Eerst kolen.

Mijn ouders en grootouders probeerden hun financiële beslommeringen op orde te houden met behulp van een (door de firma Brabantia ontwikkeld) hulpmiddel, het huishoudgeldblikje.

De bedoeling was, dat uit de wekelijkse inkomsten een bedragje werd gereserveerd voor toekomstige uitgaven en in het blikje gedeponeerd.

Bij ons thuis was het de gewoonte dat het spaarblik door de vrouw des huizes werd beheerd, die dat met grote omzichtigheid deed.

Uiteraard was er nooit ergens geld voor, behalve als grootmoeder meende dat de uitgave noodzakelijk was. Plotseling bleek er dan (dank zij het blikje) toch weer ergens geld voor te zijn. Met als leidend beginsel, kolen gaan voor vakantie.

De gemeentelijke financiën werken volgens hetzelfde principe. Ook daar heeft men zelden ergens geld voor, tenzij de wethouder het belangrijk vindt.

Hij “vindt” dan geld door het van het ene naar het andere deel van het blikje over te hevelen. Wat de wethouder belangrijk of leuk vindt om zijn naam aan te verbinden, wordt gewoonlijk onder de noemer “nieuw beleid” samengevat.

Tijdens de laatste begrotingsvergadering leek de gemeenteraad een beetje op de lijn van mijn grootmoeder te zitten. Geen geld meer frivoliteiten en stokpaardjes van het college. Lijkt me geen onverstandige opstelling. Eerst kolen, dan vakantie

Stuurhut.

Enige tijd geleden twitterde Christian Bokhove over een stuk op de gemeentelijke website dat hij nog niet kende. Nieuwsgierig als ik ben heb ik ook maar even gekeken.

Het werkstukje heette “de Stuurhut” en had als onderwerp  “Advies organisatie-inrichting van het leidinggevend kader Gemeente Enkhuizen 2010”. Voor de S/M liefhebbers onder ons, U kunt het hier downloaden of lezen.

Persoonlijk verdenk ik de samenstellers van dat soort rapporten er van, dat ze hun bevindingen het liefst zo ingewikkeld mogelijk formuleren.

Met als doel, een vervolg opdracht te krijgen. Bijvoorbeeld het organiseren van een 3 daags seminar voor het leidinggevend kader (uiteraard in een geriefelijk hotel op een aantrekkelijke locatie) om ze daar (in gewoon Nederlands) uit te leggen wat de bedoeling is.

Wat velen niet beseffen is, dat het lezen van dergelijke rapporten onherstelbaar hersenletsel tot gevolg kan hebben.

Dit valt eenvoudig af te leiden uit de besluiten die door het leidinggevend kader worden genomen.

Zo moet een simpele parkeerverordening al na een jaar worden herzien en daar is dan ook nog de hulp van gewone burgers bij nodig.

Bij dit alles moet ik altijd denken aan een rapport dat jaren geleden verscheen over het functioneren van de rechterlijke macht. Het probleem was dat procedures, maanden zo niet jaren in beslag namen. De rechters meenden dat zoiets onvermijdelijk was vanwege het personeelsgebrek.

De onderzoekers vonden een andere oorzaak, namelijk dat de rechterlijke macht 60% van de beschikbare tijd besteedde aan het oplossen van de problemen binnen de eigen organisatie, zodat maar 40% resteerde voor het eigenlijke doel van de organisatie. Het spreken van recht.

Ik heb niet het gevoel dat de situatie in de loop der jaren is verbeterd. Het zou me dan ook niet verbazen als het ambtelijk apparaat (om het even welk) 70% van haar tijd zou besteden het oplossen van problemen binnen de eigen organisatie en de resterende 30% van de tijd zou besteden aan het doel waarvoor die organisatie oorspronkelijk in het leven was geroepen.

De nota “stuurhut” lijkt me daarvan een aardig voorbeeld.

N23

Het maakt voor mijn routeplanner weinig uit welk vertrekpunt ik invoer (Heerhugowaard, Hoorn, Hoogkarspel) voor een rit naar Hamburg. In alle gevallen wordt ik keurig via de Afsluitdijk en Groningen naar Hamburg geleid.

Het primaire argument voor de aanleg van de N23, een alternatief bieden voor het vervoer richting Hamburg en Bremen lijkt dan ook te berusten op een gelegenheids argument van de (bij de aanleg) betrokken ambtenaren en politici.

Aanleg is sowieso een groot woord. De N23 is gewoon een nieuwe naam voor een bestaand traject dat op een aantal punten wordt gemoderniseerd door de aanleg ongelijkvloerse kruisingen en verdubbeling van de rijbanen tussen Hoorn en Hoogkarspel.

Echt nieuw zijn alleen de aansluiting bij Heerhugowaard en de afbuiging bij Hoogkarspel.

Uiteraard is het van belang dat het bestaande traject wordt gemoderniseerd, maar de reden hiervoor is niet een toename in het verkeer richting Hamburg, maar de ongebreidelde woningbouw die heeft plaatsgevonden op het traject StedeBroec/Hoorn.

Ik beperk me maar even tot het oostelijke deel van de N23, maar ben er van overtuigd dat voor het traject Heerhugowaard/Hoorn hetzelfde zal gelden.

Het lijkt er dan ook op, dat sommige gemeenten van die woningbouw wel de lusten (winst op grondverkoop, hogere WOZ inkomsten en en hoger bijdragen uit het gemeentefonds) willen, maar niet de lasten. Namelijk opwaardering van de lokale infrastructuur.

Maar dit soort constateringen komt natuurlijk als mosterd na de maaltijd. De N23 zal er komen, in weerwil van haar dubieuze dekking waarbij alleen toekomstige bedrijven en inwoners zullen worden belast.

Maar dat is niet meer dan een worst die ons wordt voorgehouden. Als de lening voor de oplossing van het probleem N23 eenmaal is afgesloten, dan onstaan er als vanzelf weer nieuwe financiële knelpunten waarvoor een oplossing (bezuinigingen) moet worden gevonden.

Herkenbaar

In een reactie op mijn bericht “ONS probleem” stelt Jan van Oostende (ooit geprezen als zijnde het financiële geweten van de Raad) dat de aanleg van de N23 betaald moet worden uit “kwantificeerbare, herkenbare, tastbare en wel reëel beschikbare middelen.”

Dat zijn een reeks voorwaarden op een rij.

Het voorstel van wethouder Franx, de investering in de N23 ten lastte te brengen van de toekomstige grondverkopen lijkt me daar aan te voldoen. Hoewel het in die constructie geruime tijd zal duren voordat de lening is afbetaald, is het ook zo, dat eenmaal aangelegd, de weg er tot in lengte van jaren blijft liggen.

Overigens ben ik er helemaal niet van overtuigd, dat politici er naar streven de uitgaven die zij doen op herkenbare wijze te presenteren  Eerder denk ik, dat ze alle mogelijke moeite doen om te voorkomen dat de burger ook maar inzicht krijgt in de financiële besluiten die ze nemen.

De harde werkelijkheid is, dat de aanleg van de N23 elke inwoner van Enkhuizen € 280,- kost. Geen blijde boodschap natuurlijk, wat bij menig kiezer wel eens kwaad bloed zou kunnen zetten.

Daarom kiest men liever voor een lening. De kosten daarvan bedragen ruim € 10,- per jaar per inwoner en daar zal niemand wakker van liggen.

De aflossing van lening wordt simpelweg op de schouders gelegd van degene die in de toekomst in Enkhuizen een bouwkavel willen kopen.

Tenminste, zo doet men het voorkomen. Men wil € 10,- m2 meer vragen voor bouwkavels. Maar dat is natuurlijk een absurde voorstelling van zaken.

Je kunt niet met iemand een kavelprijs overeenkomen en hem vervolgens doodleuk vertellen, dat de prijs € 10,- meer is zijn vanwege de aanleg van de N23.

Bovendien, als iedereen profiteert van de aanleg van de N23 (zoals wordt gezegd), waarom zouden dan alleen de mensen die een bouwkavel kopen voor de aanleg moeten betalen?

In werkelijkheid gebeurt dat ook niet. Mensen kopen bouwkavels op basis van marktwaarde en de gemeente doet niet anders dan een voorschot nemen op de toekomstige opbrengst van die kavels. Men neemt als het ware een hypotheek op de eigen grond.

Of een en ander verantwoord is hangt een beetje af hoe de totale schuld van de gemeente zich verhoudt tot haar jaarlijkse inkomsten. Daarover heb ik niets gelezen, maar daar weet Jan van Oostende vast een antwoord op.

Dekking

Een hot item in de commissie grondgebied was de dekking van de lening die de gemeente wil afsluiten om onze bijdrage aan de realisatie van de N23 te kunnen betalen.

Onder dekking verstaan ze bij de gemeente “datgene wat we ons zelf wijsmaken over hoe we die lening weer gaan terugbetalen”.

Met uitzondering van de VVD hadden alle partijen daar wel vragen over. Begrijpelijk want Wethouder Franx had zich er met een Jantje van Leiden van afgemaakt.

Hij had de hoeveelheid verkoopbare grond van de gemeente opgeteld en het benodigde bedrag gedeeld door het aantal m2 grond. Daaruit bleek dat als je de totale hoeveelheid grond voor € 10,- m2 meer zou verkopen, je de lening zou kunnen afbetalen.

De rekensom klopt natuurlijk, alleen moet je er niet te lang over nadenken, anders begin je jezelf af te vragen waarom je die grond niet voor € 20,- meer verkoopt, dan zijn we meteen van alle andere problemen af.

Overigens verbaasde ik me een beetje over de commotie, want bij de aankoop van de Uilenbanen werd dezelfde truc toegepast en hoorde ik er niemand over.

Maar het getob over de dekking is eigenlijk volstrekt irrelevant. Zolang de gemeente de te betalen rente uit de jaarlijkse inkomsten kan betalen en de waarde van haar bezit (verkoopbare grond of onroerend goed) voldoende is kan ze vrolijk doorgaan met lenen.

Welke verhaaltje je daar verder bij verzint is van ondergeschikt belang. Franx weet dat natuurlijk zelf ook wel, maar op aandringen van de Raad heeft hij toch toegezegd dat hij nog eens zal kijken wat voor andere verhaaltjes hij nog kan bedenken.

Windowdressing heet zoiets in het engels. In Nederland roepen we “als je haar maar goed zit” om aan te geven dat iets er niet toe doet, maar die uitdrukking kan Franx (om tamelijk voor de hand liggende redenen) nou net weer niet gebruiken.

Dik Trom

In commissie BOFS kwam ook de opheffing van de dienst gemeentewerken nog even langs.

Heeft die opheffing inderdaad de beoogde kwart miljoen opgeleverd wilde Bokhove weten. “Ja” antwoordde burgervader Baas volmondig. “Kunt U dat ook cijfermatig onderbouwen” was de vervolgvraag.

Nee, want die besparingen zijn inmiddels in de begroting verwekt. liet Baas vervolgens weten. Dat mag U vervelend vinden, maar zo is het nu eenmaal.

Een tamelijk schokkende opmerking voor iemand die het op zich heeft genomen de verhoudingen binnen de Raad te verbeteren.

Immers, burgemeester Baas ontpopt zich hier als een hedendaagse Dik Trom, die er niet voor schuwt de Raad een worst voor te houden in de veilige wetenschap dat ze die nooit te pakken zullen krijgen.

Andere pareltjes uit het debat over de najaarsnota.

Voorzitter de Jong, “het is niet de bedoeling dat we twee dagen over cijfertjes gaan zitten praten”

Wethouder Franx, “U stelt veel te veel gedetailleerde vragen, daar weet ik het antwoorde niet op, stel ze maar schriftelijk”.

De ambtenaar, “er zijn nu eenmaal lasten en baten, soms zit het mee  en dan weer zit het tegen en daarvoor hebben we dan weer het frictiefonds”.

Eindconclusie, de gemeentefinanciën zijn in handen van een clubje surrealisten die in hun eigen werkelijkheid hebben geschapen.

Zorgsaus

Tijdens de behandeling van het SMC project stelde commissielid Arno Noorman (CU) een aantal prangende vragen over de financiële haalbaarheid van het hele project.

Gelukkig weer iemand die verstand heeft van financiële zaken verzuchtte v.d. Pluim (GL) en dus bleef dat aspect tijdens de Raadsvergadering vrijwel onbesproken, want partijgenoot Kuijsten dweept (net als de andere raadsleden overigens) nu eenmaal met zorgsaus.

De saus waarmee je elk probleem op smaak kunt brengen.

Is het aantal vierkante meter zorg wel voldoende en is de aangeboden zorg wel in overeenstemming met hetgeen er was toegezegd. Dat soort van dingen dus.

Ik vrees dat het probleem hieruit bestaat, dat als het om geld gaat onze raadsleden al snel met de mond vol tanden staan, terwijl ze, zolang het het maar over zorg gaat, lekker kunnen getuigen van hun enorme betrokkenheid met de zorgbehoevende medemens.

Maar de zorg is natuurlijk gewoon bijzaak. Het gaat er om dat de gemeente zoveel mogelijk krijgt voor het lapje grond dat ze in de aanbieding heeft.

Geen idee wat de netto opbrengst van die transactie is, maar Bokhove weet ongetwijfeld de link naar de  opbrengstprognose en ik vertrouw er op dat hij niet te beroerd zal zijn om hem toe te sturen.

Harlekijnen

Afgelopen donderdagmiddag bezocht ik de door de gemeente georganiseerde bijeenkomst over het toekomstige ouderenbeleid.

Ik dacht zo’n tiental leeftijdsgenoten aan te treffen, het was immers prachtig weer, maar er bleken meer dan 150 belangstellenden te zijn.

Die werden keurig in groepjes opgedeeld, waarna ze een aantal door de gemeente gestelde vragen mochten beantwoorden. Vervolgens werden die antwoorden weer in de hele groep gegooid, maar toen was ik al weer naar huis. Er zijn, zeker als het mooi weer is, grenzen aan mijn bereidheid tot medewerken.

Bovendien heb ik in de zeventiger jaren zelf leiding mogen geven aan dat soort van processen en dus weet ik wel een beetje hoe het verder gaat.

Is deze vorm van “beginspraak” nuttig?

Wie mijn stukjes over de stadsvisie heeft gelezen, weet dat ik daar grote twijfels over heb.

Een beetje beleidsambtenaar moet geacht worden in staat zijn een nota te schrijven waarin de belangrijkste knelpunten en de daarbij bijbehorende oplossingen aan de orde komen. Dat zou je vervolgens kunnen bespreken, wat me een mooie taak lijkt voor de diverse politieke partijen, waarna er besluitvorming kan plaatsvinden in de Raad.

Als je 150 mensen wat algemeen gestelde vragen laat beantwoorden zitten daar altijd wel antwoorden tussen die aansluiten bij de strategie die je voor ogen staat. Daar verwijs je naar in je nota. Tegelijkertijd zitten er echter ook een groot aantal suggesties tussen waar je als overheid geen trek in hebt, maar die kun je eenvoudig negeren. Geen haan die daar verder naar kraait.

Net als bij de stadsvisie roep je vervolgens, dat rekening is gehouden met de wensen van de bevolking bij het opstellen van het ouderenbeleid en dat daarom een discussie in de Raad feitelijk overbodig is. Dit zou getuigen van minachting van de wensen van de bevolking.

Daar heeft het merendeel van de raadsleden  verder geen enkele moeite mee. Eerder die week had men zichzelf al (uit vrije wil) het zwijgen opgelegd.

Wat dat betreft bevat het praatclubje in de Breedstraat een behoorlijk aantal harlekijnen. Je hoeft maar aan het touwtje te trekken en ze maken allemaal dezelfde beweging.

Clubhuis

Volgens Joke Kuijsten (CU/SGP) vergrijst Enkhuizen en is daarom de constructie van een lift in de Drommedaris een voorziening die noodzakelijk is. Want daarmee worden de daar georganiseerde culturele activiteiten ook voor bejaarden toegankelijk.

Een helder, maar verder volkomen absurd standpunt.

Ik geef toe, ik ben een cultuurbarbaar en heb al meer dan 20 jaar geen culturele manifestatie in de Drommedaris bijgewoond.

Ik ken dus de bezoekersaantallen niet en ik weet ook niet of het daar gepresenteerde bijzonder aantrekkelijk is voor ouderen.

Graag had ik van Joke gehoord hoeveel ouderen er gefrustreerd door het leven gaan, omdat ze (vanwege het ontbreken van een lift) een manifestatie in de Drommedaris niet hebben kunnen bijwonen.

Er zijn ouderen die probleemloos met de trein afreizen naar Amsterdam, Utrecht of Scheveningen om daar een musical bij te wonen.

Kunnen we de zaken niet zo organiseren dat we culture activiteiten (die voor ouderen interessant zijn) te laten plaatsvinden op plekken waar de toegankelijkheid geen enkel probleem vormt?

Omdat ooit eens een slimme student (Rijfkogel) bedacht heeft, dat als je iets een cultureel centrum noemt je niet alleen gratis een monument ter beschikking krijgt, maar je ook nog subsidie krijgt voor de exploitatie ervan, moeten we daarom tot in lengte van dagen blijven doorgaan met het geschikt maken van de Drommedaris voor iets waar het niet geschikt voor is te maken.

De Drommedaris heeft volgens mij nooit anders gefunctioneerd dan als clubhuis voor een kleine elite. Eerst waren het de studenten, daarna kwamen de geitenwollensokken en nu zijn het (op aandringen van de gemeente) wat zakelijker ingestelde types.

Die zijn zo zakelijk, dat er wel eerst een paar miljoen bij moet om hun clubhuis aan de eisen van de tijd te laten voldoen. Weggegooid geld natuurlijk, want het blijft uiteindelijk wat het altijd is geweest, een clubhuis voor de happy few.

Declaraties

Kort geleden kwam er een Twitter voorbij, waarin werd gewezen op het feit dat Enkhuizen bij de landelijke toptien behoorde waar het ging om het in standhouden van het WMO (Wet Maatschappellijke Ondersteuning) loket. Mooi resultaat natuurlijk.

Op het internet kwam ik nog een lijstje tegen waarin Enkhuizen in de toptien stond. Namelijk als gemeente die op vijf na de hoogste declaratie had ingediend voor het verstrekken van gegevens die feitelijk openbaar zijn.

Het gaat om het verstrekken van de declaratiegegevens van B&W opgevraagd door RTL nieuws. Enkhuizen vroeg daar € 599,70 voor. Je zou daar uit kunnen opmaken dat er door B&W op los gedeclareerd is (en er dus veel opgezocht moest worden), maar het kan natuurlijk ook zijn dat de klerken ten stadhuize weinig efficiënt werken.

Wie zal het zeggen, want de uitkomsten van Enkhuizen is wel toegezegd, maar helaas nog niet beschikbaar. Er is nog slechts een voorlopig overzicht van een beperkt aantal gemeenten dat U hier aantreft.

RTL concludeert overigens op basis van de eerste gegevens, dat in 80% van de gevallen onze bestuurders ten onrechte declaraties indienen. Ze krijgen namelijk een maandelijkse onkosten vergoeding waaruit ze die kosten zouden moeten betalen. Een interessante observering, zeker nu bezuinigingen aanstaande zijn.

Voor de gemeente Enkhuizen bedraagt de vergoeding voor wethouders € 612,- per maand.

Het is natuurlijk merkwaardig dat het niet gemeenteraadsleden zijn die er op dringen dat de bestuurders dit soort zaken openbaar maken, maar dat men afwacht tot buitenstaanders er om vragen.

Heeft waarschijnlijk iets te maken met de serviele houding die onze vertegenwoordigers aannemen zodra ze eenmaal zijn gekozen.

Hoe dan ook, zodra de cijfers over Enkhuizen via RTL beschikbaar zijn zal ik er melding van maken. Tenzij de gemeente zelf besluit (al dan niet op aandringen van de raadsleden) om die gegevens openbaar te maken.

%d bloggers liken dit: