Tussen kerst en nieuwjaar heb ik een gezellig kopje koffie gedronken met een oud-raadslid. Ik vertelde hem eigenlijk geen zin meer te hebben in mijn schrijverij over de lokale politiek. Hij adviseerde om lid te worden van een politieke partij, zodat ik niet alleen maar zaken (die verkeerd dreigen te gaan) hoefde te signaleren, maar ook kon proberen iets positiefs te realiseren.
Makkelijker gezegd dan gedaan. Wat mij betreft onderscheiden de meeste partijen zich nauwelijks van elkaar en zijn ze één pot nat.
Alleen toen het bericht kwam dat Michel de Jong zijn partij Nieuw Enkhuizen had verlaten vroeg ik me af of die club (inmiddels zonder enige vertegenwoordiging in de raad) in staat zou zijn om met haar verleden te breken en zichzelf opnieuw uit te vinden. De wil daartoe bleek aanwezig.
Er was inmiddels een dynamische en daadkrachtige voorzitter gevonden en een uiterst capabele lijsttrekker en dat is in ieder geval een goed begin. Mijn bezwaren tegen de politiek (die ik in de afgelopen jaren naar voren heb gebracht) golden de geringe burgerparticipatie en de opvatting van gemeenteraadsleden dat toezicht houden op het doen en laten van het college en de ambtenaren eigenlijk overbodig was.
Wat burgerparticipatie betreft, ik schat dat minder dan een 0,5% van de bevolking zich betrokken voelt bij de politiek. Dat is een beangstigend laag percentage. Kennelijk beseffen we niet hoe gelukkig we zijn dat we in een democratisch land leven.
Maar om burgers deel te laten nemen aan het democratisch proces zal je als politieke beweging ook wat moeten doen. Ik kan me eigenlijk geen politieke manifestatie herinneren die door welke politieke partij dan ook, behoudens de SP, tijdens de afgelopen 4 jaar is georganiseerd.
Enkhuizen kent drie grote projecten waar je vraagtekens bij kunt zetten. SMC, de Drommedaris en het REZ. Projecten van enorm belang voor de bevolking, maar waarover de bevolking door politieke partijen geen enkele keer is geraadpleegd.
Ik heb de afgelopen 8 jaar (als gewoon burger) geprobeerd om (via mijn blog) de aandacht te vestigen op zorgwekkende ontwikkelingen voor wat betreft die projecten. Ik heb daarbij niet echt de indruk gekregen dat “de politiek” me erg serieus nam. Burgerparticipatie is kennelijk alleen maar gewenst als het zich beperkt tot het toejuichen van lokale politici.
Ik ben benieuwd of die houding verandert nu ik officieel ben toegetreden tot de rangen van de politici. Weliswaar als achtergrondpoliticus, maar toch, ik ben sinds januari 2018 iets wat ik daarvoor niet was. Een lokaal politicus.
Mijn ambitie is niet om raadslid te worden. Liever organiseer ik (namens Nieuw Enkhuizen) bijeenkomsten voor gewone kiezers, waarin we uitleggen waar raadsleden zich mee bezig houden en in hoeverre we ze daarbij kunnen helpen.
Gaat Nieuw Enkhuizen dat lukken? Ik hoop het, maar eerst zijn er verkiezingen en moeten we nog even twee maanden oorlog voeren.
Het hoort er bij en is eigenlijk ook wel leuk.