Raadslid Van Galen heeft door middel van een reactie op mijn blog laten weten dat hij niet langer bezwaar maakt tegen de openbaarmaking van het taxatierapport en dat hij zijn standpunt aan de wethouder had doorgegeven.
Wethouder Struijlaart had (via het NHD) al laten weten geen bezwaar te hebben tegen het openbaar maken van het taxatierapport en dan zijn er natuurlijk ook nog de wedergeboren democraten, die zich verenigd hebben in de oppositie.
Van hun heb ik nog geen reactie ontvangen op mijn verzoek om in ieder geval een uittreksel uit het taxatierapport (de geraamde opbrengsten en uitgaven) openbaar te maken.
Ook de reactie van de wethouder laat nog op zich wachten, maar ik heb er alle vertrouwen in, dat gezien de steeds maar groeiende groep van voorstanders er spoedig een einde zal komen aan het nu al maanden voortdurende geharrewar.
Mijn verzoek aan de raad (via het presidium) in augustus 2020 was, neem als hoogste orgaan kennis van de inhoud van de taxatieovereenkomst en bepaal (op basis van die inhoud), of die overeenkomst twee jaar na dato nog steeds geheim moet blijven.
Na 8 maanden van omtrekkende bewegingen door raad en college zijn we nu eindelijk aangekomen op het punt, dat het besluit over de marktconformiteit van de door Orez bv uitgebrachte bieding, op deugdelijke wijzen kan worden geëvalueerd.
Het heeft allemaal wat lang geduurd, maar beter ten halve gekeerd, dan ten hele gedwaald.
Ruim tien jaar heb ik columns geschreven over de lokale politiek. In totaal bijna 2500 keer wat een gemiddelde van 250 columns per jaar is. Elke column is een persoonlijke mening over de lokale politiek.
De meeste inwoners van Enkhuizen hebben een mening over de lokale politiek, maar die ventileren ze zelden in het openbaar. Gewoonlijk blijft het bij geroep op verjaardagen of in de kroeg. Geen Enkhuizer zijnde (ik ben een geboren Amsterdammer en die krijgen het met de paplepel ingegoten dat ze zich overal mee mogen bemoeien) leek het me weer eens wat anders, als ik mijn mening in het openbaar uitdroeg, zodat iedereen die het niet met die mening eens was er zijn eigen mening tegenover kon stellen.
Eén keer mocht ik een mening geven in de grote mensen krant, het NHD. (11 juni 2016)
Die luidde, dat het plichtsverzuim van de raad, plichtsverzuim van het college uitlokte.
Ik ben dat nog steeds van mening en dat is waarschijnlijk ook de reden, dat ik (door het NHD) nooit meer ben gevraagd om mijn mening te geven. Jammer, omdat de reikwijdte van mijn blog minder is dan die van de krant.
Mijn mening over het REZ is tamelijk eenvoudig. Ik geloof niets van de voordelen van een vakantiepark, zoals de raad zichzelf dat heeft wijsgemaakt.
Maar als een meerderheid van de raad daar wel in gelooft, dan blijft er voor de eenvoudige burger weinig anders over dan zich te verbazen over de manier waarop college en raad te werk zijn gegaan om hun droombeeld te realiseren.
Zo wist ik al (na de presentatie van het voorlopige ontwerp door Orez) dat het ZZM met dat ontwerp niet akkoord zou gaan en verbaasde ik me over het feit, dat het college en de raad dat niet wisten. Maar rustig doorgingen (zonder het ZZM er bij te betrekken) het voorlopige ontwerp “te verbeteren” tot een definitief ontwerp, dat vrijwel onmiddellijk nadat het werd gepresenteerd, de prullenbak in kon.
Zo heb ik me ook steeds verzet tegen het ondoorzichtige “voor wat, hoort wat” gedoe, waarbij het voor niemand duidelijk was, wat er nu eigenlijk voor wat werd geruild. We kregen een strand, maar het overgrote deel van het recreatieoord kwam in particuliere handen en we mochten onze handen dicht knijpen, dat ons dit niets zou kosten.
Om een of andere reden heeft het NHD nooit aandacht geschonken aan de meningen, die ik op mijn blog ventileerde. Misschien omdat ze meestal afweken van de meningen die de raad naar voren bracht. Maar ik bespeur sinds kort een kentering. Tanja Koopen spreekt in de krant van afgelopen zaterdag over een falende dirigent, waarmee ze bedoelt, een falende gemeenteraad. Paul Gutter omschreef onlangs de pogingen van de raad als “het bouwen van droomkastelen op drijfzand”.
Misschien dat er bij het NHD nu ook ruimte komt voor MIJN mening, dat het college ons recreatieoord voor een appel en een ei heeft over gedaan aan Orez. Uiteraard weigeren college en raad dat te erkennen, maar de krampachtige weigering van het college om de financiële bijzonderheden van die transactie openbaar te maken wijzen wel degelijk in die richting.
Als het NHD een door mij onderbouwde mening niet voldoende vindt om te publiceren, dan staat haar natuurlijk niets in de weg om een WOB verzoek in te dienen en op haar beurt te trachten de financiële informatie te krijgen die mij tot dusver werd geweigerd.
Naar aanleiding van mijn brief aan de Commissaris van de Koning liet zijn Kabinet weten dat mijn brief was doorgestuurd naar het college van B & W in Enkhuizen. Ik schat dat het zeker 2 maanden gaat duren voordat die brief beantwoord gaat worden.
Mogelijk langer, want er komt ook een nieuwe burgemeester en in december is er altijd een hele waslijst van te nemen besluiten en zienswijzen.
Niet dat ik echt zit te wachten op een antwoord van het college. Ze zullen laten weten dat het volstrekt normaal is dat je een offerte opvoert (als bewijs voor de noodzaak van een krediet) die kosten bevatten waarvan je weet dat ze niet gemaakt zijn.
De offerte die het college de raad aanbood viel in drie delen uiteen.
De kosten van verzwaring (circa € 25.000,-)
De kosten van aanleg na inhuizing. (circa € 46.500,-)
De kosten van gebruikerswensen (€ circa € 21.700,-)
Gebruikerswensen zijn kosten van inrichting die door de stichting dienden te worden betaald krachtens de overeenkomst tussen stichting en gemeente. Kosten die normaal gesproken aan de gemeente (als opdrachtgever) worden gefactureerd, maar die daarna door de gemeente bij de stichting in rekening moeten worden gebracht.
Later zou blijken dat dit in dit geval niet is gebeurd, wat neerkomt op een extra subsidie voor de stichting, zonder dat de raad daar in werd betrokken.
Mij lijken de kosten na inhuizing schromelijk overdreven, maar het belangrijkste is natuurlijk dat die kosten na inhuizing nooit zijn ontstaan, omdat de verzwaring vóór inhuizing was aangelegd. Het zou me trouwens niet verbazen als een meerderheid van de raad ook geen flauw benul had van wat het begrip “inhuizing” inhield.
In het duister tasten over waar je ja of nee op zegt, lijkt me een terugkerend onderdeel van het raadswerk.
Enfin, ik heb het Kabinet van de commissaris van de Koning dus laten weten dat ik al wist wat het college zou antwoorden. Namelijk dat zij geen bezwaar zag in de door hun toegepaste werkwijze en dat haar toezichthouder (de gemeenteraad) gelet op haar stilzwijgen er ook geen moeite mee had gehad.
Zodat het blijven wachten op het antwoord van het college neerkomt op het “op de lange baan schuiven”.
Dus wat de gemeente er van vindt is niet zo belangwekkend. Waar het mij om gaat is, wat vindt de Commissaris van de Koning er van? Vindt hij het normaal dat je (in het kader van een kredietaanvraag) kosten opvoert waarvan je weet dat ze niet zijn gemaakt?
Of, is het je als overheid toegestaan een niet waarheidsgetrouwe voorstelling van zaken geven? Mocht dat zo zijn, dan kunnen we daar in de toekomst rekening mee houden.
Het klinkt natuurlijk hartstikke stoer als je als wethouder zegt dat je ergens een klap op zult geven en dat is waarschijnlijk ook de reden dat Struijlaart zo gretig gebruik maakte van deze metafoor. In de bijeenkomst met de campinggasten op 8 september.
Klap geven
Zo’n klap geef je natuurlijk pas als alle puntjes op de i zijn gezet, maar dat is dan weer het vreemde aan de situatie. Niet alleen is de klap meer dan een jaar later dan er werd aangekondigd, dat van die puntjes op de i klopt ook niet.
Immers, er wordt inmiddels (met behulp van een verkenner) wel weer gesproken met het ZZM, maar de kou is nog lang niet uit de lucht. Zeker niet als er sprake zou zijn van een vierde landtong.
Waar je nu nog onbelemmerd uitkijkt over het IJsselmeer (als je in het museum van de Kalkovens naar de molen loopt), kijk je (in geval van een vierde landtong) uit op een verzameling vakantiewoningen.
Waar het museum zijn best doet om de sfeer van rond 100 jaar geleden in stand te houden, huppelt de gemeente daar vrolijk doorheen. Door met haar vakantiebungalowtjes de horizon te vervuilen. Want dat zal het effect zijn van een vierde landtong.
Maar goed, of deze vierde landtong deel uit maakt van de uiteindelijke plannen wordt vanavond aan de gemeenteraad medegedeeld. Niet dat ze daar verder iets over hebben te zeggen. Die mogelijkheid hebben ze zichzelf ontnomen. (zelf-castratie)
Ze mogen er alleen (eerder dan de rest van de bevolking) kennis van nemen. Zo wordt in Enkhuizen het begrip “transparantie” vorm gegeven. Pas nadat de raad is geïnformeerd, mag het klootjesvolk worden geïnformeerd.
En reken maar dat ze daar streng op zijn in de Breedstraat. Je mag, zonder dat ze er wat van zeggen, de raad van alles en nog wat op de mouw spelden. Maar wee je gebeente als je het gepeupel eerder (of gelijktijdig) informeert. Dan zijn de rapen gaar en zijn ze pas echt op hun p*k getrapt.
Vormt de klap op de overeenkomst een garantie dat het plan ook zal worden uitgevoerd? Neen, het ZZM kan nog steeds roet in het eten gooien. Maar één ding is wel zeker, mocht het plan in zijn huidige vorm niet door gaan, dan heeft Orez BV recht op een aanzienlijke schadevergoeding voor de werkzaamheden die men tot nu toe heeft verricht.
En dat vind ik nog het meest fascinerende aan de hele gang van zaken.
te veel werk
Een toezichthoudende instantie (de gemeenteraad) die het te veel werk vindt om toezicht te houden, zoals een UWV directie het te veel werk vindt, om er op toe te zien, dat er niet wordt gefraudeerd.
Nu de klap is gegeven (althans zo lijkt het, zeker weten we het pas op dinsdag als de pers wordt geïnformeerd) is er (buiten het zicht van de raad) de mogelijkheid van een miljoenenclaim op de gemeente ontstaan.
Laten we hopen dat het niet zover komt, maar mocht het wel zover komen, dan wast de voltallige raad haar handen natuurlijk in onschuld. Om vervolgens te besluiten dat de rekening voor dit incompetente gedrag doorgeschoven dient te worden naar de belastingbetaler.
De overige partijen zijn blijkbaar de mening toegedaan dat je dit geld misschien nuttiger kan besteden dan aan een al jarenlang kwijnende busverbinding voor een uiterst kleine groep gebruikers.
Wat resteert is een zogenaamde buurtbus. Connexxion stelt daarbij 8-persoons busjes ter beschikking die door vrijwilligers kunnen worden gereden.
In dat geval zal er een vereniging (van vrijwilligers) tot stand moeten komen die de exploitatie te hand neemt. De exploitatie wordt namelijk niet gezien als een taak van de (bij dit project betrokken) gemeenten. Enkhuizen, Stede Broec en Medemblik.
Op zichzelf vind ik dat een merkwaardig standpunt. Het organiseren van openbaar vervoer lijkt me bij uitstek een taak van gemeenten en niet van een vereniging van vrijwilligers. Aan de andere kant zit je dan (voor dat je het weet) vast aan een beleidsambtenaar openbaar vervoer en wat gemeentelijke planners en rijzen de kosten helemaal de pan uit.
Daarnaast dient er een bestuur te komen dat over de nodige organisatorische capaciteiten beschikt om alles in goed banen te leiden en dat moet dan allemaal in 3 maanden gerealiseerd zijn. Het lijkt me een onmogelijke opgave.
Maar bovenal vraag ik me af of de organisatie van een lijndienst die een kopie is van de door Connexxion georganiseerde lijndienst wel een oplossing is voor het vraagstuk.
Zonder te weten hoe groot die behoefte is kan ik me voorstellen dan een buslijn Wervershoof, via Andijk naar station Stede Broec in een behoefte voorziet, maar of het verstandig is om een dergelijke buslijn te combineren met een buslijn nieuwbouw Enkhuizen/Station Enkhuizen lijkt me de vraag.
Misschien moeten we het transport binnen de Enkhuizer stadsgrenzen wel afzonderlijk regelen van de lijn Wervershoof/Stede Broec.
En misschien moeten we dat dan niet via een reguliere buslijn regelen, maar eerder denken aan een soort taxi-centrale.
Kortom ik zie nogal wat beren op de weg, maar wens alle vrijwilligers die zich willen inzetten natuurlijk alle succes van de wereld.
De bedoeling achter Paljas is dat we niet alleen maar blind blijven varen op de argumenten die door het ambtelijke apparaat worden aangeleverd, maar ook rekening houden met kennis die onder de bevolking aanwezig is.
De bestaande situatie is, dat ons de besluiten worden meegedeeld, maar dat de argumenten (op grond waarvan die besluiten zijn genomen) niet of nauwelijks in de openbaarheid komen.
Reden voor Paljas om mee te doen aan de raadsverkiezingen en (indien succesvol) ook de argumenten openbaar te maken en de kiezer in staat te stellen daar op te reageren.
RTV NH heeft een website geopend waarbij je tot 3 maart kunt stemmen op “Hete Hangijzers”. Voor Enkhuizen is het eerste hete hangijzer.
In heel Enkhuizen moeten ondergrondse vuilniscontainers moeten worden geplaatst.
Hieronder de reactie van een ervaringsdeskundige.
“Sinds half december woon en werk ik in de Westerstraat. Ik ben dus nog niet zo erg ingevoerd in de lokale politiek.
Wel spel ik de Enkhuizer Courant.
Daar las ik iets over ondergrondse vuilcontainers in de hele stad. Iemand in de gemeenteraad vond die wekelijkse vuilniszakken bij de stoepranden “ontsierend en uit de tijd” (oid).
Nu kom ik uit Amsterdam, waar al jaren ondergrondse vuilcontainers zijn. En raad eens: één grote rotzooi. Alleen vuilniszakken die maar max. driekwart gevuld zijn, kunnen erin. En de rest zet je er gewoon naast.
Je gaat voor een te volle vuilniszak, oud wasrekje of leeg wijnkistje natuurlijk niet de afdeling ‘grof vuil’ bellen. Dus dan maar ernaast – bij voorkeur vlak nadat de containers geleegd zijn.
Dus zit je met de hele buurt dagenlang naar een berg rotzooi te kijken. En om dit alles mogelijk te maken, heeft de gemeente Amsterdam vuilnismannen ontslagen. Goed, hè?
Dus ik hou mijn hart vast. Want ondergrondse containers in de binnenstad verpesten de pittoreske schoonheid en houden helemaal geen rekening met de o zo moderne mentaliteit van ‘kan mij het schelen’. Die zakken die nu een avondje voor de deur staan bij winkels die om 9.00 uur open gaan – so what?”
Tot zover de ervaringsdeskundige. Op basis van wat zij zegt ben ik geneigd om te zeggen “niet doen”.
Maar als U er anders over denkt, barst dan maar los.