Uitkramen.

Mijn vorige bericht ging over van 8 van de 9 fractievoorzitters. Wie er ontbrak was fractievoorzitter Keesman van de SP. In een ander krantenbericht beantwoordt ze de vraag die in de kop van dat bericht staat. “Wie spreekt de wethouders namens de raad aan.”

Ik vind het een vreemde vraag, omdat hij de veronderstelling in zich draagt, dat als gevolg van het raadsbrede akkoord, het niet langer duidelijk is wie de wethouder (namens de raad) zou mogen aanspreken.

Het lijkt me, dat wie namens de raad wil spreken even informeert bij zijn collega’s of hij dat ook namens hen mag doen.

Probleem opgelost.

Maar de meeste fractievoorzitters doen nu eenmaal niet graag afstand van hun recht tot spreken. Al was het maar om te kunnen zeggen, dat ze het volledig eens zijn met wat de voorgaande sprekers hebben gezegd.

Keesman vervolgt met “Als het onze eigen wethouder was, had ik hem al lang aan de oren getrokken”. Nu had ik begrepen, dat het raadsbrede akkoord er toe diende om een eind te maken aan het verschil tussen de “eigen” en “vreemde” wethouders.

Dat blijkt dus niet zo te zijn. Er is dus nog steeds sprake van “vreemde” wethouders, die je niet zomaar aan de oren kunt trekken.

Overigens valt dat aan de oren trekken in de praktijk nogal mee. Zo herinner ik me dat wethouder Olierook (SP) de raad om een extra krediet vroeg, om daarmee de aanleg van zwaarder elektra-netwerk in de Drommedaris te kunnen betalen. De aanvraag bedroeg € 100.000,-.

Bij bestudering van de offerte bleek, dat de helft van de becijferde kosten (€ 50.000,-) niet van toepassing waren, omdat de aanleg niet ná oplevering had plaatsgevonden, maar er voor. Waardoor de helft van de geraamde kosten waren komen te vervallen.

Van de resterende helft (€ 50.000,-) bleek ook weer de helft bedoeld voor de kosten van  de inrichting van het gebouw. Terwijl er een overeenkomst bestond tussen de gemeente en het stichtingsbestuur, dat de laatste de kosten van inrichting voor zijn rekening zou nemen.

De bereidheid van de gemeente om die kosten te dragen kwam neer op de toekenning van een extra subsidie voor de stichting, zonder dat er een verzoek daartoe aan de raad (ter beoordeling) was voorgelegd.

Een krediet vragen van € 100.000,- om een kostenpost van € 25.000,- te kunnen betalen riekt niet alleen naar misleiding, maar is een doelbewuste poging daartoe. Er staat me niets van bij dat Keesman destijds (wegens misleiding) haar “eigen” wethouder aan de oren heeft getrokken.

Hoewel een poging tot misleiden van de raad mij nieuws lijkt, heeft het nooit de kolommen van het NHD gehaald. Zoals het me ook opvalt, dat de krant ook nooit een realiteitscheck toepast op wat onze lokale politici beweren, maar gedienstig alles noteert en publiceert wat er wordt uitgekraamd.

Hardop denken

Marcel_Olierook
Column’s

Wat ik met mijn blog nu al meer dan 8 jaar doe, is hardop denken over de lokale politiek. Tot aan 1-1-2018 als partijloos burger, vanaf die datum als partijlid van Nieuw Enkhuizen.

Er zijn mensen die vinden dat ik als partijlid niet langer hardop mag denken, maar dat ik me me moet vereenzelvigen met wat onze politieke leiders denken of zeggen.

Dat mag in de Chinese Volksrepubliek zo zijn, ik ben een andere mening toegedaan.

Ik denk dat het openbaar bespreken van zaken leidt tot  beter inzicht.  Het kost me geen moeite om te erkennen dat sommige zaken wellicht beter in besloten kring kunnen worden besproken, maar de neiging van veel politici om bijna alles achter gesloten deuren te willen bespreken leidt volgens mij niet tot betere politieke besluitvorming.

Ik ben niet de enige die hardop denkt over de plaatselijke politiek.

Sinds enige tijd denkt oud-wethouder en partij-hotemetoot Olierook ook hardop door middel van columns op de website van de SP.

Vooral zijn opvatting over de SED problematiek vond ik opvallend. Waar anderen, waaronder de SP afdeling, de problemen dachten te kunnen oplossen door het aannemen van extra leidinggevend personeel, bepleitte Olierook een totaal andere aanpak.

Namelijk, ontslag van een aanzienlijk deel van de reeds aanwezige leidinggevenden, waarbij hij de indruk wekte dat dit (persoonlijke) standpunt tevens inzet van de verkiezingen zou worden voor de SP. Daarvan is echter niets gebleken.

Het is daarom goed om te beseffen dat wat columnisten denken en opschrijven niet noodzakelijkerwijs het standpunt van de partij is waar ze lid van zijn.

Dat onderscheid is wat moeilijker te maken bij de derde lokale hardop denker, Hans Langbroek. Die denkt niet alleen graag hardop via twitter, maar is ook politiek leider van zijn partij. Wanneer zijn persoonlijke opvatting plaatsmaakt voor een partijstandpunt is niet altijd even duidelijk.

Zo dacht Langbroek via twitter dit hardop.

Langbroek heeft deze persoonlijke opvatting inmiddels uitgewerkt tot een formeel partijstandpunt dat hij via zijn partijwebsite en Facebook naar buiten heeft gebracht.

Wat hij precies bedoeld met een raadsbreed akkoord en hoe hij dat wil bewerkstelligen is me niet duidelijk, maar daar zal 29 maart (wanneer de nieuw gekozen raad voor het eerst bijeen is) ongetwijfeld meer over bekend worden.

In de krant

olierook 2
snoeverij

Vandaag (30 januari 2018) een leuk berichtje van sterverslaggever Cees Beemster in de Enkhuizer Krant.

Onder de kop “SP verzet zich tegen extra managers in de SED organisatie” beschrijft Beemster wat ik 6 dagen eerder in mijn column “Geen gezeik, iedereen rijk” heb beschreven.

De opvallende gelijkluidendheid in beide berichten heeft ook een reden. We gebruiken dezelfde bron. Een door Olierook geschreven column, geplaatst op de website van de SP.

In de papieren versie van de krant valt dat niet zo op. In de internet versie staat er (net als in mijn column) een link naar het betreffende artikel.

Het grappige is nu dat de SP het betreffende artikel, met zijn opzienbarende conclusies, als de bliksem van haar site verwijderd heeft, toen men zich realiseerde dat de Enkhuizer Krant er aandacht aan zou besteden.

Het bericht stond namelijk bol van de gebruikelijke snoeverij van Olierook, die zijn eigen dubieuze opvattingen als partijstandpunt verkondigt.

De SP heeft echter (tijdens de behandeling in de gemeenteraad op 16 december 2017) helemaal niet verkondigd dat het teveel aan managers bij de SED organisatie moest worden ontslagen.

Net als de andere tegenstemmers had men problemen met het feit dat financiering van de gehele looptijd van het project in één keer werd geregeld.

Liever zag men deelfinanciering waarbij er jaarlijks zou worden beoordeeld of de getroffen maatregelen wel de juiste waren. Op zichzelf een verstandig standpunt. Maar niet hetzelfde als het standpunt dat Olierook verkondigde.

Namelijk dat het teveel aan leidinggevenden moest worden ontslagen en dat dit noodzakelijk was wilde Enkhuizen sociaal gezond worden, terwijl  de lasten voor de burger niet zouden worden verhoogd en de voorzieningen zouden worden uitgebreid.

Met name die combinatie, het ontslag van leidinggevenden in de SED organisatie, in ruil voor een socialer Enkhuizen met uitgebreider voorzieningen zonder extra kosten vond ik dusdanig opmerkelijk, dat ik er een column over schreef en de inhoud van deze loze beloften associeerde met die van een eerdere tegenpartij.

Die (zo neem ik aan) Cees Beemster nooit bewust heeft meegemaakt, omdat hij daarvoor te jong is.

Enfin, twee berichten die tot dezelfde conclusie komen op basis van dezelfde bron. Een door Olierook geschreven column op de website van de SP. De door Olierook getrokken conclusies deden de waarheid echter dusdanig geweld aan, dat de SP zich kennelijk gedwongen voelde om de column van haar site te verwijderen.

Dat op zichzelf is winst. De persoonscultuur binnen de SP zorgde er in het verleden voor dat men geen kwaad wilde horen van de eigen voorlieden hoe extreem hun opvattingen ook mochten zijn. Het Dromdossier is daarvan een treffend voorbeeld.

Blijft de vraag waarom Beemster er 6 dagen langer over deed, voordat hij zich realiseerde welke nieuwswaarde de column van Olierook bevatte? De oorzaak ligt volgens mij in het feit dat bij de reguliere  pers de nadruk ligt op het doen van verslag, terwijl de interpretatie van het nieuws op de tweede plaats komt. Op mijn blog hanteer ik een tegenovergestelde maatstaf.

Voor mij is hetgeen er door hoogwaardigheidsbekleders (zoals Olierook) wordt beweerd geen nieuws, in de zin dat ik daar (zoals de krant) verslag van zou moeten doen.  Het wordt in mijn ogen pas nieuws als die hoogwaardigheidsbekleder iets beweert, dat in strijd is met hetgeen hij daarvoor beweerde.

En zo hebben we ieder onze eigen taak. De krant concentreert zich op het doen van verslag en ik vergelijk de inhoud van dat verslag met andere (en eerdere) verslagen.

Eerloos

Marcel_Olierook
Didn’t suffer fools gladly

Olierook was een wethouder die (zoals de Engelsen zeggen) “didn’t suffer fools gladly”. Hij was ontegenzeggelijk bekwaam en betrokken bij zijn onderwerpen, maar kon slecht tegen kritiek en dat was zijn politieke achilleshiel.

Op 13 juni 2016 vroeg ik mij in mijn column van die dag af of Hoogmoed opnieuw ten val zou komen. Ik zag toen al een overeenkomst tussen de gedragingen van Olierook en Boland. Beide bekwame wethouders die de verleiding niet konden weerstaan om hun hand te overspelen.

Boland wilde koste wat koste de verbouwing van de Drommedaris realiseren en had daarvoor veel meer geld uitgegeven dan hem door de raad was verstrekt. Olierook wilde koste wat koste de motie Delleman uitvoeren.

Boland was er mee weggekomen als Noorman  (financieel deskundige van CU/SGP) niet in de raad had gezeten. Boland kon net zo lang praten dat alles, wat aanvankelijk krom was, uiteindelijk recht leek. Alleen op financieel gebied was Noorman, die bovendien over de beslissende stem beschikte, zijn meerdere.

De oplossing die toen werd gevonden en waarmee een zekere motie van wantrouwen werd voorkomen was een door Stomp (VVD) aangedragen noodgreep om de steun aan zijn eigen college (maar niet het vertrouwen) op te zeggen. Waarmee de voorwaarde was geschapen voor het toenmalige college om “de eer aan zichzelf te houden” en op te stappen.

Waarna ze met vlag en wimpel konden worden uitgezwaaid. Die eervolle oplossing heeft de Enkhuizer belastingbetaler weliswaar een paar ton aan wachtgeld gekost, maar wie het breed heeft, kan het ook breed laten hangen.

Ik heb de raad destijds verweten, dat ze Boland toen niet ter verantwoording hebben geroepen. Ik heb daarover ooit nog eens een telefoongesprek met Noorman gevoerd waarin hij erkende, dat het inderdaad niet verstandig was geweest om de kwestie op zijn beloop te laten en in de doofpot te stoppen.

En dat is het probleem met de Enkhuizer raad. Men weet op elke slak zout te leggen en vangt elkaar regelmatig vliegen af, maar als het om werkelijk belangrijke zaken gaat, zoals haar budgetrecht of haar recht op volledige en juiste informatie, dan kijkt men de andere kant op en wordt er water bij de wijn gedaan.

In haar vlammende betoog tijdens de raadsvergadering afgelopen dinsdag verwijt Keesman dat de fracties zich niet aan de democratische spelregels hebben gehouden. Ik geef haar daarin gelijk, maar het heeft geen zin anderen verwijten te maken als je jezelf ook niet aan de spelregels houdt.

Toen VVD/D66 zich in 2013 niet aan de spelregels hielden en hun steun aan hun eigen college introkken heb ik daar bezwaar tegen gemaakt, maar de SP niet gehoord. Euforisch als men was over de mogelijkheid eindelijk zelf een wethouder te kunnen benoemen.

Toen diezelfde wethouder in 2016 “bewees” dat hij democratische controle op gemaakte afspraken onmogelijk had gemaakt door het niet laten uitmaken van documenten, heb ik de SP ook niet gehoord.

Wat heeft het verder nog voor zin om vertegenwoordigers te kiezen met de opdracht om (namens ons) de bestuurders te controleren, als je tegelijkertijd toestaat, dat bestuurders die controle onmogelijk maken?

Het recht op democratische controle is een van de belangrijkste fundamenten van een democratische samenleving. Onze vertegenwoordigers verkwanselen dat in ruil voor een gezellig en onbezorgd samenzijn. Het valt ze zelf niet eens op, dat ze het verkwanselen.

madZoals het ook die andere pijler van de democratie “de vrije onafhankelijke pers” het niet opvalt. Onmiddellijk bereid om elke oprisping van onze autoriteiten te noteren en te verspreiden, maar als de bijl wordt gelegd aan onze democratische normen en waarden door diezelfde autoriteiten, geeft men niet thuis.

Dat de overheid valse informatie verstrekt aan degenen die haar moeten controleren mag in Zimbabwe geen nieuws zijn, maar in democratische landen komt men daar gewoonlijk niet mee weg. Zelfs niet als de verspreider van die valse informatie president is van het machtigste land ter wereld.

Onweerlegbaar feit is, dat het college gemeend heeft de raad te moeten “informeren” met behulp van offertes die bezijden de waarheid zijn. Zowel de autoriteiten als de “vrije” pers proberen krampachtig dit feit te verzwijgen

Net als Boland heeft Olierook “de eer aan zichzelf gehouden”, want dat is het enige wat er telt in Enkhuizen. Maling aan de spelregels, als de eer van de autoriteiten maar niet wordt aangetast. Om het even of het leden van het college of om leden van de raad gaat.

Maar wie zich niet aan de spelregels houdt, handelt eerloos en dat is een status die steeds nadrukkelijker aan het gemeentebestuur van Enkhuizen begint te kleven.

VVDD.

janboel2In de krant van gisteren maakt raadslid Pieter Heijkamp (CU/SGP) zich druk over de verstoorde verhouding tussen college en raad. Met name omdat volgens hem wethouder Olierook niet de kans heeft gekregen zich te verdedigen.

Dat is natuurlijk niet helemaal waar, Olierook koos er zelf voor zich niet te verdedigen. Hij stapte op voordat de motie van wantrouwen was aangenomen. In zijn opvatting is politiek een spel, waarbij hij er kennelijk van uitgaat dat hij het alleenrecht heeft om “vals” te mogen spelen. Dat is lange tijd (ook vanwege de kritiekloze steun van Pieter en zijn coalitiegenoten) goed gegaan. Totdat een meerderheid van de raad besloot om zelf ook maar eens “vals” te spelen en op dubieuze gronden liet weten het vertrouwen in de wethouder te hebben verloren.

De voorganger van Olierook, Boland had ook vals gespeeld in het Dromdossier (door het budgetrecht van de raad te negeren) maar die had de tegenwoordigheid van geest om tijdig zelf op te stappen. Daarbij overigens geholpen door VVD raadslid Stomp, die op merkwaardige gronden zijn steun introk voor de toenmalige coalitie.

Dezelfde Stomp die overal rondbazuint dat hij precies weet hoe de vork in steel zit, maar voor wie het belang van de stichting kennelijk zwaarder weegt dan het belang van de gemeente.

Ik ben het met Pieter eens dat het “vals” spelen van de raad geen pluim verdient, maar aan de andere kant, je kunt natuurlijk maandenlang doen of je neus bloedt en dat er voor wat betreft de afwikkeling van het Dromdossier niets aan de hand is, maar je bent bijzonder naïef als je nog steeds denkt, (wat Pieter kennelijk doet) dat Olierook op dat punt de raad niet heeft misleid.

De raad zou zich misschien eens druk moeten maken over het feit dat vanwege haar struisvogelgedrag nauwelijks nog serieus wordt genomen. Afgelopen week las ik in de krant dat het ZZM haar convenant met de gemeente heeft opgezegd.

Het plan voor vakantiewoningen (in haar bestaande vorm) zal via de rechter worden aangevochten. Als dat plan (onder druk van een rechterlijke uitspraak) aangepast zal moeten worden dan is de kans groot dat ook het hele proces over gedaan moet worden.

In plaats van de schuld daarvoor bij anderen te leggen (in dit geval het ZZM) zou ze er goed aan doen de schuld eens bij zichzelf te zoeken. Hetzelfde geldt voor de procedure die ik voer naar aanleiding van mijn Wob verzoek.

Daarin verdedigt het college het standpunt dat het volstrekt normaal is, dat haar ambtenaren afspraken maken die financiële gevolgen voor de gemeente met zich meebrengen, zonder dat die afspraken formeel worden vastgelegd ten behoeve van de politiek verantwoordelijke wethouder. Een zichzelf respecterende raad zou (op grond van dat feit alleen) de verantwoordelijke wethouder ten minste hebben berispt om herhaling te voorkomen.

De Enkhuizer raad doet niets. Men zit er bij en kijkt er naar. Door het niet vastleggen van dit soort afspraken valt de mogelijkheid tot corruptie niet meer uit te sluiten. Immers, er ontstaat een mogelijkheid dat de ambtenaar in kwestie het op een akkoordje gegooid heeft met de aannemer.

Op basis van een ondeugdelijke “offerte” wordt er geprobeerd de raad er toe te verleiden een krediet van € 100.000,- ter beschikking te stellen. Als dat mislukt, wordt er een tweede poging gedaan voor een bedrag van € 60.000,- en als dat ook mislukt verleent de betrokken ambtenaar hand en spandiensten voor een derde poging.

Voor de goede orde, ik ga er niet van uit dat de vordering van de aannemer het resultaat is van een onderonsje tussen aannemer en ambtenaar waar beiden een voordeeltje aan ontlenen. (Als jij mijn vordering goedkeurt en door de raad loodst, zit er voor jou ook wat aan), maar het valt wegens het ontbreken van gespreksverslagen niet uit te sluiten.

Voorlopig ga ik er nog steeds van uit dat die gespreksverslagen er wel zijn. Maar dan doemt er een nieuw probleem op. In dat geval heeft de gemeente onrechtmatig gehandeld door mij niet de documenten ter inzage te geven waar ik, krachtens de wet, recht op heb.

De primair verantwoordelijke voor de toepassing van de wet is de burgemeester. Die heeft persoonlijk mij er van proberen te overtuigen dat die documenten er niet zijn, dus als ze er naar het oordeel van de rechter wel zouden moeten zijn, dan ontstaat er een bijzonder pijnlijke situatie. De burgemeester mag dan aan de raad uitleggen waarom hij de wet niet heeft uitgevoerd.

Al met al een kleffe bestuurscultuur, waarin men krampachtig probeert om de schandalen (waardoor ze geteisterd wordt) binnenskamers te houden en toe te dekken. Om daar verandering in te brengen is het aanstellen van een zakencollege niet de oplossing, maar is een herstel van vertrouwen tussen kiezers en gekozenen van groter belang.

Niet door middel van klasje voor aspirant raadsleden zoals B&W voorstelt, maar door het oprichten van een vereniging VVDD. Vrienden Van De Democratie. Een vereniging die met behulp van openbare vergaderingen onze volksvertegenwoordigers dwingt om verantwoording af te leggen over het beleid dat ze voeren.  Over wat zo’n vereniging zou kunnen doen een volgende keer.

Belazeren.

Marcel_Olierook
Tegen de lamp

In de krant van vandaag gaat Margreet Keesman lekker los over het onrecht dat wethouder Olierook is aangedaan. Voor een deel heeft ze gelijk.

De aanleiding voor de motie van wantrouwen die afgelopen dinsdag werd ingediend is nogal gezocht. Maar dat is een deel van het verhaal.

Het hele verhaal is dat die motie 8 maanden geleden al had moeten worden ingediend. Toen “bewees” Olierook namelijk, dat hij niet in staat was om leiding te geven aan dat deel van de organisatie dat afspraken had gemaakt met de aannemer over de verzwaring van het elektranetwerk in de Drommedaris.

Dat “bewijs” bestond uit het feit dat er (naar zijn zeggen) geen gespreksverslag was gemaakt van die bijeenkomst met de aannemer over die verzwaring en we het moesten doen met een soort van interpretatie achteraf.

Een interpretatie die van alle kanten rammelde en waaraan ik op dit blog uitgebreid aandacht heb besteed. Uiteraard heeft (op een enkele uitzondering na) geen raadslid daar aandacht aan besteed. Want alles wat er gezegd of geschreven wordt buiten de kaasstolp waaronder ze zich maandelijks terugtrekken heeft hun belangstelling niet.

Met als uiteindelijk resultaat, dat ik (op mijn beurt) geen waarde meer hecht aan hetgeen ze elkaar onder die kaasstolp proberen wijs te maken. En dus heb ik mijn conclusie aan de bestuursrechter voorgelegd, met het verzoek daar een oordeel over uit te spreken.

Want ofwel men probeert elkaar vliegen af te vangen, of men praat alles goed. Tijd voor het oordeel van iemand die nu eens geen belang heeft bij de uitkomst en daarmee misschien een kleine bijdrage kan leveren aan de tamelijk verziekte bestuurscultuur in Enkhuizen.

Enerzijds een coalitie die alles goedpraat wat de eigen wethouders uitspoken. Anderzijds een oppositie die niet in staat blijkt tot het formuleren van een helder standpunt over wat er misgaat, om vervolgens (vanuit de onderbuik) toe te slaan met een motie van wantrouwen.

Tijdens de raadsvergadering van 5 juli 2016 bestookte Keesman haar collega raadsleden Langbroek en Quasten met de vraag of zij over enige aanwijzing beschikten dat Olierook een leugenaar was. Beiden ontweken een rechtstreeks antwoord, maar ik heb daar wat minder moeite mee. Olierook loog toen hij beweerde dat de kosten van verzwaring een bedrag van € 100.000,- omvatte.

Het bewijs voor die leugen leverde hij zelf toen hij een jaar later verklaarde dat de kosten € 20.000,- waren. De offerte die hij (als bewijs) aan de raad ter inzage gaf was een fake. Hij wist dat zelf ook. Het bewijs daarvoor zit hem in de documentatie die mij in het kader van mijn WOB verzoek ter inzage werd gegeven. Daarin ontbreekt elke notitie of een verslag met behulp waarvan je kunt verklaren hoe je van een oorspronkelijke kostprijs van € 100.000,- uit kunt komen op een kostprijs van € 20.000,-.

De simpele werkelijkheid is dat Olierook geen zin had om meerkosten (als gevolg van vertraging) voor zijn rekening te nemen, maar de schuld daarvoor in de schoenen van de stichting wilde schuiven. En om die reden met de aannemer afsprak de kosten van verzwaring en (meerkosten als gevolg van vertraging) bij elkaar op te tellen, met als “bewijs” een frauduleuze offerte voor de “verzwaring”.

krokodilIk wil niets af doen van de kwaliteiten die Olierook heeft gedemonstreerd op het gebied van het sociale domein, maar wat mij betreft houdt het op als je de raad (en indirect dus ons allemaal) probeert te belazeren. Dan mag je, wat mij betreft, vertrekken. Dat de raad daar wat soepeler over denkt (als het ze uitkomst doen ze vrolijk mee aan dat belazeren) maakt het niet anders.

