Verlies van vertrouwen.

Mijn laatste bericht (voor Pasen) ging over leiderschap en de daarbij behorende kwaliteiten. Naar aanleiding van een tweet van mevrouw Keesman, lokale fractievoorzitter van de SP.

In haar tweet sprak ze over het gedrag van de landelijke partijen D66 en het CDA en de schade die ze met hun optreden (in de landelijke politiek) hadden toegebracht aan het vertrouwen in de democratie.

Grote woorden en verwijten, die ik heb vergeleken met haar eigen optreden in de lokale politiek.

Niet alleen was ze er in geslaagd te voorkomen, dat een jarenlange samenwerking tussen twee lagere scholen in de binnenstad tot het beoogde resultaat (een ikc) zou leiden. Ze had er ook voor gezorgd, dat het college (door middel van een motie) werd opgedragen om een nieuw samenwerkingsverband (tussen twee andere scholen) te bevorderen.

Namelijk tussen pcbs Mozaïek locatie Veste en Montessorischool De Wegwijzer.

Mevrouw Keestman is de echtgenote van de voormalig directeur van de laatste basisschool. Hoewel het haar vrij staat om tijdens een openbare raadsvergadering een samenwerking tussen genoemde scholen te bepleiten, had zij er beter aan gedaan om zich (bij het stemmen over dit onderwerp) van stemmen te onthouden.

In ieder geval zal het lokale vertrouwen in de democratie niet zijn toegenomen, nu mevrouw Keesman aan een stemming heeft deelgenomen, waarin het college gevraagd werd haar echtgenoot (en de school waar hij werkt) te begunstigen.

Zonder haar deelname zouden de stemmen gestaakt hebben en zou het advies aan het college aanzienlijk minder dwingend zijn dan het nu is.

In ieder geval hoop ik er op, dat partijen in de raad er tijdens de eerstkomende raadsvergadering in zullen slagen om deze tamelijk opvallende vorm van belangenverstrengeling weer ongedaan te maken.

Schadevergoeding

brede school1Het gebrek aan interesse van raadsleden voor de opvattingen die niet door het college gedeeld worden valt overigens wel te verklaren.

De primaire taak van raadsleden is immers het goedkeuren van de voorstellen die door het college worden voorgelegd. Omdat het college uiteraard geen voorstellen zal doen waar zij zelf (of haar ambtelijke staf) het niet mee eens is, kun je je als raadslid behoorlijk wat tijd besparen als je je niet verdiept in zaken waarvan je weet, dat  het college toch niet met een voorstel zal komen.

Tegen die achtergrond lijkt het dan ook logisch, dat raadsfracties het teveel moeite vinden om kennis te nemen van de opvattingen van de schoolbesturen inzake de realisatie van een brede school. Het zijn namelijk opvattingen die duidelijk niet worden gedeeld door het college.

Ook kan ik me niet voorstellen dat er (naast de partijen die aanwezig waren op de informatiebijeenkomst die door de schoolbesturen was georganiseerd, NE, PvdA en HEA) behoefte is aan nadere informatie door andere partijen.  Dat maakt, dat een gang naar de rechter bijna onvermijdelijk is, tenzij de schoolbesturen gehoor geven aan het door de gemeente gestelde ultimatum.

Het college is er van overtuigd dat zij een dergelijke rechtsgang winnend kan afsluiten. Ik twijfel.

In een eerdere fase is een poging tot wijziging van het ontwerp (door Madjoe)  af geserveerd als zijnde  de poging van een “rupsje nooit genoeg.”

Het alternatief van de schoolbesturen ondergaat (zo te zien) hetzelfde lot.

Dit roept vraagtekens op voor wat betreft het inspraaktraject  dat wordt doorlopen. Dat is wettelijk verplicht, maar het effect daarvan mag kennelijk niet zijn dat de oorspronkelijke plannen zullen moeten worden aangepast.

En dat sluit dan weer prima aan bij een observatie van een van de deelnemers aan dat inspraaktraject.

“We mogen hier van alles naar voren brengen, maar ik zie niemand van de gemeente daar aantekeningen van maken en verslagen van dit soort van bijeenkomsten worden er sowieso niet gemaakt”.

In dat licht bezien vraag ik me af hoe sterk de juridische positie van de gemeente wel niet is.

Zal de rechter met de gemeente van mening zijn, dat een (wettelijk voorgeschreven inspraakprocedure) er nooit toe zal mogen leiden dat de oorspronkelijke plannen een wijziging zullen ondergaan?

En dat op grond daarvan schoolbesturen verplicht kunnen worden een schadevergoeding aan de gemeente te betalen als zij een dergelijke wijziging nastreven?

Desinteresse

brede school1Van de discussie over de brede school vorig jaar heb ik weinig meegekregen omdat ik destijds nogal wat tijd in het ziekenhuis doorbracht. Wel begreep ik dat de voltallige raad dit een prima voorziening vond en dat om die reden het gevraagde krediet was toegekend.

Over het verdere verloop is me verteld, dat de samenwerkingspartner van de gemeente (in deze kwestie) de samenwerkende schoolbesturen zijn.

Die hebben een nieuwe voorzitter gekozen die niet van de straat is, maar vaker met dit bijltje (het oprichten van een brede school) heeft gehakt.

Vanuit die expertise hebben de schoolbesturen een alternatief plan ingediend, dat niet helemaal lekker is gevallen bij de ambtelijke staf en de verantwoordelijke wethouder, Klaas Kok.

Verder heb ik begrepen, dat (na het indienen van de alternatieve plan) de communicatie tussen schoolbestuur en gemeente tot het nulpunt is gedaald wat uiteindelijk resulteerde in de raadsbrief van 12 augustus 2014.

Die raadsbrief is weer gevolgd door een nieuwe raadsbrief van 27 augustus 2014 waarin de vervolgstappen worden aangekondigd.

Die komen er op neer, dat tenzij het schoolbestuur zich op korte termijn voegt naar hetgeen er (volgens het college) in een raadsbesluit is vastgelegd, het college het schoolbestuur in rechte zal aanspreken over de door de gemeente tot dusver gemaakte kosten inzake de brede school.

Die zijn door het college begroot op € 500.000,-.

Een vorstelijk bedrag natuurlijk, wat mij weer doet afvragen, hoeveel heeft de gemeente dan wel niet uitgegeven aan projecten als bijvoorbeeld het SMC en de Drommedaris en waarom zijn die samenwerkingspartners niet op soortgelijke (krachtdadige) wijze benaderd.

Beide hierboven genoemde raadsbrieven zijn informatief, dus de raad hoeft zich verder nergens mee bezig te houden. De beslissing of het schoolbestuur wel of niet voor de rechter gedaagd zal worden ligt kennelijk binnen de privileges  van het college.

Ik kan me trouwens ook niet voorstellen dat een raadsmeerderheid daar zinnige opmerkingen over zou kunnen maken. Op 19 augustus j.l is er een raadsinformatiebijeenkomst geweest waarin de schoolbesturen hun plannen hebben uiteengezet.

Volgens mijn informant waren van de 9 fracties in de raad er maar 3 vertegenwoordigd.

Of de plannen van de schoolbesturen beter of slechter zijn dan die van het gemeentebestuur kan ik moeilijk beoordelen.  Ik verbaas me alleen over de desinteresse van raadsleden als het gaat om plannen die niet (op voorhand) de goedkeuring van het college wegdragen.

Aandringen

Aandringen
Aandringen

Tijdens de raadsvergadering van afgelopen dinsdag stelde de fractievoorzitter van de VVD (D. Stomp) een interessante vraag. Althans in mijn ogen.

Mijn informatie is, dat er, nadat er door het schoolbestuur een alternatief plan voor de brede school was ingediend, nauwelijks nog contact is geweest met de gemeente. E-mails werden niet beantwoord, telefoons niet opgenomen, verzoeken om terug te bellen niet gehonoreerd.

Ik heb dat soort dingen wel vaker gehoord. Zodra de dingen niet gaan overeenkomstig de wensen van de gemeente sluit men zich af van de buitenwereld. Waarom weet ik niet. Angst misschien?

Dat er dingen worden gezegd waar de wethouder het achteraf niet mee eens blijkt te zijn? Ik heb werkelijk geen idee.

Maar hoe dan ook, Stomp vroeg of dus of er na de aanbieding van het alternatieve plan nog gesproken was met het schoolbestuur. Daaruit concludeerde ik, dat Stomp kennelijk over dezelfde informatie beschikte als ikzelf en dat hij daarvan een bevestiging wilde van wethouder Olierook.

Die kreeg hij niet. Olierook riep wat over de goede contacten met het schoolbestuur in het algemeen, maar dat was natuurlijk geen antwoord op de vraag van Stomp. De vraag had betrekking op de periode nadat het schoolbestuur haar alternatieve plan had ingediend.

Maar in plaats van aan te dringen op een antwoord op de door hem gestelde vraag, liet Stomp het er bij zitten. En dat vind ik dan weer teleurstellend.

Je zou toch op zijn minst verwachten dat een raadslid net zo lang blijft aandringen tot hij antwoord krijgt op de vraag die hij gesteld heeft.

Aandacht besteden

brede school1
Brede school

In haar laatste raadsbrief (inzake de voorbereiding van een brede school) laat het college weten dat zij overweegt bij het schoolbestuur een schadeclaim in te dienen wegens het zich niet houden aan de gemaakte afspraken.

In haar voorlaatste raadsbrief (inzake verder uitstel van de Okselplannen) kiest men voor een gehele andere benadering.

De gemeentelijke partner in dat dossier is de ontwikkelingsmaatschappij Krabberszand BV die al sinds 2001 eigenaar is van de grond in de Oksel (maar die daar pas voor zal betalen als de grond wordt overgedragen). Ontwikkelingsmaatschappij is trouwens een groot woord voor deze BV die geen werknemers in dienst heeft.

De werkwijze van deze BV is (gebruik maken van de goede persoonlijke relatie met het gemeentebestuur) voor een zacht prijsje grond van de gemeente kopen, een plan te ontwikkelen en vervolgens plan en grond door te verkopen aan een een investeerder.

Grappig is dat volgens de notulen van de vergadering waarin de grond werd verkocht, D66 woordvoerder Boland laat aantekenen dat hij de verkoopprijs te laag vindt in vergelijking met de grondprijzen van de nabijgelegen industrieterreinen.

Maar goed, de grond is in 2001 verkocht (maar nog niet betaald) en er is in 2009 een omgevingsvergunning verleend, wat ook de nodige werkzaamheden met zich zal hebben meegebracht, terwijl er nog steeds geen uitzicht is op realisatie van het plan.

Er is niet meer dan een wat vage toezegging dat men deze keer in gesprek is met een serieuze klant.

Project Oksel
Project Oksel

De klemmende vraag is nu, wat is precies het verschil tussen een dubieuze ontwikkelingsmaatschappij die de gemeente nu al dertien jaar lang aan het lijntje weet te houden en een (in mijn ogen tamelijk serieus) schoolbestuur dat er van overtuigd is een beter plan te hebben dan door de gemeente is ontwikkeld en daarvoor “bestraft” wordt met de dreiging van een juridische procedure over de reeds gemaakte kosten.

Je zou dit zelfs in een nog breder verband kunnen stellen.

Wat is eigenlijk het verschil met de Nijs, waarbij de gemeente een overeenkomst aangaat om een SMC te realiseren om vervolgens met weer een andere partij een soortgelijke overeenkomst aangaat gaan en het voor de Nijs onmogelijk wordt om de met haar gemaakte afspraak tot een goed einde te brengen.

De Nijs heeft via het NHD laten weten dat men liever een onderhandse oplossing zoekt dan via schadeclaims die kwestie af te wikkelen, maar als de voorbereidende werkzaamheden (sinds 2013) voor een brede school de gemeente al of € 300.000,- hebben gekost, wat moet het 7 jaar voortdurende geklungel rond het SMC de gemeente dan wel niet hebben gekost? We praten dan al gauw over miljoenen schat ik zo.

En wie is dáár eigenlijk verantwoordelijk voor.

Wethouders komen en gaan. Maar de constante factor bij dit alles is natuurlijk de voorzitter van het college en de ambtelijke staf die hij vertegenwoordigd.

Zou het niet eens tijd worden als onze immer alerte volksvertegenwoordigers eens aandacht aan dit soort zaken zouden gaan besteden?  Of moeten we daarvoor weer wachten tot oktober, wanneer de vakantie voorbij is?

%d bloggers liken dit: