Opmerkelijk commentaar in de Enkhuizer Krant van zaterdag. Verslaggevers Cees Beemster en Paul Gutter nemen de Enkhuizer Raad de maat en zetten de raadsleden weg als kleuters.
Een tamelijk gedurfde stellingname van een krant, die ik in het verleden heb verweten dat ze ongemakkelijk nieuws (= kritiek op de lokale autoriteiten) gewoonlijk uit de weg gaat en ofwel verkapt, dan wel helemaal NIET vermeldt.
Het excuus is dan altijd, dat het de gewone kiezer nauwelijks wat kan schelen welke strapatsen er nu weer worden uitgehaald door de gemeenteraad en de krant met de smaak van zijn lezers rekening moet houden.
Ik begrijp dat ook wel, maar een “vrije pers” is wat mij betreft toch een wezenlijk onderdeel van een goed functionerende democratie.
Enkhuizen mag dan een broeinest zijn van merkwaardige opvattingen, maar is het dan niet juist aan de reguliere pers om daar (keer op keer) aandacht aan te schenken en enig opvoedkundig werk te verrichten?
Eens in de zoveel tijd een vernietigend oordeel geven en de rest van de tijd allerhande “ongemakkelijk” nieuws uit de weg te gaan, brengt volgens mij geen verbetering.
Zelf “begeleid” ik het instituut gemeenteraad nu al meer dan 8 jaar. Omdat het mij lief is, maar tegelijkertijd omdat ik mij zorgen maak over de merkwaardige opvattingen die in de Breedstraat tot bloei weten te komen.
Ik heb daarbij overigens weinig steun ervaren van de reguliere pers. Met als gevolg dat de raad in staat was, volgens mij daartoe aangemoedigd door B&W, vrijwel elke vraag of waarschuwing vanuit de bevolking te negeren.
Je kunt wel telkens vroom roepen, dat je hoopt op meer betrokkenheid bij de burgers, maar als er dan één is die de handschoen opneemt (en dat bovendien 8 jaar lang weet vol te houden) en betrokkenheid demonstreert door braaf de stukken te lezen waar hij commentaar op denkt te moeten leveren, dan wordt die inbreng gewoon genegeerd.
Voorbeeld? Nota bene op basis van een krantenartikel ontdek ik dat de inwoners van Enkhuizen meer bijdragen aan een ontwikkelingsplan dan de inwoners van de overige SED gemeenten. Vervolgens doe ik wat ik in een democratisch land geacht word te doen.
Ik probeer de aandacht te vestigen op deze ongelijkwaardige behandeling van de inwoners van Enkhuizen. Ik – en velen met mij – waarschuwen haar vertegenwoordigers in de raad (maar ook de de lokale pers) om die regeling niet aan te gaan. Hautain doet de raad er het zwijgen toe en negeert de waarschuwing. De lokale pers doet precies hetzelfde.
Maar goed, in een democratie is het laatste woord aan de kiezer. Ik besluit lid te worden van de enige partij die bereid is om de vraag aan de kiezer voor te leggen, “vindt U het rechtvaardig dat U meer bijdraagt aan de kosten van een SED regeling dan de overige inwoners van het SED?”.
Is er eindelijk een onderwerp waarover je (tijdens de verkiezing) met elkaar (op het scherpst van de snede) zou kunnen discussiëren, besteedt de krant er geen seconde aandacht aan. Tot grote opluchting van de voltallige raad, die de regeling immers twee maanden eerder had goedgekeurd.
Het zou me verbazen als meer dan een kwart van de Enkhuizer bevolking zou weten, dat ze persoonlijk en gezamenlijk meer bijdraagt aan dat ontwikkelingsplan van de SED dan de overige inwoners van de SED gemeenten. De belangrijkste reden voor die onwetendheid is het feit, dat de krant aan dat feit geen enkele aandacht heeft gegeven.
De krant houdt regelmatig een enquête onder haar lezers. Ik daag haar bij deze uit de vraag voor te leggen, “wist u dat inwoners van Enkhuizen meer bijdragen aan de verdere ontwikkeling van de SED.” (en wat vindt U daarvan).
Dus je kunt, wat beide heren doen, de kiezer wel een verwijt maken, maar als je eigen informatievoorziening over zaken die er toe doen, zo beneden peil is, dan moet je je ook niet verbazen over het feit dat de kiezer niet beter weet te doen, dan te stemmen op iemand die hij kent.
Vind ik leuk:
Vind-ik-leuk Laden...