Een dag of wat geleden stelde ik mezelf onder het kopje “Overal Bezuinigen” een vraag.
Als je meent, dat je door het fuseren van het ambtelijke apparaat kunt bezuinigen, waarom doe je dan niet hetzelfde voor het bestuurlijke apparaat.
Daarop hebben een oud raadslid, Christaan Bokhove en een zittend raadslid Hans Langbroek gereageerd, terwijl het raadslid Emile van Marle via twitter ook nog een duit in het zakje heeft gedaan.
Uiteraard prijs ik hen voor het feit dat zij het aangedurfd hebben om te reageren. De standaard reactie van Enkhuizer raadsleden en het college is immers, dat men opvattingen (die niet afkomstig zijn van het ambtelijk apparaat) als niet ter zake doende negeert.
Tenzij het gaat om loftuitingen natuurlijk.
Dat neemt niet weg, dat ik vind dat de drie die wel gereageerd hebben toch een beetje om de hete brij heen draaien.
Om te beginnen het formele argument van de bestuurders om het bestuurlijke apparaat NIET te fuseren.
“Dan kunnen we gewoon ons paspoort blijven halen in de eigen gemeente.” Daarvan hoef ik hopelijk niet nog eens uit te leggen hoe volkomen onbenullig dat argument wel niet is.
Dan de reactie van Bokhove, schaalvergroting leidt niet automatisch tot bezuiniging en vergroot de afstand burger/politicus.
Dat is een opvatting die je kunt koesteren, maar tegelijkertijd kunt je niet ontkennen dat schaalvergroting wel degelijk kan leiden tot een efficiënter gebruik van de beschikbare middelen. We kunnen wel terug willen naar de tijd dat Enkhuizen zijn eigen ziekenhuis had, maar niemand geloofd nog serieus, dat je daarmee het niveau van zorg kunt leveren dat het WFG op dit moment levert.
Wat de afstand burger/politicus betreft. Ik denk dat de gemiddelde politicus de burger ziet als iemand die hij tijdens verkiezingstijd een folder in de hand kan drukken, maar waar hij (in de tussenliggende tijd) liever geen bemoeienis mee heeft.
Dat geldt natuurlijk weer niet voor Christian, maar hij is dan ook de uitzondering die de regel bevestigd.
Langbroek en van Marle wijzen in hun reacties op anderen die (in het verleden) niet wilden. In dit geval Stede Broec. Ik vind dat een weinig valide argument omdat het een verwijzing naar verleden is en de opvattingen inmiddels zijn gewijzigd.
Immers, de colleges (en daarmee ook een meerderheid in de drie raden) zijn tot de conclusie gekomen dan een fusie van de ambtelijke organisaties de enig juiste weg voorwaarts is.
Heb ik verder geen moeite mee, maar mijn vraag was, als een meerderheid in deze drie gemeenten die opvatting is toegedaan, wat zijn dan de eigenlijk de argumenten om niet hetzelfde te doen voor de drie bestuurlijke organisaties.
Dat lijkt me een legitieme vraag die je als Enkhuizer raadslid best kunt stellen aan je collega raadsleden in de andere gemeenten. Natuurlijk niet als een terloopse opmerking tijdens een commissievergadering, maar gewoon in het openbaar.
Ik neem aan dat de verslaggever van het NHD best bereid is daarbij behulpzaam te zijn zodat de bevolking van de drie gemeenten op zijn minst weten waarom het ambtelijk apparaat WEL en het bestuurlijk apparaat NIET moet fuseren. Maar publiekelijk (en daarmee bedoel ik buiten de raadszaal) ergens over discussiëren is iets waar raadsleden van alle drie gemeenten kennelijk een broertje aan dood hebben.
Mijn voorlopige conclusie is dan ook nog steeds, dat de ambtelijke top belang bij een fusie heeft, omdat zij (na een fusie) aanspraak kan maken op indeling in een hogere salarisschaal.
Voor de bestuurlijke top zal een fusie van het bestuurlijk apparaat neerkomen op direct verlies van werkgelegenheid. Met name voor degenen die de uiteindelijke beslissing nemen, de raadsleden.
En dus is gekozen voor deze oplossing waarmee beide partijen hun eigen belangen veilig stellen. Of daarmee het belang van de bevolking van die drie gemeenten gediend is, blijft echter nog steeds de vraag, omdat zodoende een mogelijkheid tot besparing van de kosten om zeep word geholpen.