Met de verkiezingen van 16 maart 2022 is er een eind gekomen aan een vier jaar durend bewind onder leiding van de SP van mevrouw Keesman en de VVD onder leiding van de Van Reijswoud/Stomp combinatie.
Gedurende dat bewind werd de oppositie tot onwenselijk verklaard, met als gevolg een grote eensgezindheid over het met Orez, op 20 november 2018 bereikte akkoord, over het recreatieoord .
Eensgezindheid, die berustte op volstrekte onwetendheid over het bereikte resultaat. Onwetendheid, die pas per 28 juni 2021 (ruim 2 ½ jaar nadat de overeenkomst met Orez was gesloten) ongedaan werd gemaakt.
Door het aan de raad ter inzage geven van een drietal relevante documenten.
Te weten, het bod dat Orez had uitgebracht, de taxatie van dat bod om te bepalen of het marktconform was en de overeenkomst als uitvloeisel van het door Orez uitgebrachte bod.
Van deze drie documenten werd alleen de taxatie van het bod voor een breder publiek geheim verklaard. Daarnaast werd een (in opdracht van Droomparken uitgevoerde) taxatie van het plan “Vesting” openbaar gemaakt.
Het zelfde plan dat eerder (in opdracht van de gemeente) door Fakton was getaxeerd. De verschillen tussen beide taxaties zijn opmerkelijk. Zo wordt de residuele grondwaarde in de Droomparken taxatie € 20 miljoen hoger ingeschat, dan in de gemeentelijk taxatie.
De residuele grondwaarde is het bedrag dat een ontwikkelaar kan bieden als hij genoegen neemt met 10% winst over zijn omzet.
Uit dat verschil diende dan nog wel de aanleg van een strand te worden betaald, maar volgens de gemeentelijke kostenberekening zou dat nooit meer zijn geweest dan € 5 miljoen.
Zodat er grofweg een verschil van € 15 miljoen blijft tussen de taxatie van de gemeente en die van Droomparken.
Daarmee is het bewijs geleverd, dat de tot nu toe volgehouden bewering van het college, dat het bod dat ze accepteerde marktconform was, een valse en onjuiste voorstelling van zaken is.
Dat daarmee het optreden van het college eufemistisch bestempeld mag worden als het misbruik maken van bevoegdheden. Vanwege het, ver beneden haar werkelijke waarde, verkopen van gemeentelijk bezit.
De voorgaande raad (en toezichthouder van het college) meende er goed aan te doen om het misbruik van het college verborgen te houden, door het bewijs van haar misbruik (als vastgelegd in een taxatierapport) geheim te verklaren.
Waarmee (op één na) alle partijen zich min of meer medeplichtig hebben laten maken aan het misbruik van bevoegdheden.
Zodat een discussie over dit misbruik, tijdens de verkiezingen, uit de weg kon worden gegaan.
De nieuw gekozen toezichthouder kan zich de luxe van het (willens en wetens) ontkennen van de bestaande problemen niet veroorloven en zal zich over een oplossing moeten buigen.
Het lijkt me daarom, dat serieuze onderhandeling over een nieuwe coalitie niet zijn te voeren, zolang de partijen zich niet hebben uitgesproken over hun standpunt t.a.v. het misbruik van bevoegdheden door het college en welke stappen er zouden moeten worden ondernomen, om de gevolgen van dat misbruik ongedaan te maken.