Bizarre vertoning.

Nadat ik had mogen bepleiten dat mijn bezwaar ontvankelijk moest worden verklaard mocht Bob Sikkema uitleggen was er mis was met de overwegingen die de raad gebruikt had om het taxatierapport geheim te verklaren.

De eerste overweging berust op een slimme verdraaiing van de feiten. Omdat het taxatierapport betrekking had op het hele project mocht het rapport pas openbaar gemaakt worden na afloop van het project, was de bewering.

Het rapport had echter alleen maar tot doel te beoordelen of een voorgestelde exploitatieopzet (met behulp van een taxatie) marktconform was.

Na de conclusie, dat het bewijs van marktconformiteit (door het taxatierapport) was geleverd, kon de Anterieure Overeenkomst (op basis van de exploitatieopzet) worden opgemaakt en door partijen getekend.

Na ondertekening bepaalt de AO wat er tussen partijen is afgesproken en speelt de taxatie verder geen enkele rol. Wie de conclusie heeft getrokken dat er sprake was van een marktconforme exploitatieopzet is niet duidelijk.

Heeft de taxateur die conclusie getrokken of heeft die alleen maar een reeks ramingen gepresenteerd, waaruit het college de conclusie heeft getrokken dat het bewijs van marktconformiteit is geleverd.

Het college heeft de exploitatieopzet van Orez bv geheim verklaard en ook de taxatie van die exploitatieopzet geheim verklaard, maar beweert wel, dat de taxatie uitwijst dat de exploitatieopzet marktconform is.

Inmiddels beschikken we echter over een exploitatieopzet van hetzelfde project waaruit blijkt dat de exploitatiewaarde 30 miljoen hoger is dan de waarde die door de gemeente marktconform is verklaard.

Als de gemeente gevraagd wordt het bewijs van marktconformiteit te leveren vraagt ze de raad om dit bewijs geheim te verklaren.

Uiteraard zijn de overwegingen van de raad om tot geheimverklaring over te gaan tijdens de hoorzitting ter sprake gebracht, maar omdat noch de juridische afdeling, noch de vertegenwoordiger van de raad kennis hadden van de tekst van het rapport bleven vragen onbeantwoord en verzandde uiteindelijk alles in veronderstellingen.

Alle door de raad gebruikte argumenten om het rapport geheim te verklaren berusten op door het college aangereikte feiten, waarvan de juistheid niet kan worden gecontroleerd, omdat de feiten geheim zijn verklaard.

Na anderhalf uur was deze bizarre vertoning voorbij.

Wanprestatie.

Wat de toeslagenaffaire ons leert, is dat overheidsbureaucratieën er heel erg moeilijk toe te bewegen zijn om te erkennen, dat ze fouten hebben gemaakt.

Dat de toeslagaffaire überhaupt aan het licht gekomen is danken we aan de vasthoudendheid van een tweetal dwarsliggers in de Tweede Kamer. Pieter Omtzigt en Renske Leijten.

Op lokaal niveau is de situatie niet veel anders. Wat elke weldenkende burger na 5 minuten duidelijk is, wordt door 16 van de 17 raadsleden nog gewoon ontkent. Het feit, dat grond op het REZ ver beneden haar eigenlijke waarde is verkocht.

Helaas liggen de Enkhuizer volksvertegenwoordiging alleen maar dwars als het om de bouw van een school gaat. Wanprestaties van de uitvoerende instanties op lokaal niveau worden niet opgemerkt, of met de mantel der liefde bedekt.

Hoewel het college (voor zover kan worden nagegaan) de raad nooit gevraagd heeft om in te stemmen met de grondverkoop tegen een belachelijk lage prijs (1% van haar werkelijke waarde), acht vrijwel de voltallige raad zich kennelijk toch verantwoordelijk voor de gang van zaken.

Dus werkt ze gedwee mee aan het in de doofpot stoppen van deze uitzonderlijke wanprestatie.

Door zich (op voorstel van het college) een geheimhoudingsplicht op te leggen heeft de raad het voor zichzelf onmogelijk gemaakt om zich op wat voor manier over het onderwerp uit te laten.

Een daad van ongekende lafheid natuurlijk, maar dat is helaas de huidige stand van zaken. In plaats van stappen te ondernemen om de toegebrachte schade te beperken, kijkt de raad werkeloos toe en verklaart men het bewijs van een door het college geleverde wanprestatie geheim.

Na ons, de zondvloed.

Naast de “overweging “, dat het taxatierapport (dat het bewijs inhield dat de uitgebrachte bieding op de grond marktconform was) niet eerder openbaar gemaakt mocht worden dan nadat het gehele project was uitgevoerd, “overwoog” de raad ook nog andere zaken.

Zoals bijvoorbeeld de overweging, dat openbaarmaking van het taxatierapport de uitkomst van besprekingen met Droomparken zou kunnen beïnvloeden.

Een opvatting, die werd weersproken door raadslid Stomp (VVD), wiens betoog er op neerkwam, dat voor wie op de hoogte was van de inhoud van de door Orez voorgelegde exploitatieopzet, de inhoud van het taxatierapport nauwelijks nog geheimen kon bevatten.

Overigens waren de besprekingen met Droomparken een vrij recent argument om de geheimhouding in stand te houden. Het werd bijvoorbeeld niet gebruikt om mijn verzoek om inzage af te wijzen.

Dat verzoek was een jaar eerder gedaan en een gesprek met Droomparken was toen nog niet als noodzakelijk beoordeeld. Omdat men toen nog verkondigde dat er niets mis was met de overeenkomst met Orez.

Pas toen Struijlaart het veld had geruimd en zijn opvatting (er is helemaal niets aan de hand) niet langer houdbaar bleek, werd er besloten om advies te vragen.

Aan het bureau, dat eerder de marktconformiteit bewezen had verklaard en ook had geadviseerd om het “bewijs” ervan onmiddellijk geheim te verklaren.

Het soort van deskundigheid waar Keesman (SP) diep van onder de indruk is en waar ze zich achter denkt te kunnen verschuilen. [Mijn naam is Haas, ik weet van niets, maar ik volg slechts het advies van deskundigen]

Kortom, er worden voortduren nieuwe overwegingen verzonnen, die stuk voor stuk pogingen zijn, om de Wet Openbaarheid Bestuur te ondermijnen in plaats van haar uit te voren.

Pogingen die je alleen maar een halt kunt toeroepen door inschakeling van de bestuursrechter, omdat de democratische toezichthouder (de gemeenteraad) geen zin heeft om haar werk te doen.

Meer dan een jaar geleden (18 augustus 2020) verzocht ik de raad om kennis te nemen van de inhoud van het taxatierapport om op basis van de inhoud een oordeel te vellen over de vraag of het rapport nog langer geheim moest blijven.

Ik ben er inmiddels van overtuigd, dat de overgrote meerderheid van de raad (op advies van het college) nooit aan dat verzoek heeft voldaan, maar zich (in plaats van zelf een mening vormen) liever een mening laat opdringen.

Door het college. Op basis van krakkemikkige “overwegingen”, die de toets der kritiek niet kunnen doorstaan en uit duidelijk herkenbare drogredenen bestaan.

Wat tot de treurige conclusie leidt, dat democratisch toezicht op de gedragingen van de overheid kennelijk niet werkt. We zien het niet alleen bij de landelijke overheid, maar ook bij de lokale overheid.

Met als gevolg, dat het vertrouwen in onze democratische instituties (zoals de gemeenteraad) steeds minder wordt.

Het kan degenen die deze instituties bevolken kennelijk allemaal niets schelen. Men weigert verantwoording af te leggen over de ingenomen standpunten en houdt elkaar de hand boven het hoofd, door bewijs van strafbare feiten geheim te verklaren.

Dat kan niet goed blijven gaan, maar de betrokken gaan er kennelijk van uit dat het hun tijd nog wel zal duren.

“Après nous, le deluge”, ofwel “Na ons, de zondvloed”.

Gesneden koek.

Gisteravond vergaderden de capo’s van de Enkhuizer politieke mafia over een aantal huishoudelijke zaken. Wat ze bespraken kunt u hier beluisteren. .

Na afloop liet 0nze burgervader (godfather) weten dat mijn bericht van afgelopen zondag (‘T is voorbij) te voorbarig was.

In de besloten bijeenkomst op 16 september j.l. [inderdaad, dezelfde waar Buit (D66) en Hotting (CU/SGP) vrijdag j.l (vanwege een zwijgplicht) nog niets over dorsten te zeggen] had de raad, de door het college in juni 2021 opgelegde geheimhoudingsplicht, bekrachtigd.

Klaarblijkelijk is het mogelijk, dat je als raad, op basis van geheime argumenten en in een besloten bijeenkomst de (door het college opgelegde geheimhouding) kunt bekrachtigen en heeft blijkbaar niemand zich afgevraagd of dit wel zuivere koffie was.

Waarom moest dat, toch niet onbelangrijke besluit, stiekem genomen worden? Waarom moest het enige tijd geheim blijven? Is er formeel over gestemd en is de uitslag van die stemming ook geheim?

Dingen die ik me als raadslid zou afvragen voor ik een besluit zou nemen, maar waarover door de zittende raadsleden kennelijk niet is nagedacht.

Ik heb het besluit voor ze zekerheid toch nog even geverifieerd bij de twee langst zittende capo’s, Stomp (VVD) en Van Marle (Mega). Beiden bevestigden het besluit, maar wilde daar, vanwege de plicht tot geheimhouding verder niets meer over kwijt.

In ieder geval is me nu wel duidelijk, waarom Buit en Hotting zo zenuwachtig waren over wat ze wel of niet konden zeggen over hetgeen er op 16 september was besproken.

En dan is er natuurlijk de besloten bijeenkomst van afgelopen vrijdag. Ik heb een donkerbruin vermoeden, dat toen is meegedeeld, dat in de aankomende raadvergadering op 25 oktober een besluit zal moeten worden genomen over het al dan niet in stand houden van de geheimhoudingsplicht.

Omdat dit een besluit is waartegen beroep mogelijk is zijn de redenen voor dat besluit wel openbaar en staan ze inmiddels op het RIS.

Inhoudelijk zijn het precies dezelfde argumenten als waarop mijn WOB verzoek meer dan een jaar geleden werd afgewezen en zijn ze in dat opzicht dus gesneden koek.

Tegenspartelen.

Ik lees het boek van Pieter Omzigt “Een nieuw sociaal contract”, waarin hij de conclusie trekt, dat de macht nauwelijks wordt gecontroleerd door een tegenmacht.

Toen ik in 2010 met mijn blog over de lokale politiek begon was ik tot dezelfde conclusie gekomen. Raadsvergaderingen waren amateur toneelvoorstellingen waarin wethouders de raadsleden bedankte voor het stellen van een vraag.

En raadsleden wethouders bedankten voor het geven van een antwoord. Nooit diepgang, nooit discussie en achteraf nooit een toelichting op het besluit door hen die het besluit hadden genomen.

Kortom, alleen gewichtigdoenerij, maar dan in het kwadraat

Daarom leek het me leuk aandacht te schenken aan de zaken waar men (de bevoegde instanties) liever geen aandacht aan schonk.

Mijn voorbeeld was de Amerikaanse journalist Izzy Stone, die in zijn eentje zijn Weekly volschreef over het doen en laten van de Amerikaanse regering. Niet door te luisteren naar wat ze zeiden, maar door te bestuderen wat ze hadden opgeschreven.

Ik probeerde hetzelfde te doen voor wat de “regering” van Enkhuizen aangaat. Die zegt namelijk regelmatig ook heel andere dingen dan dat ze opschrijft.

Mijn eigen creatie heette Pimsep, Pim’s Eigen Persbureau, voor al het nieuws waar alleen Pim (en misschien ook nog een paar anderen) was geïnteresseerd. Met als uitgangspunt de lijfspreuk van de Vlaamse journalist Johan Anthierens  “niemands meester, niemands knecht”.

“Pim” omdat het tot mijn 18de de (door m’n moeder gekozen) roepnaam was. Vanwege het feit, dat mijn vader, grootvader en overgrootvader ook al Chris heetten.

“Prietpraat”, omdat je je nooit gewichtiger moet voordoen dan je bent en het verstandig is om van een scheldnaam een geuzennaam te maken.

Met Prietpraat probeer ik dus een tegenmacht te vormen door openlijk zaken te bespreken waar de bevoegde autoriteiten het liever niet over hebben.

Zoals de vraag, of de gemeente (onder valse voorwendselen) het REZ ver beneden haar eigenlijke waarde heeft verkocht aan lokale speculanten en of daar nog iets aan valt te veranderen.

Die “valse voorwendselen” zijn natuurlijk, dat het college tot op de dag van vandaag doet voorkomen alsof het aanbod, dat ze destijds accepteerde, een marktconform aanbod was.

Terwijl iedereen op zijn klompen aanvoelt dat dit niet het geval is, spartelt het college (daarbij enthousiast geholpen door de raad) nog even tegen.

Maar tegelijkertijd is deze worsteling over de waarheid, ook een gevecht van het democratische systeem tegen het bureaucratische systeem. Democratie gaat uit van gelijkwaardigheid van de deelnemers en een open discussie.

Bureaucratie berust op hiërarchische verhoudingen en heeft een voorkeur voor “vertrouwelijk” overleg in de achterkamers.

Ondanks al de “voordelen” van het bureaucratische systeem, zet ik mijn geld toch liever op een democratische systeem.

Waarin eerlijkheid niet een eventueel te overwegen beleidskeuze is, maar een verplichting.

Meelezen.

Kort geleden had ik de behoefte de raad er op te wijzen, dat het (in haar functie van toezichthouder) weigeren om kennis te nemen van relevante feiten, (ofwel het zogenaamde “wegkijken”) alleen maar kon worden aangemerkt als een wanprestatie.

Ik deed dat via het (door de gemeente verstrekte emailadres dat er uitziet als “naam”@gemeenteraad-Enkhuizen.nl.

Tot nu toe geen antwoord van een raadslid, wel van de griffier. Die liet weten afwezig te zijn.

Interessant, je stuurt een mail naar een raadslid (mogelijk met vertrouwelijke inhoud) en de inhoud wordt automatisch doorgestuurd naar de griffier en als die interessant genoeg is, ongetwijfeld ook naar de burgemeester.

Alleen al deze gang van zaken maakt duidelijk dat de gemeenteraad zich geen raad weet met haar functie van toezichthouder.

Kennelijk wil B&W op de hoogte zijn van alle informatie die raadsleden krijgen toegestuurd. Zodat ze die informatie, wanneer die in strijd is met hetgeen ze zelf verkondigen, tijdig kan ontzenuwen en ontkrachten.

Enfin, het is daarom goed om te beseffen, dat het briefgeheim niet bestaat als er via het aan raadsleden verstrekte zakelijke emailaccount wordt gecorrespondeerd en dat burgemeester en griffier die correspondentie gewoon kunnen meelezen.

Dat dit voor het mails aan het presidium gold wist ik al. Dat het ook voor elk door de gemeente verstrekt emailadres gold had ik me nog niet gerealiseerd.

Ik vind het niettemin een ontluisterende gedachte, dat het email verkeer met raadsleden zodanig is ingericht, dat er kan worden meegelezen over hetgeen raadsleden (met hun kiezers en anderen) bespreken.

Maar kennelijk hebben de raadsleden daar zelf geen problemen mee.

Wat natuurlijk wel weer de gedachte oproept, dat zij slechts marionetten zijn, wiens optreden gedicteerd wordt door wat B&W en de ambtelijke organisatie wenselijk vinden.

Something is rotten

Op 25 mei behandelde de raad een motie waarin om openbaarmaking van de Anterieure Overeenkomst en Allonges wordt gevraagd. Daarnaast ook alle schriftelijke en mondelinge afspraken gemaakt tussen partijen.

Verder, het taxatieverslag opgemaakt door Fakton/Base Value.

Het college laat daarop weten, dat ze de motie omarmt (wat m.i. wil zeggen dat ze hem zal uitvoeren) maar dat ze het tijdstip waarop ze tot uitvoering wil overgaan afhankelijk is van twee zaken.

Antwoord op de brief waarin het college Droomparken verzocht heeft om een zienswijze af te geven over het gemeentelijke voornemen de 2 1/2 geleden met Orez gesloten overeenkomst openbaar te maken.

Hierbij moet worden aangetekend, dat mocht de zienswijze van Orez negatief zijn, dat dit de gemeente niet zou hoeven te beletten de overeenkomst openbaar te maken. Het verzoek aan Droomparken is dan ook niet meer, dan een door het college bedacht voorwendsel om een “pas op de plaats” te kunnen maken.

Het werd voorgesteld dat Droomparken deze feitelijk niet ter zake doend brief voor 21 juni zou afgeven. Dat is niet gebeurd, zodat de omarming (uitvoering) uitgesteld is tot 30 juni. Op die dag is er na de reguliere raadsvergadering (over de kadernota) een besloten vergadering gepland over nieuwe ontwikkelingen in het REZ.

Het tweede punt dat omarming van de motie in de weg stond, was het advies van een externe deskundige over onderhandelingen die nog met Droomparken zouden moeten worden gevoerd. Openbaarmaking van de gevraagde stukken zouden die onderhandelingen kunnen bemoeilijken.

Uiteraard is dit niet de werkelijke reden voor de betrokkenheid van de firma Fakton. Het echte probleem is, dat het door haar verstrekte taxatierapport niet datgene bewijst, wat het college er tot nu toe altijd van heeft beweerd. Namelijk dat de bieding van Orez marktconform was.

Wat het taxatierapport wel bewijst is, dat het college de raad heeft voorgelogen voor wat betreft de betekenis van die overeenkomst, maar ook dat ze Orez bv (bij het onderhands gunnen van de opdracht) overheidssteun verleende tot een bedrag van meerdere miljoenen.

Om die simpele reden zal het college haar omarming (ofwel de uitvoering van de motie) tot in het oneindige willen uitstellen. De vraag is alleen, zal de raad daar in meegaan, of is voor haar het moment aangebroken om schoon schip te maken.

Een meerderheid van de raad heeft inmiddels het taxatierapport ingezien en weet dus, dat het rapport geen bewijs vormt voor een marktconforme bieding.

Zoals de motie aangeeft, dient de gemeente om € 335.000,- als opbrengst uit de van grondverkoop te kunnen bijschrijven, eerst 2 miljoen aan overeengekomen inkomsten in te leveren.

Ook wat door de gemeente als besparing werd voorgesteld, wordt feitelijk door haarzelf betaald. Doordat Orez in staat werd gesteld om de kosten van het door haar te verrichten onderhoud in mindering te brengen van de aankoopprijs van de grond.

Een meerderheid van de raad is inmiddels op de hoogte van deze feiten maar heeft er tot nu toe voor gekozen om er over te zwijgen, waarmee ze zichzelf tot medeplichtige maakt aan het bedrog van het college. Ze mag dan geen dader van het bedrog zijn, ze acteert wel degelijk als heler van dat bedrog.

En dat brengt me als vanzelf bij Hamlet, Shakespeare’s toneelstuk over politiek verval en corruptie gesitueerd in Denemarken. Met de daarin voorkomende gevleugelde woorden, “something is rotten in the state of Denmark”.

Voor de Enkhuizer politiek geldt hetzelfde. Ook die wordt omgeven door de geur van verval, bederf en politieke corruptie. Something is rotten in Enkhuizen.

Kremlin in de Breedstraat.

Op 29 juni is de laatste raadsvergadering voor het reces dat drie maanden duurt. Tijdens het reces kunnen er geen besluiten worden genomen. De eerstvolgende mogelijkheid om besluiten te nemen is op 28 september.