Dus Keesman huilt krokodillentranen.

Vorig jaar stelde ik voor om Olierook een reprimande te geven voor het feit dat hij de raad onjuist informeerde en hem het geld te geven waar hij om vroeg. Maar als je er voor kiest te volharden in je leugens, dan moet je niet verrast opkijken als je uiteindelijk toch tegen de lamp loopt.

Vermoedens.

olierook 2
Geen faktuur

Goed, Olierook beweert dus dat hij niet beschikt over een factuur van Hillen & Roosen en 8 van de 10 fracties in de Enkhuizer raad hechten daar geloof aan.

Wat was de voorgeschiedenis?

Januari 2016 vraagt Hillen & Roosen of hij nu eindelijk zijn vordering kan indienen. De gemeente vraagt om geduld. Er moet eerst nog met de stichting worden gesproken.

Maar 11 mei 2016 is het dan eindelijk zover. Er is een bespreking op het stadhuis waarbij  wordt afgesproken dat Hillen & Roosen genoegen zal nemen met € 60.000,-.

Wat gebeurt er dan? Verstuurt de aannemer de volgende dag zijn vordering naar de gemeente? Nee. Stuurt hij hem in juni? Nee. In juli wellicht? Ook niet.

Althans er bevindt zich geen factuur in het dossier. Is dat ergens een bewijs van? Als er geen factuur is, dan moet dat het gevolg zijn van een afspraak tussen gemeente en aannemer.

De wet eist dat een factuur een waarheidsgetrouwe weergave is van geleverde goederen en diensten. In dit geval zou de factuur melding moeten maken van een verrekening van de meerkosten als gevolg van vertragingen.

Zou het niet zo kunnen zijn, dat de wethouder wel over een factuur beschikt, maar hem niet wil laten zien? Omdat daardoor feiten aan het licht zouden komen, die in strijd waren met zijn eerdere beweringen? Waarmee duidelijk zou zijn geworden dat hij de raad onjuist had voorgelicht? En dat is een politieke doodzonde, die gewoonlijk leidt tot het opzeggen van het vertrouwen.

Wat zich (mogelijk per vergissing) wel in het dossier bevond was een offerte die een week later was uitgemaakt dan de offerte die wel deel uitmaakte van de raadsstukken.

Ze verschilde op één punt met de eerdere offerte. De post afbreken en opbouwen van het meubilair was vervallen en daardoor was ze € 15.000,- lager dan de eerdere offerte en in plaats van de titel “na inhuizing” had ze de aanduiding “opdracht”.

De bedoeling daarvan is duidelijk. Als Hillen & Roosen (onder het voorwendsel van kosten van verzwaring) een “opdracht” zou krijgen met een waarde van € 85.000,- dan zouden de claims voor meerkosten (als gevolg van vertraging) komen te vervallen. Die kosten als gevolg van vertragingen waren begroot op € 65.000,-.

Aangezien de wethouder strak en stijf volhield dat hij geen opdracht had gegeven, lag het voor de hand dat hij een document met het opschrift “opdracht” buiten de raadsstukken hield.

En als je één relevant stuk niet aan de raadsstukken toevoegt, dan is het een kleine stap een tweede (de factuur) ook niet toe te voegen.

Het blijft hoe dan ook raadselachtig, dat terwijl de aannemer in januari aandringt op het mogen versturen van zijn vordering en nadat hij overeenstemming heeft bereikt over de hoogte van die vordering, hij die vervolgens niet uitbrengt.

Waarschijnlijker is dat de factuur is verstuurd, maar dat de wethouder hem om politieke redenen niet aan de raad wilde tonen.

——————————

Enfin, er zijn dus onderhandelingen geweest en partijen zijn het er over eens geworden dat de gemeente de aannemer € 60.000,- verschuldigd is. Veiligheidshalve heeft de gemeente geen verslag van die besprekingen gemaakt, want je weet maar nooit. Voor dat je het weet wil iemand precies weten wat er is besproken.

Nu is € 60.000,- serieus geld, waar iemand serieus werk voor heeft geleverd. Volgens de gemeente heb je daar een verzwaring voor aangelegd. Ik denk daar anders over.

Je hebt niet alleen een verzwaring aangelegd, maar je hebt daarmee ook de meerkosten (als gevolg van vertragingen) verrekend.

Maar wat de reden voor die betaling ook mag zijn, je bent met de gemeente een betaling overeengekomen. Het raadsvoorstel toont aan dat de gemeente (inmiddels voor de tweede keer) heeft afgesproken dat ze de aannemer het afgesproken bedrag zal betalen. Dat doet ze niet zomaar, daar heeft ze een jaar over nagedacht.

Alhoewel, men heeft weliswaar met de aannemer afgesproken dat hij zal worden betaald, maar de raad mag er ook voor kiezen hem niet te betalen. Omdat een aantal fracties nogal last hebben van een verstandelijke beperking, maken ze van die keuzevrijheid gebruik.

Aan het einde van de rit en onder de deskundige leiding van de voorzitter haalt geen enkel voorstel een meerderheid en is (in theorie) betaling van de aannemer onmogelijk..

Wat is daarop de reactie van de aannemer? Komt er rook uit zijn oren, omdat zijn afspraak met de gemeente niet wordt nagekomen?

Geenszins. Hij vindt het jammer en zal een jurist raadplegen. Dat doet hij 7 maanden later nog steeds, zonder enig resultaat.

Burgemeester Baas meldt tijdens de nieuwjaarsreceptie vol trots dat de gemeente in geen enkele procedure is betrokken. Dat is niet helemaal waar, hij is de architect vergeten, maar dat hij ook de aannemer is vergeten lijkt me niet erg waarschijnlijk. De boodschap is dus, de aannemer is geen procedure begonnen om betaling af te dwingen.

Wat de 8 fracties over de gang van zaken denken weet ik niet. Ze maken ons zelden deelgenoot van hun denkproces, voor zover daar al sprake van is. Feit is, dat na juli 2016 geen enkele fractie ook maar iets gepubliceerd heeft over haar standpunt.

Dat is opmerkelijk, maar verklaart tegelijkertijd ook waarom die fracties zoveel begrip op kunnen brengen voor het optreden van de gemeente. Zelf leggen ze nooit iets vast en dan ben je al snel geneigd te denken dat de gemeente het ook niet doet.

De gemeente maakt een afspraak en komt hem vervolgens niet na. Dat is in de politiek niet ongebruikelijk. In het zakenleven is men wat strenger in de leer. Gewoonlijk geldt daar ‘afspraak is afspraak’.

Ik kan niet anders concluderen dan dat aannemers (in de ogen van raadsleden) enorme sukkels zijn die zich makkelijk de kaas van het brood laten eten. Dat is niet mijn ervaring, maar ik ben ook geen raadslid.

Ik vermoed dat aannemers denken, “ik heb mijn werk gedaan, de noodzakelijkheid wordt niet door de gemeente betwist, er zijn tot tweemaal toe afspraken gemaakt over betaling”. Sinds wanneer bepaalt de raad van de gemeente Enkhuizen (zonder dat ze beschikt over enig inzicht in de verrichte werkzaamheden) dat zij mij betaling kan onthouden? Kan het niet goedschiks dan maar kwaadschiks.

Raad
Toe aan vervanging

Maar dat doet de aannemer dus niet. Er komt geen rook uit zijn oren, hij stapt niet naar de rechter, maar schrijft na drie maanden een soort bedelbrief. Waarom?

Ik ken maar één logische verklaring voor dat gedrag. Ter voorkoming van allerlei gedoe, waarbij er zaken aan het licht zouden kunnen komen die beter verborgen kunnen blijven heeft het college besloten hem gewoon te betalen.

Vanwege de goede verhoudingen schrijft de aannemer voor de vorm nog wel een (door de gemeente gedicteerd?) briefje, maar voor hem is de kous af.

Formeel mag het college geen extra betalingen verrichten voordat de raad daarmee heeft ingestemd, maar wie let daar op? De raad? Die heeft ook nooit in de gaten dat gehad dat Boland een half miljoen meer had uitgegeven (aan voorbereidingskosten) dan er was afgesproken.

Van der Pijll vertrouwt op de accountant. Maar die heeft ook geen kik gegeven toen het college € 130.000,- aan projectmanagementkosten liet wegschrijven als personeelskosten. Dus voor de € 60.000,- die ze aan de aannemer betaald hebben weten ze vast ook wel een leuke oplossing die de accountant acceptabel vindt.

Enfin, het is dus een vermoeden, maar het verschil tussen het vermoeden van de raad en mijn vermoeden  is, dat de raad bij meerderheid van stemmen besluit dat haar vermoeden juist is en dat ik mijn vermoeden aan een onafhankelijke rechter voorleg en hem vraag, na het onder ede horen van de aannemer, een oordeel uit te spreken.

Ik schat dat rond de verkiezingstijd dat oordeel wel beschikbaar zal zijn. Precies het juiste moment om over vervanging van de zittende raadsleden na te denken.

Ernstig mis.

Drommedaris_Enkhuizen_Zuidwestzijde[1]Tijdens de nieuwjaarsreceptie begreep ik dat  D66 nog steeds speelt met het idee van een raadsenquête, maar dat het moeilijk is om daar andere partijen warm voor te krijgen. Het heeft ook geen zin, denk ik. Voordat je het weet ga je weer een ton uitgeven aan een onderzoek, terwijl je vooruit weet dat er geen meerderheid voor is te vinden, die iets nuttigs met de uitkomst van zo’n onderzoek wil doen.

Je kunt nu al (op basis van de reeds verstrekte gegevens) concluderen dat er het nodige mis is gegaan bij de verbouwing van de Drommedaris. Dat de bouwkundige staat van de kap en de fundering tegenvielen was een tegenslag, maar dat soort tegenvallers zijn eerder regel dan uitzondering.

Het is niet voor niets dat een projectbegroting de post onvoorzien bevat.

Erger is natuurlijk dat je  € 130.000,- meer aan projectmanagement uitgeeft dan begroot, maar dat er niettemin € 65.000,- aan vertragingskosten zijn ontstaan.

Het lijkt me, dat extra investeringen in projectmanagement tot gevolg zouden moeten hebben dat onnodige vertragingen worden voorkomen, maar in Enkhuizen gebeurt het omgekeerde. Daar stijgen de kosten van projectmanagement en de kosten als gevolg van vertraging.

Was het niet de projectmanager die de SP er van had weten te overtuigen dat er niets mis kon gaan, omdat alles tot op de bodem was uitgezocht? En is hij niet degene die het meest aan de vertragingen heeft verdiend?

Je kunt die observatie (over de effectiviteit van het projectmanagement) nu al maken op basis van de beschikbaar gestelde cijfers (daar heb je geen raadsenquête voor nodig), maar volgens mij heeft alleen Stella Quasten daar iets over gezegd.

Probleem is natuurlijk dat de raad van Enkhuizen zich op kinderlijk eenvoudige wijze het bos in laat sturen. En als die mogelijkheid bestaat, dan kun je er vergif op innemen, dat het college (wanneer haar dat beter uitkomt) van die mogelijkheid gebruik gaat maken.

Wie het waagt om de raad daar op te wijzen wordt schaapachtig aangekeken, maar elke inhoudelijke discussie daarover wordt ontweken en wordt zelfs doodgezwegen. Zoals de lezers van dit blog zelf hebben kunnen vaststellen.

Alles overziende kun je zonder meer vaststellen, dat wethouder Olierook de vertragingskosten in de schoenen van de stichting heeft proberen te schuiven, maar dat die (anders dan de raad) zich geen knollen voor citroenen liet verkopen.

De inschakeling van een mediator heeft na een jaar niet meer opgeleverd dan dat gemeente en stichting besloten hebben de kosten voor verzwaring (€ 20.000,-) te delen. Een geweldig resultaat, maar had hij dat resultaat niet op eigen kracht kunnen bereiken en hoeveel heeft die mediator gekost?

De onderhandelingen over de vertragingsclaim (waarover niets in het dossier terug te vinden is) heeft weliswaar een beter resultaat opgeleverd, maar zeker niet de € 40.000,- die men probeert te suggereren. De aanspraken van de aannemer zijn nooit € 100.000,- geweest, dat is een fabeltje dat men de raad heeft wijsgemaakt.

Maar dat alles heeft wel een prijs gehad en die prijs is, dat van de integriteit van het zittende college weinig meer over is. Dat zal Olierook en Wijnne weinig kunnen schelen, want die komen na de verkiezingen toch niet meer terug.

Maar het geeft wel een inkijkje in de bestuurscultuur die (onder leiding en verantwoording van Baas) tot wasdom is gekomen. Onder zijn leiding hebben we van Boland afscheid moeten nemen nadat hij een half miljoen meer had uitgeven aan “voorbereidingskosten”, dan hem door de raad was toegestaan. Zijn plaats is ingenomen door Olierook, die zijn eigen falen met veel bombarie in de schoenen van een ander (de stichting) probeert te schuiven.

En in plaats van dit verval in normen en waarden tot stilstand te brengen, maakt de raad zich druk over de eigen fractievergoeding.

Er is iets ernstig mis met de bestuurscultuur in Enkhuizen en als college en raad blijven doorgaan met het doodzwijgen van de problemen, in plaats van ze aan de orde te stellen en te bespreken, dan zal het vertrouwen in de politiek alleen maar verder afnemen.

Verzinsels

Trots
Trots

Tijdens de nieuwjaarsreceptie riep burgemeester Baas vol trots dat de gemeente in geen enkele procedure was betrokken. Toen had ik natuurlijk heel hard moeten roepen “Jawel, maar ik ben druk bezig om daar wat aan te veranderen”, maar daar ben ik dan weer niet brutaal genoeg voor.

Bovendien is wat Baas beweert niet waar. Volgens mij is er ook nog een akkevietje met de architect (over € 80.000,-) dat via de rechter wordt uitgevochten. Kortom, je moet niet alles geloven wat ze zeggen.

Misschien had ik tijdens de nieuwjaarsreceptie ook wel naar Olierook moeten stappen en hem zeggen dat hij in mijn ogen best wel een goeie wethouder is, maar dat hij alleen niet moet doen of hij van niets weet. Dat deed hij, tijdens de commissievergadering, namelijk regelmatig.

Toen beschikte ik nog niet over een dossier, maar nu wel. Dank zij een bescheiden diepte investering zullen we maar zeggen. En op basis van de stukken die zich daar in bevinden kun je toch een redelijke reconstructie maken.

De aannemer geeft op 4 maart een offerte af, die de gemeente later zal gebruiken als “bewijs” voor zijn aanspraken op betaling.

Die offerte is gebaseerd op aanleg “na inhuizing”. Dat wil zeggen na oplevering en de ingebruikname van het pand.

Op 11 maart wordt een nieuwe offerte gemaakt die de titel “opdracht” kreeg en die € 15.000,- lager was dan de eerdere offerte (die aan de raad werd voorgelegd).

Het lijkt me redelijk te veronderstellen dat die tweede offerte onderwerp van bespreking is geweest tijdens de vergadering op dezelfde dag (11 maart 2015) tussen de gemeente (vertegenwoordigd door de nu tijdelijke gemeente-secretaris en de bouwdirectie) en de directie van Hillen & Roosen.

Over die vergadering is eigenlijk alleen maar bekend wat de gemeente NIET gedaan heeft. Geen opdracht gegeven en geen betaling toegezegd. Waarna (na een schorsing) de aannemer uit eigen beweging besloot om de verzwaring aan te leggen. Uit eigen beweging?

Zou het niet zo zijn geweest dat de aannemer verzekerd was dat de gemeente alles uit de kast zou halen om betaling te doen plaatsvinden. Maar dat men daar geen formele toezeggingen over kon doen, omdat de beslissingsbevoegdheid nu eenmaal bij de raad ligt?

En dat de aannemer toen gedacht heeft, dat gedoe met de raad lossen ze altijd op, dus dat lukt ze nu ook wel. Naar nu blijkt onverstandig, maar wel begrijpelijk.

De gemeente heeft tot tweemaal toe geprobeerd de raad er van te overtuigen dat de aannemer moest worden betaald, dus wat dat betreft hebben ze in ieder geval woord gehouden.

Maar dat gebeurde dan weer op zo’n knullige, om de brei heendraaiende  manier, dat het wel mis moest lopen.

Bovendien, als je op 11 maart beschikt over een lagere offerte, waarom laat je die dan niet aan de raad zien?  Maar kom je met een offerte die betrekking had op een situatie die zich nooit heeft voorgedaan.

Namelijk “na inhuizing”, terwijl de verzwaring ruim voor de oplevering (onder toezicht van de gemeente) was gerealiseerd.

Dus Olierook’s bewering dat hij van niets wist lijkt me een verzinsel, net zo als zijn bewering dat hij niet over meer documentatie beschikte dan hij aan de raad ter inzage had gegeven. Of wil hij nu beweren, dat de aannemer die tweede offerte zorgvuldig voor de gemeente geheim heeft gehouden?

Helaas voel ik me een beetje te oud om nog plezier te beleven aan verzinsels.

De volgende keer (voor de verandering) iets over de verzinsels van de aannemer.

Zorgwekkende ontwikkeling

Marcel_Olierook
Morele verplichting

In een verslag van de laatste raadsvergadering (keurig werk trouwens) laat de SP weten dat het CDA de eerstkomende vergadering met een “raadsinstrument” gaat komen. Dat raadsinstrument heet Motie Vreemd Aan De Orde Van De Dag. Afgekort een MVADODD.

Een motie (indien aangenomen) is een verzoek aan het college.

Een college kan weigeren zo’n verzoek uit te voeren, maar dat zal in dit geval niet gebeuren. Het verzoek (motie) zal namelijk inhouden dat het collegevoorstel van 5 juli (inzake de betaling van Hillen & Roosen) alsnog wordt uitgevoerd en Hillen & Roosen wordt betaald.

De gang van zaken is zo eenvoudig en voorspelbaar dat ik het op 26 augustus 2016 al op mijn blog heb gepubliceerd. Die column kreeg de tamelijk frivole  titel “Gaan met die banaan”.  Als U op de link klikt kunt U lezen dat ik toen al schreef wat nu staat te gebeuren.  Terwijl onze wakkere oppositie zich nog steeds het hoofd breekt over wat Venneman nu eigenlijk van plan is.

Waarschijnlijk denkt Venneman dat de “oplossing” die hij presenteert door hemzelf is bedacht. Ik moet hem teleurstellen. Dit plan “B” is al op 20 juli 2016 bedacht en aan Hillen & Roosen voorgelegd.

venneman1
Marionet

Sindsdien werken college en aannemer eendrachtig samen aan de uitvoering. Venneman is niet meer dan de marionet die iets (waarvan de uitkomst 6 maanden geleden is bepaald) in gang moet zetten.

Die uitkomst is, dat de aannemer wordt betaald voor de werkzaamheden die hij heeft verricht. Waarom? Omdat omdat ons mooie land gebouwd is op een paar vast verankerde rechtsbeginselen. Eén daarvan is, dat iedereen die werk verricht, in principe recht heeft op betaling voor die werkzaamheden.

Het antwoord op de vraag of van dat principe mag worden afgeweken is aan de rechter, die feiten en omstandigheden tegen elkaar afweegt en vervolgens tot een afgewogen oordeel komt. Dat een zelfvoldaan clubje amateurpolitici (in een kleine stad) andere opvattingen heeft, maakt dat nog niet anders.

[Amateurpolitici, die geen enkele belangstelling hebben voor feiten en omstandigheden, maar liever besluiten nemen op basis van hun politieke vooroordelen]

In 2015 schreef wethouder Olierook dat er een morele verplichting bestond de aannemer te betalen voor het werk dat hij had verricht. Had hij op dat moment ook de moed gehad om te zeggen, “als de raad mij niet toestaat die morele verplichting na te komen, dan treed ik af”, dan had al de daaropvolgende (en beschamende) vertoning niet plaatsgevonden.

Maar helaas, behoud van pluche woog voor deze wethouder zwaarder dan het nakomen van een morele verplichting en dus koos hij er voor zichzelf proberen vrij te pleiten van morele verantwoordelijkheid.

Door te benadrukken dat hij geen opdracht had gegeven, bracht hij een compleet politiek circus op gang dat zich vervolgens te buiten ging aan illusiepolitiek.

In eerste instantie aangezwengeld door de coalitiepartijen, die uit de opmerking dat je geen opdracht hebt gegeven de voorbarige conclusie trokken, dat je dan ook niet hoeft te betalen voor het werk dat was uitgevoerd.

Ik heb in  dit blog (aan de hand van wet en regelgeving) er op gewezen dat dit een voorbarige conclusie is. Een conclusie die door een rechter (na afweging van de feiten en omstandigheden) kan worden getrokken, maar niet door een college van B & W of door de coalitie van partijen dat haar steunt.

Die kortzichtigheid kun je omschrijven als Erdocratie.  Het komt er op neer dat een meerderheid geen rekening hoeft te houden met de rechten van minderheden. Wij leven godzijdank niet in een Erdocratie maar in een democratische rechtsstaat. Waarin de rechten van burgers en bedrijven nog enigszins beschermd worden tegen willekeurige (nergens op gebaseerde) opvattingen van regenten uit een voormalig vissersdorp.

De poging van Olierook zichzelf te ontlasten van zijn morele verantwoordelijk resulteerde in de verkondiging van een reeks van halve en hele onwaarheden, waarover ik 9 dagen voor de raadsvergadering van 5 juli het volgende heb gezegd.

Geeft de wethouder een gele kaart (=waarschuwing) door middel van een motie van treurnis (omdat hij probeert de kluit te belazeren,) maar geef hem ook het geld waar hij om heeft gevraagd, zodat hij de aannemer kan betalen. Dan zijn we van dit gezeik af.

Was er op dat moment enig bewijs dat hij de kluit belazerde?

Wel, als je steeds op het standpunt hebt gestaan (en feitelijk nog steeds beweert) dat de kosten van verzwaring € 100.000,- bedragen en je erkent (in je raadsvoorstel een jaar later) dat ze in werkelijkheid maar € 30.000,- zijn, dan vind ik dat je mag zeggen dat de wethouder de kluit probeert te belazeren en dat hij derhalve een waarschuwing verdient.

Geel om herhaling te voorkomen. Twee keer geel is uiteraard rood.

Maar goed, de raad van Enkhuizen kent haar eigen werkwijze in geval van overtredingen van de democratische spelregels.

Hoewel de “overtreding” van Olierook een andere is dan die van zijn voorganger Boland (in het zelfde dossier) is de reactie van de raad op dit soort overtredingen (van de democratische spelregels) altijd hetzelfde.

Men kijkt weg, veinst hem niet op te merken en praat zwaarwichtig verder over koetjes en kalfjes.

Als gevolg van dat plichtsverzuim zal ook in Enkhuizen de kloof tussen kiezer en gekozenen alleen maar verder toenemen. Het loslaten van democratische normen en waarden (om kool en geit te kunnen sparen) zal het vertrouwen in onze democratische instituties alleen maar doen afnemen.

De roep om een “sterke man” (die wel even orde op zaken zal stellen) wordt inmiddels overal in Europa gehoord en heeft in de VS al tot resultaat geleid. Velen zien er naar uit dat dit ook in Nederland en Enkhuizen gaat gebeuren.

Ik vind dat een zorgwekkende ontwikkeling.

%d bloggers liken dit: