarvoor (door het lokale bestuur) ogenschijnlijk een ontheffing was verleend.
Het afschuiven van verantwoordelijkheden is voor tal van politici een populair tijdverdrijf, maar wat in dit geval er alleen maar toe zal leiden, dat ik een poging doe om van de provincie antwoord te krijgen op de volgende vraag.
“Is het instandhouden van een kwaliteitszone aan de voet van de Westfriese Omringdijk een vrijblijvend verzoek van de provincie aan de gemeenten of gaat het hier om een voorschrift, waarvan alleen na overleg met (en toestemming van) de provincie kan worden afgeweken?”
Ondertussen vind ik de manier van optreden van college, de weigering om vragen te beantwoorden of om uitleg te geven op het gebied van de procedurele en financiële gang van zaken een ondermijning van de lokale democratie.
Het is treurig om vast te stellen, dat de toezichthouder (de gemeenteraad) zich met handen en voeten gebonden heeft aan deze werkwijze van het college, maar kennelijk is dat de prijs, die betaald moet worden voor het raadsbrede akkoord.