Na de openbare vergadering op 29 juni over de kadernota volgt nog een besloten vergadering. Met als reden, nieuwe ontwikkelingen voor wat betreft het REZ.

Zo’n besloten bijeenkomst maakt het voor het college mogelijk om, zonder dat ze wordt tegengesproken, haar opvattingen over een en ander aan de raad op te dringen. Het verleden leert dat de raad daar gevoelig voor is.

Neem mijn verzoek aan de raad (via het Presidium) van 18 augustus 2020. Ik vraag om kennis te nemen van de inhoud van het taxatierapport om op basis van de inhoud te besluiten of het rapport geheim moet blijven.

Het college reageert op mijn verzoek met een vertrouwelijke nota, waarin ze argumenten opsomt, die de noodzaak van geheimhouding lijken te bevestigen.

Op basis van die argumenten besluit het Presidium niet aan mijn verzoekt te willen voldoen. De nota is vertrouwelijk, omdat ze niet aan mij ter kennis wordt gegeven, maar alleen aan de leden van het Presidium. Ze komt pas boven tafel als ik meewerk aan een programma over de geheimverklaring van documenten door NH Nieuws.

Als de verslaggever de gemeente vraagt naar de reden voor geheimhouding van het taxatierapport krijgt hij de nota die voor het Presidium was opgesteld en die voor het Presidium reden was om niets te ondernemen.

Uit de nota blijkt, dat blijvende geheimhouding noodzakelijk werd gevonden om Droomparken niet te benadelen bij het aanbesteden van werken.

De kosten van die werkzaamheden waren getaxeerd en dus was de gedachte, dat als die taxatie bekend zou worden bij onderaannemers, zij hun bieding (voor de uit te voeren werkzaamheden) daar op af zouden stemmen.

Dat het Presidium van deze drogreden onder de indruk was gekomen (en er van had afgezien om kennis te nemen van de inhoud van het rapport) maakt in de eerste plaats een ontstellend gebrek aan kennis binnen het Presidium duidelijk.

Kortom, besloten overleg wordt keer op keer gebruikt om misbruik te kunnen maken van het gebrek aan kennis in de raad. Het college geeft een voorstelling van zaken, waarover niet mag worden gesproken en zodat de juistheid ervan (door informatie in te winnen bij anderen) niet kan worden vastgesteld.

Het college is bevoegd de raad geheimhouding op te leggen van hetgeen er in een besloten vergadering ter sprake wordt gebracht. Echter de raad dient dat besluit tijdens de eerstkomende raadsvergadering te bekrachtigen.

Dat kan niet eerder dan op 28 september en tot die tijd is de raad dus de mond gesnoerd en kan men spreken van een Kremlin in de Breedstraat.

Laten varen van bezwaren.

Mijn optimisme in de vorige twee berichten is natuurlijk gebaseerd op het feit, dat in de vorige raadsvergadering een motie werd aangenomen (met 15 tegen 2 stemmen) waarin het college werd verzocht om (met onmiddellijke ingang) een reeks documenten (waaronder het taxatierapport) openbaar te maken.

Het college omarmde deze motie, maar vroeg om uitstel, om kennis te kunnen nemen van het door Droomparken gegeven antwoord op een door de gemeente gestelde vraag.

Dat uitstel werd door de indieners van de motie verleend tot 30 juni.

Op 30 juni bevindt de raad zich in reces, wat voortduurt tot de raadsvergadering op 28 september.

Het door Droomparken te geven antwoord heeft echter geen betrekking op de inhoud van het taxatierapport, zodat de “omarming” door het college van de motie neerkomt op het intrekken van de bezwaren tegen openbaarheid, die het college eerder (in het kader van mijn WOB verzoek) naar voren had gebracht.

Zodat voor de raad de weg vrij is om (nog tijdens het reces) haar standpunt over de marktconformiteit van de door Orez gedane bieding te bepalen.

Zodat ze daar bij eerste gelegenheid (september) een besluit over kan nemen.

Bureaucratische dominantie.

Hoewel de raad nog geen verzoek gedaan had om ook de offerte van Tuin cs openbaar te maken, heeft gemeente alvast Droomparken gevraagd om haar zienswijze daarover kenbaar te maken.

Liefst voor de raadsvergadering op 22 juni natuurlijk, maar als dat niet lukt dan kan er vast wel uitstel worden gegeven tot de eerstvolgende raadsvergadering, die gepland staat op 28 september.

De zienswijze van Droomparken kan dan gelijktijdig besproken worden met het rapport van het externe bureau, dat de gemeente adviseert over hoe om te gaan met het verzoek om openbaarheid van de in de motie genoemde stukken. Een werkwijze die toch al de voorkeur had van wethouder Heutink.

Het advies zal daarom geen verrassing opleveren. Voor externe deskundigen geldt nu eenmaal het adagium, dat “wie betaalt, bepaalt”. Deze opvatting zal wel weer onbetamelijk worden gevonden in bureaucratische kringen, maar de praktijk leert ons, dat het vaker wel, dan niet voorkomt.

Vast staat, dat het college tot dusver hemel en aarde heeft bewogen om geheim te kunnen houden onder welke omstandigheden de overeenkomst met Orez tot stand is gekomen. Dat standpunt zullen ze echt niet laten varen op advies van een, door henzelf aangestelde en betaalde “deskundige”.

Natuurlijk valt de raad te verwijten, dat ze zich zo makkelijk terzijde heeft laten schuiven waar het ging om project REZ. Echter dat is gebeurd en niet meer terug te draaien. Het ontslaat de raad niet van de verplichting om de gang van zaken te evalueren.

Een bezigheid waar de raad zelden de tijd voor neemt, naar ik aanneem omdat ze liever niet wordt geconfronteerd met haar eigen tekortkomingen. Zie in dat verband ook de steeds weer uitgestelde evaluatie van het raadsbrede akkoord.

Zo is er nog steeds geen antwoord op de vraag, waarom alle van belang zijnde besluiten (op aandringen van het college) buiten de raad om moesten worden genomen.

Ik denk daarbij aan het besluit om het oorspronkelijke plan, uitgifte op basis van erfpacht, te verlaten zonder daarover met de raad te overleggen. Ook artikel 169.4 van de gemeentewet, die het college de verplichting oplegt om de raad in staat te stellen wensen en bedenkingen ter kennis van het college te brengen, alvorens ze een besluit neemt over grondverkoop, is nooit door het college nageleefd.

Het is beschamend, dat de raad genoegen heeft genomen met een nauwelijks leesbare versie van de Anterieure Overeenkomst, waarin de bedragen door het college zijn weggelakt. Dat men pas na lang soebatten van mijn kant, de moeite heeft genomen om kennis te nemen van documenten die bepalend zijn geweest voor het aangaan van de overeenkomst met Orez.

Minstens net zo beschamend is het dat, als er uiteindelijk wordt toegestaan om het taxatierapport in te zien, de raad genoegen neemt met een beperking in de tijd die er voor beschikbaar wordt gesteld.

Ik heb politiek al eerder omschreven als een worsteling tussen bureaucratische opvattingen (van college en ambtenaren) en democratische opvattingen (zoals die door de raad zouden moeten worden gerepresenteerd).

De herinrichting van het REZ is van meet af aan een project geweest waarbij (op verzoek van de bureaucraten) democratische opvattingen doelbewust werden afgezwakt en genegeerd.

Nu het aan de bureaucraten is om verantwoording af te leggen over het door hen gevoerde beleid barst het bureaucratisch verzet van alle kanten los en wordt alles in het werk gesteld om democratisch toezicht tegen te werken en onmogelijk te maken.

Om tot een gezonde en evenwichtige bestuurscultuur te komen zou het goed zijn, als de raad zich voor eens en altijd zou ontworstelen aan de gebruikelijke bureaucratisch dominantie en zou leren om haar functie (toezichthouder op de bureaucratie) naar behoren te vervullen.

%d bloggers liken dit: