Er zijn op dit moment 2 gast auteurs op mijn blog. Bob Sikkema die met zijn Piraten Partij mee wil doen aan de verkiezingen en Frank van Gangelen, heel actief binnen Enkhuizen Vooruit en ook eveneens vastbesloten om deel te nemen aan de verkiezingen.
Er is nog ruimte voor één gast auteur. Ze krijgen allemaal dezelfde bevoegdheid.
Ze mogen zonder mijn goedkeuring vooraf, onder hun eigen naam, teksten op mijn blog plaatsen over onderwerpen van hun keuze. Zo vaak als ze dat wensen.
Dat laatste is niet onbelangrijk om te vermelden, omdat de laatste bijdrage van Frank van Gangelen al weer dateert van 5 mei.
Daarin laat hij met enige trots weten dat Enkhuizen Vooruit het initiatief heeft genomen tot het indienen van een motie, waarin openbaarmaking wordt gevraag van stukken die betrekking hebben op de gevolgde procedures rond de verkoop van het REZ.
Die motie is er gekomen. Ze is behandeld in de raadsvergadering van 25 mei. Ze werd aangenomen en het college liet weten haar te “omarmen”, maar verzocht om uitstel van de uitvoering.
Tot na de laatste vergadering voor het reces, dat op 29 juni inging en tot 28 september duurt.
Nadat de laatste vergadering vóór het reces was afgelopen liet het college in een daaropvolgende besloten bijeenkomst weten, dat de omarming toch niet compleet was.
Bepaalde documenten waren wel voor openbaarmaking vrijgegeven, alleen het inmiddels befaamde taxatierapport (dat het bewijs bevat, dat de voorwaarden waaronder het REZ was verkocht, marktconform waren) niet.
Sterker nog, raadsleden die het rapport zouden willen inzien werd een plicht tot geheimhouding opgelegd. Dat opleggen is een bevoegdheid van het college, maar het is aan de raad om te bepalen of die geheimhoudingsplicht moet blijven voortduren.
Dat dient de eerstvolgende raadsvergadering te gebeuren op basis van een door het college te geven advies. Blijft zo’n advies uit, dan vervalt van rechtswege de plicht tot geheimhouding.
Van rechtswege wil zeggen, dat er geen extra rechtshandelingen hoeven te worden verricht om tot de beoogde uitkomst (opheffing van de plicht tot geheimhouden) te komen.
Met andere woorden, geeft het college geen advies waarover gestemd moet worden, dan vervalt automatisch de plicht tot geheimhouding. Logisch, want geheimhouding is de uitzondering op de regel, die openbaarheid is.
Met haar keuze voor deze werkwijze heeft het college een aantal zaken weten te bewerkstelligen.
Om te beginnen, door te wachten met de mededeling (dat men de motie toch niet omarmde, maar een uitzondering maakte voor het taxatierapport) tot de raad in reces was, bleef de raad weinig anders over dan die mededeling van het college voor kennisgeving aan te nemen.
Omdat ze pas na afloop van het reces (28 september) inhoudelijk zou kunnen reageren.
Verder zou, vanwege de beslotenheid van de bijeenkomst, kritiek op die (door het college) opgelegde beslotenheid als ongepast worden ervaren, omdat men daarmee de vertrouwelijkheid van die bijeenkomst zou schenden.
Dat levert voor het betrokken raadslid geen andere sanctie op dan met de nek te worden aangekeken door zijn mederaadsleden en het college, maar de meesten beschikken over een goed ontwikkeld kudde-instinct en voelen feilloos aan wat de meerderheid als norm stelt. Spreken is zilver, zwijgen is goud.
Hetzelfde is natuurlijk van toepassing op de inhoud van het taxatierapport.
Enerzijds kan het college niet weigeren het rapport ter inzage te geven aan raadsleden, maar ze kan wel (door het opleggen van de verplichting tot geheimhouding) het voor diezelfde raadsleden onmogelijk maken de inhoud van het rapport met anderen dan collega raadsleden, te bespreken.
Ontzettend knap natuurlijk hoe het college er iedere keer weer in slaagt om een besluit van de raad te niet te doen en er tegelijkertijd ook in slaagt om de raad monddood te maken, maar dit illustreert natuurlijk wel de totale teloorgang van de lokale democratie.
Ik maak me dan ook geen enkele illusie als eind september de raad het besluit moet nemen of de opgelegd geheimhoudingsplicht (voor onbepaalde tijd) moet worden voortgezet, welk besluit er zal worden genomen.
Tegen die tijd zal er wel weer een meerderheid zijn die (in weerwil van wat ze eerder hadden besloten) het in stand blijven van de geheimhoudingsplicht zal steunen.
Maar waar het hier in werkelijkheid om gaat is, dat het college voor zichzelf een recht opeist, dat in werkelijkheid niet bestaat. Namelijk, het recht om het eigen falen voor de buitenwereld verborgen te kunnen blijven houden.
Er is in Enkhuizen een raadsmeerderheid die haar tot dusver heeft gesteund in het opeisen van dat (niet bestaande) recht, terwijl een raadsminderheid (zo die er al is) kritiekloos toekijkt. Zelfs de met veel bombarie aangekondigde oppositie, doet er tot dusver het zwijgen toe.
Elk zichzelf respecterend raadslid moet inmiddels de twee documenten die ik heb genoemd, hebben ingezien. Ze moeten derhalve geconstateerd hebben, dat er 10 miljoen verschil zit tussen de door de gemeente bepaald grondwaarde en de door Droomparken bepaalde grondwaarde.
Met als logische consequentie, dat de door de gemeente bepaalde grondwaarde onmogelijk marktconform kan zijn geweest en het college derhalve, bewerende dat het wel zo was, “onder valse voorwendselen” de overeenkomst met Orez is aangegaan.
Maar in plaats van zich door feiten te laten leiden, laat de raad zich liever de mond snoeren het behulp van drogredenen.