Jeu de boules

petanque1Deze week voor het eerst weer een middagje boulen geweest. Als bewijs dat aan het lichamelijk verval (voorlopig) een einde lijkt te zijn gekomen.

Grappig te bedenken dat dit blog nooit zou hebben bestaan als ik niet een blog over jeu de boules was begonnen. Met als doel te bepleiten dat er in het centrum van Enkhuizen een plek geschapen zou moeten worden om het te kunnen spelen.

Die plek had ik bij toeval ontdekt achter het gemeentelijke administratie kantoor in de Westerstraat. Achter het parkeerterrein ligt een strook gras die er voor geschikt lijkt te maken.

Lekker uit de wind en midden in de stad. Want jeu de boules wordt al snel een sneu tijdverdrijf als je het ergens achteraf op een sportterrein moet spelen en als je het maar met een paar mensen kunt spelen.

Veel ruimte is er niet nodig. Op een oppervlak van 15 bij 30 kun je al gauw met 20 deelnemers bergen.

Mijn inspiratiebron was het pleintje in Barcarès, een badplaats waar ik (vroeger) elk voorjaar een paar maanden kampeerder en ik 3 à 4 keer in de week naar het pleintje toog om me te meten met de locals en andere toeristen

Dagelijks verzamelden zich zo’n 40 tot 50 mensen om een balletje te gooien.

Hieronder een korte impressie hoe het er afgelopen zaterdag aan toe ging. Balletje gooien, of gewoon kijken en nieuwtjes uit wisselen

Smoesjes

Hans Langbroek heeft antwoord gekregen op de vragen die hij stelde over parkeerboetes die in Enkhuizen worden uitgedeeld aan automobilisten uit het buitenland.

Hij schrijft daarover op zijn weblog en brengt daar ook zijn onvrede over het gegeven antwoord tot uitdrukking.  Ook ik verbaas me over het gegeven antwoord.

Om te beginnen herhaalt men dat buitenlandse automobilisten gewoon worden bekeurd. Ik heb anders gehoord. Het bekeuren van buitenlanders (anders dan Duitsers of Belgen) is volstrekt zinloos, omdat incasso van dergelijke van dergelijke bekeuringen feitelijk onmogelijk is en zelfs elke poging daartoe meer zou kosten dan de bekeuring ooit zou kunnen opleveren.

Om die reden is het staand beleid om dergelijke bekeuringen niet uit te schrijven. Het zorgt namelijk alleen maar voor administratieve rompslomp dat verder nergens toe leidt. Op zichzelf is dat verstandig beleid. Waarom zou je jezelf nodeloos op kosten jagen.

Het meest opmerkelijke aan het antwoord vind ik dan ook dat burgemeester Baas (zijn naam staat onder het antwoord) volhard in het standpunt dat iedereen met een buitenlandskenteken wordt bekeurd. Hij jokt er dus gewoon maar wat op los.

Dat lijkt een gewoonterecht te zijn geworden in de Enkhuizer Raad. Als er plotseling 2 jeu de boulesbanen worden aangelegd in de Kadijken roept het college (op vragen van de PvdA) dat ze daar meerder verzoeken voor hebben gekregen. Ook dat is niet waar, maar in plaats daarover vervolgvragen te stellen laat de PvdA het gewoon lopen.

Nu kan ik me niet zo druk maken over parkeerboetes of jeu de boulesbanen, maar wat me wel ergert is dat het college zichzelf de vrijheid geeft om raadsleden met een kluitje het riet in te sturen. En natuurlijk, dat Raadsleden (althans een meerderheid) dat klaarblijkelijk gewoonste zaak van de wereld lijken te vinden.

Als het college op deze armzalige punten niet eens de moeite neemt om de waarheid te vertellen, hoe zit het dan met gewichtiger zaken als de Drommedaris of het SMC.

Bestaat het “beleid” in beide kwesties ook alleen maar uit een aaneenschakeling van “smoesjes” die in geen enkele verhouding staan tot de realiteit?

Oh nee, alweer JdB

Uiteraard is het niet de bedoeling dat we het belang van jeu de boules voor Enkhuizen gaan overdrijven. Het is een alleraardigst tijdverdrijf voor ouderen, al zal niet elke oudere zich geroepen voelen er aan mee te doen.

Je bent bezig in de buitenlucht, weinig kans op blessures en je ontmoet andere mensen. De spelregels zijn in een middag aan te leren en je wisselt voortdurend van spelpartner zodat je met iedereen kennis maakt. Daarom is het ook zo populair op campings. Na een middagje spelen op de camping heb je een veel uitgebreider kennissenkring dan daarvoor.

Al die prachtige beleidsvoornemens t.a.v. ouderen, je moet ze meer in beweging brengen (liefst in de buitenlucht), ze moeten achter de geraniums en uit hun isolement gehaald worden, kunnen met behulp van jeu de boules worden gerealiseerd.

Je hebt ook geen speciale ouderenbegeleiders of trainers nodig, wat je moeten weten leggen je medespelers wel uit. Kostbaar is het ook niet. Het is een kwestie van aanleggen (grond weg, puin er op voor afwatering en dan een wat fijnere toplaag er op) en daarna kan (anders dan ze bij de PvdA denken) een blind paard geen schade aanrichten. In Frankrijk wordt dergelijk velden het in tijden van nood gebruikt als parkeerplaats, waarna er de volgende dag (zonder verdere aanpassingen) weer vrolijk verder wordt gebould.

Ook de deelnemerskosten zijn belachelijk laag. De contributie voor de club in Enkhuizen is € 15,- per jaar (echtparen € 25,-). Bovenkarspel (vroeger Enkhuizen) heeft meer banen en is de contributie (exclusief afdracht aan de bond) het dubbele, € 30,- per jaar.

Dus voor de totale som van € 45,- per jaar kan ik minstens 5 keer in de  week jeu de boules spelen.  Zijn er meer liefhebbers dan kan dat aantal keren zonder verdere kosten makkelijk worden uitgebreid.

Beide verenigingen krijgen geen stuiver subsidie van hun gemeenten en bekostigen zelf het onderhoud en (in het geval van Bovenkarspel) de verfraaiing van hun locatie.

Vergelijk dat met een door de gemeente zwaar gesubsidieerde activiteit als Galm + , waar je als oudere voor 3 euro per keer een uur in een gymzaal mag rondhupsen.

Allemaal voordelen dus, maar er zijn toch een paar dingen waar je op moeten letten. Voor heel veel ouderen is het van belang dat er zich binnen redelijke afstand een toilet bevindt. Dit sluit bijvoorbeeld een locatie als de Boksenol uit, omdat daar geen riolering ligt.

Verder kun je het hele jaar jeu de boules spelen, zolang er maar enige beschutting tegen de wind is. Dat is bij het zwembad het geval,omdat het zwembad zelf beschutting bied tegen de meestal schrale Oostenwind.

En tot slot, moet er iets zijn waar je wat spullen kunt opbergen en een kopje koffie kunt zetten. Een kop koffie kost niet meer dan 20 cent en als je het zelf zet en één euro rekent heb je meteen wat in de clubkas om het onderhoud van te betalen.

Het is dus allemaal niet zo vreselijk ingewikkeld, zolang je je locatie maar met enige zorg kiest.

Waarom niet gewoon doorgaan bij het zwembad vraagt U zich misschien af. Wel, daar liggen vier banen en uitbreiden is eigenlijk niet goed mogelijk en zou bovendien een omvangrijke investering eisen. En € 7000,- is in mijn ogen een omvangrijke investering. Voordat je daar toe over gaat zou je eerst eens moeten nadenken of een andere locatie wellicht beter is. Dat was ook de gedachte achter het Bokseknol initiatief.

Dat neemt overigens niet weg dat we met dat initiatief zelfs de Stadsvisie hebben gehaald, wat ik daar toen van vond kunt U hier lezen.

Verzinsels

Inmiddels heeft ook de PvdA gereageerd op het antwoord van het College op de door hun gestelde vragen. U kunt hun commentaar hier lezen, maar het is in mijn ogen een beetje natte voetzoeker. Maar ze moeten er nog over vergaderen geloof ik, dus wellicht volgt er op het gesis nog een heuse knal.

Overigens is die gang van zaken niet ongebruikelijk. Na beantwoording van vragen van Raadsleden volgt er gewoonlijk een dodelijke stilte.

Dat zit hem volgens mij in de manier van beantwoorden. Het college grabbelt wat vrome algemeenheden bij elkaar, die gewoonlijk meer vragen oproepen dan ze  oplossen, waarna iedereen de moed verliest en besluit de dingen te laten zoals ze zijn.

Uit het antwoord van het college de volgende letterlijke tekst,

Omdat spelen en de behoefte aan speelvoorzieningen zeer dynamisch  van aard  is en zeer afhankelijk van de doelgroepen die op dat moment in een bepaalde buurt wonen, is de vakafdeling er op gericht om de verzoeken van onze inwoners zoveel als  mogelijk te honoreren, niet in de laatste plaats  omdat hiermee ook de betrokkenheid met de te creëren voorziening wordt vergroot.

Maar als de vakafdeling het bovenstaande uitgangspunt niet alleen had opgeschreven, maar er ook over had nagedacht, dan had men beseft, dat deze voorziening voornamelijk is gericht is op ouderen en dat Kadijken nu net een wijk is met relatief veel veel jongeren.

Veel meer ouderen wonen in de binnenstad en er is dan ook gevraagd om een dergelijke voorziening dáár te realiseren. Daarvoor was ook een niet gebruikt stukje grond aanwezig, maar toen bleken de financiën opeens een probleem, terwijl de gemeente nooit om financiële bijstand is gevraagd. Alleen maar om het beschikbaar stellen van de grond.

In de Enkhuizer Krant van gisteren laat burgemeester Baas weten, dat de gemeente streeft naar “een zo gemêleerd mogelijke populatie aan gebruikers op het  speeleiland”.

Oh ja, doet de gemeente dat  en waarom dan wel? Hebben de huidige hoofdgebruikers (oudere jeugd) daar op aangedrongen?  Heeft de seniorenraad hem daar over benaderd? Of bedenkt hij dat gewoon zelf, omdat hij denkt daarmee een rechtvaardiging te hebben gevonden voor het feit dat er € 7000,- is besteed van een voorziening waar niemand op zit te wachten. (Behalve die ene kennis natuurlijk, die even langs kwam tijdens zijn bezoekje aan de wijk)

Ook laat het college weten, “Op  meerdere plaatsen in de gemeente zijn in het verleden dit type speelvoorzieningen aangelegd.”

Oh ja, waar dan wel niet? De enige locatie die op dit moment gebruikt wordt ligt naast het zwembad en is door de leden zelf aangelegd en wordt ook door hen onderhouden.

Het enige wat de gemeente ooit heeft aangelegd bevindt zich op het DTS terrein.

Ook die locatie was te klein, faciliteiten ontbraken, zodat de daar spelende vereniging is uitgeweken naar Bovenkarspel, waar haar een terrein en faciliteiten ter beschikking werd gesteld waar je wel iets mee kon. (zie foto)

Aanleg van de banen en verdere aankleding is door de leden zelf gebeurd.

Kortom, het antwoord van het college is een samenraapsel van wensdromen onderbouwd met halve waarheden. Daar is een reden voor en die reden is niet wat men hier als reden opgeeft. Dat zijn slechts verzinsels.

Die reden is, dat men de wijk in trekt om zich te kennen presenteren als daadkrachtige bestuurders die bekwaam genoeg zijn om ergens de  regie over te voeren.

Helaas ook op terreinen waar men verder geen flauw benul van heeft en dat beperkt zich niet alleen tot de aanleg van jeu de boules banen.

Antwoorden en Vragen

Hoera, het antwoord op de door de PvdA gestelde vragen over de aanleg van jeu de boules banen op het speeleiland zijn binnen.

Of ze een antwoord vormen op de door hun gestelde vragen is aan de PvdA zelf om te beoordelen. De vragen (en het antwoord erop  van het college) U hier vinden. Mijn visie op de gang van zaken hieronder.

Niet lang geleden besloot college tot een zelf-promotie toer door verschillende wijken in de stad. Gewapend met balpennen en gevulde koeken. Bewoners van die wijken werdt verzocht om hun opvattingen en wensen rechtstreeks aan het college kenbaar maken.

Met als uiteindelijk doel natuurlijk, inwoners van die wijken er van te overtuigen, dat als er in hun wijk iets niet in orde is, het college daarvoor geen blaam treft, omdat men zich bekommert om het wel en wee van de bewoners van die de wijken en zich daarbij altijd begripvol en toegankelijk opstelt.

In het kader van dit optreden bezocht men ook de Kadijken.  Daar zal een bekende van het college, die net een leuke kampeervakantie in Frankrijk achter de rug had en op die camping met veel plezier jeu de boules had gespeeld, zich bij het gezelschap hebben gevoegd.

Deze bekende zal zich afgevraagd hebben, waarom een voorziening voor jeu de boules eigenlijk in de wijk ontbrak.  Zo’n voorziening kon de kop toch niet kosten en bovendien was er ruimte voldoende op het speeleiland.

En inderdaad, bij navraag bleek het inderdaad niet om grof geld te gaan en was er op het speeleiland nog voldoende ruimte. “Eager to please” een goede bekende werd de opdracht tot aanleg verstrekt.

Een dergelijk besluit ligt geheel binnen de bevoegdheid van het College en daar gaat het dus niet om.

Waar het wel om gaat, is de wijze waarop van die bevoegdheid gebruik wordt gemaakt.

Helaas, als het over jeu de boules gaat heeft het college ooit wel eens een klok horen luiden, maar heeft ze nog nooit de moeite genomen om uit te vinden waar de klepel zich precies bevindt. Zou ze dat wel gedaan hebben, dat had ze het besluit niet genomen.

Immers, de locatie is weinig gelukkig gekozen. Ter plekke is er geen enkele vorm van beschutting, zitgelegenheid ontbreekt, even als een toiletvoorziening, terwijl het hier toch (naar zeggen van het college) om een “bovenwijkse” voorziening gaat. Tot slot, het aantal gerealiseerd banen is volstrekt onvoldoende. Kortom, het is van alles niets.

In hoeverre verschilt mijn versie van de gang van zaken met die van het college? Het college schrijft letterlijk,

“Het verzoek voor een jeu de boules baan is door meerdere individuele inwoners tot ons gekomen, onder meer tijdens ons bezoek aan de wijk bij het College de wijk in.”

Het verschil is dus, dat ik uitga van een eenmalig (mondeling) verzoek tijdens de manifestatie “College de Wijk in” en het college beweert, dat er sprake is geweest van meerdere verzoeken (waaronder een verzoek tijdens de manifestatie College de Wijk in).

Een substantieel verschil. Ik het eerste geval zou je namelijk kunnen concluderen dat de gemeentelijke besluitvorming in hoge mate wordt beïnvloed door wat men gewoonlijk “vriendjepolitiek” noemt.

Een conclusie die het college natuurlijk ten koste van alles wil vermijden en wat (naar mijn overtuiging) dan ook de echte reden is dat men in het antwoord spreekt van “meerdere” verzoeken.

Het antwoord vermeldt niet hoe die meerdere verzoeken tot het college zijn gekomen, maar ik mag toch aannemen,  dat het hier niet gaat om wat losse opmerkingen gemaakt tijdens een verjaarsfeestjes of urinoirbezoek.

Ik mag er toch hopelijk wel van uitgaan, dat er emails beschikbaar zijn waarmee het college haar bewering kracht bij kan zetten en dat die (zonder beroep op de WOB) ook ter inzage zullen worden gegeven.

Ik ben namelijk redelijk goed thuis in de jeu de boules wereld en ken om die reden vrijwel elke Enkhuizer die met enige regelmaat jeu de boules speelt. Bij geen van hen heb ik ooit de behoefte bespeurd, dat er jeu de boules banen zouden moeten komen op het speeleiland in de Kadijken.

Als die meerdere verzoeken niet zijn gekomen uit de kring van mensen die met enige regelmaat jeu de boules spelen, dan moeten ze zijn gekomen van mensen die (in Nederland) nooit jeu de boules spelen, maar het om een of andere reden toch gewenst vinden, dat daarvoor (bij hun in de buurt) een mogelijkheid wordt geschapen.

Alleen het vrijgeven van de betreffende emails kan daar helderheid over verschaffen.

De conclusie dat het college weinig efficiënt omgaat met de middelen die haar ter beschikking staan kon al getrokken worden voordat de aan haar gestelde vragen beantwoord waren.

Wat resteert is slechts de vraag of zij een waarheidsgetrouw antwoord geeft op de vragen die haar gesteld worden. Door het openbaar maken van de “meerdere verzoeken” die haar hebben bereikt, kan die vraag beantwoord worden.

Ik neem aan, dat de PvdA, door middel van vervolg vragen, daarover wat meer helderheid kan scheppen. Anders is er altijd nog de WOB (Wet Openbaarheid van Bestuur) als laatste redmiddel.

Hockey en andere sporten.

Zoals viel te verwachten buitelden de Raadsfracties over elkaar heen om steun te betuigen aan het hockey-initiatief, want laten we eerlijk zijn , voor je het weet wordt je in één adem genoemd met plaatsen als Bloemendaal, Laren en Wassenaar.

Bovendien vind ik dames hockey bijna net zo leuk om ze zien als beach-volleyball, zodat je wethouder Boland niet kunt verwijten dat hij geen smaak heeft.

Alleen de PvdA plaatste wat kanttekeningen bij de plotseling goedgeefse houding van het college en haalde zich daarmee de gram van de gehele coalitie op zijn hals.

In een poging uiting te geven aan zijn verbijstering haalde wethouder Boland zelfs de inspanningen (die hij had geleverd voor de kleedkamers van West-Frisia) van stal.

Ik heb daar wat andere herinneringen aan, maar dat doet verder niet ter zake.

In tweede instantie nam rekel Langbroek het woord en maakte een vage toespeling op vragen die hij eerder had gesteld, maar burgemeester Baas wist onmiddellijk waar het over ging.  (Misschien leest hij wel stiekem dit blog?)

“Je hebt het over jeu de boules neem ik aan”  zei hij, wat door Langbroek werd bevestigd. Wethouder Boland ging er verder wijselijk niet op door.

Nu begrijp ik ook wel dat er meer politieke winst valt te behalen uit het promoten van hockey en beachvolleyball, dan met het promoten van jeu de boules, maar ik wil toch graag een misverstand uit de weg ruimen.

Hoewel de gemeente een financieel argument gebruikte om niet te willen meewerken, heb ik de gemeente nooit om financiële steun gevraagd. Ik heb alleen gevraagd of men een lapje gemeentegrond van circa 15 bij 30 meter ter beschikking wilde stellen. Als men dat niet wil, dan heeft verder praten geen zin en is wat mij betreft de kous af.

Verder heb ik op eigen kosten een website gemaakt, waar uitgebreid viel te lezen wat de bedoeling van één en ander was. De oorspronkelijke website bestaat niet meer, maar de inhoud ervan heb ik gekopieerd en valt hier te lezen. Ik heb alle raadsleden en het college een mail gestuurd om ze op die website te attenderen, er hebben er welgeteld twee gereageerd en daarmee wist ik voldoende.

Het ging om een voorziening van niks, het ging niet over hulpbehoevende ouderen en de gemeente hoefde ook niet voor Sinterklaas te spelen.

In dat soort van omstandigheden ben je volkomen oninteressant voor de gemeente en volstrekt kansloos.

Kleinschalig

Op 1 maart zal de Raad 30.000 euro te beschikking stellen om de oprichting van een hockeyclub in Enkhuizen mogelijk te maken.

De aanstaande hockeyers worden uiteraard gefeliciteerd met deze financiële bijdrage van de gemeente. Het past allemaal in het kader van van alles en nog wat.

Een week geleden informeerde de gemeente (via de Drom) ook nog even of er misschien ook inwoners waren die passende activiteiten voor ouderen wisten. Die wist ik wel, maar ik had eerlijk gezegd niet zo veel zin meer om daar nog op te reageren.

Dat had ik namelijk drie jaar geleden al gedaan en toen werd mijn idee afgewimpeld met de drogreden dat (aangezien de Raad voor die activiteit geen geld beschikbaar had gesteld) de wethouder niets kon doen. Een drogreden, omdat als de wethouder vindt dat hij ergens geld voor nodig heeft, hij dat gewoon aan de Raad vraagt en gewoonlijk ook krijgt.

Het raadsvoorstel aangaande de hockeyclub maakt dat op afdoende wijze duidelijk.

Mijn idee toen was, om nu eens niet buiten de stad (op een sportcomplex), maar in het hartje van de stad een terrein geschikt te maken om jeu de boules te spelen. Dat hoeft niet al te veel te kosten en zeker niet de 30.000 euro die er wordt opgehoest voor de aanstaande hockeyclub.

De strook grond die ik daarvoor op het oog had ligt achter het gebouw gemeentewerken in de Westerstraat. Een deel van de grond is nu in gebruik als parkeerplaats voor het personeel van gemeentewerken, het resterende deel zou gebruikt kunnen worden om een tiental jeu de boules banen in te richten, waarop 40 mensen zouden kunnen spelen.

Toegang tot het terrein via het parkeerterrein bij de Hubo. Zelfs het aanvankelijk probleem van een toiletvoorziening is inmiddels opgelost.

Op 50 meter afstand van het terrein bevindt zich namelijk een openbaar toilet, waar de gemeente zo’n 80.000 euro in heeft geïnvesteerd en wat alleen al aan exploitatie 9000,- euro per jaar kost.

Kortom het enige wat de gemeente had hoeven doen is zich bereid te verklaren om de (niet gebruikte) groenstrook achter gemeentewerken in te richten als een Place de Petanque.

Daarvoor is het nodig dat de bestaande ondergrond wordt afgegraven en vervolgens met puin wordt opgehoogd, zodat er een goed water doorlatende terrein ontstaat.

Dat kost geld, maar met een paar duizend euro ben je spekkoper.

Meer dan 30 mensen toonden belangstelling voor het idee en daar waren de leden van de bestaande jeu de boulesclub nog niet bij inbegrepen.

Die zagen het initiatief toen nog als bedreiging, maar hebben inmiddels ook ontdekt, dat op de bestaande locatie (bij het zwembad) verdere groei onmogelijk is.

Kortom een gemiste kans, wanneer het gaat om voorzieningen voor ouderen, maar onze beleidsmakers denken nu eenmaal liever in grootschalige verbanden dan in kleinschalige oplossingen.

Tijdverdrijf.

Over de Enkhuizer gemeentepolitiek schrijven is leuk, maar er zijn dingen die nog leuker zijn.

Zoals over een jeu de boules veldje banjeren in Baracarès. Dat doe ik zo’n drie maanden per jaar.

Inmiddels worden naar niet alleen foto’s gemaakt, maar ook filmpjes. Een voorbeeld daarvan hieronder. Niet direct Spielberg natuurlijk, maar wel een idee hoe het daar toegaat.

Inmiddels ben ik begonnen met een project om zoiets ook in StedeBroec te realiseren.

Of het wat gaat worden weet ik niet, maar de betrokken ambtenaar was enthousiast en meer daarover kunt U hier lezen.

Heilig

Helaas was de stadsvisie via de website even niet beschikbaar, zodat ik niet alles kon nagaan, maar volgens mij is er door bewoners herhaaldelijk aangegeven, dat er behoefte was aan een trefpunt in de binnenstad.

Een plek waar bewoners elkaar in een ongedwongen sfeer zouden kunnen treffen.

In meen zelfs, dat men er een naam aan had geven, het Javaplein. Waar het goed toeven zou zijn op bankjes onder oude eiken.

De behoefte is er dus, helaas wordt er niets mee gedaan.

Twee jaar geleden heb ik voorgesteld het terrein achter gemeentewerken zodanig in te richten dat het beschikbaar zou komen voor de bewoners.

Alleen maar zitten leek me niets. In mijn visie zou je daar prima jeu de boules kunnen spelen, maar als iemand er een betere bestemming voor heeft, vind ik het ook prima.

Maar als daar een jeu de boules club zou spelen kun je het beheer van die locatie aan hun in handen geven en dat scheelt meteen weer in de kosten. Enige knelpunt is het natje en droogje ter plekke, maar dat moet op te lossen zijn.

De enige functie die het terrein nu heeft is voor de helft parkeerplaats voor de paar ambtenaren die Gemeentewerken nog heeft. De andere helft is gras, dat om de zoveel tijd gemaaid moet worden.

Je zou het ook kunnen inrichten als blauwe zone, dat neemt wat parkeerdruk uit het centrum, maar dat gebeurt ook niet.

Het kan toch niet zo zijn, dat iedereen er aan zal moet geloven, maar dat alleen de parkeerplaatsen voor het gemeentelijk  personeel heilig zijn.

Niet serieus

actiefEnkhuizenIn reactie op vragen van Hans Langbroek (zie hieronder) laat het college verder weten.

“Mocht er een capaciteitsprobleem zijn, dan zal de werkgroep Senioren van Enkhuizen Actief gevraagd worden om met voorstellen te komen.”

Goed, ik ben waarschijnlijk een van de weinigen die de sportnota heeft gelezen en weet dus dat er zoiets bestaat als een Senioren werkgroep binnen Enkhuizen Actief.

Geen flauw idee wie daar allemaal deel van uitmaken, in welke hoedanigheid ze daar aan deelnemen en wat ze in die werkgroep eigenlijk doen. Terwijl ik toch echt mijn best doe om de boel een beetje te volgen.

Ook geen website waarop valt te lezen waar ze mee bezig zijn, terwijl je zoiets toch kosteloos en in een namiddag kan realiseren.

Niet de wethouder, maar deze gezichtsloze instantie moet dus beoordelen of er een capaciteitsprobleem is op jeu de boules gebied.

Plotseling gaat het niet meer over de vraag of het misschien wenselijk zou zijn dat er voor ouderen een soort hangplek zou komen waar ze actief bezig kunnen zijn, maar gaat het over de vraag of er een capaciteitsprobleem is.

De klemmende vraag is nu, is er een capaciteitsprobleem om in badkleding op het stand te gaan volleyballen.

Bestaat er ook een capaciteitsprobleem in Enkhuizen om op kleine fietsjes hard te gaan fietsen.

Boland deelt kaarten uit.
Boland deelt kaarten uit.

Ik vrees in beide gevallen van niet. Toch beloofd wethouder Boland in zijn sportnota dat hij een beachvolleyballterrein gaat aanleggen en een BMX parcours.

In het kader van Enkhuizen Actief start hij zelfs een bridgecursus.

Wat mij betreft is jeu de boules geen sport, maar een tijdverdrijf voor ouderen en kan het bijdragen tot de sociale cohesie van stad of wijk. Vanuit die filosofie is het zinloos om prat te gaan op voorzieningen die je ergens buiten de stad hebt realiseert.

Zolang dat inzicht bij de gemeente ontbreekt, is zij als gesprekspartner niet serieus te nemen.

%d bloggers liken dit: