Berichten

Democraten & Bureaucraten.

In plaats van de tegenstelling links/rechts of conservatief/progressief leek het mij wel eens leuk om de bestuurlijke gang van zaken te verklaren van uit de tegenstelling, democratisch/bureaucratisch.

Beide zijn peilers in onze bestuurscultuur. Ideaal gesproken houden ze elkaar in evenwicht, maar in de praktijk domineert de bureaucratie.

Volgens het democratisch beginsel heeft elke stem evenveel waarde. De stem van de directeur weegt niet zwaarder dan de stem van zijn werknemer. Terwijl de meeste stemmen tellen.

Volgens bureaucratische beginselen telt, uiteindelijk, alleen de stem van de hoogste in rang. Andere stemmen worden misschien meegewogen, maar de beslissende stem is die van de hoogste in de hiërarchie.

Een overmaat aan democratie leidt tot willekeur en anarchie.

Een overmaat aan bureaucratie leidt tot bedilzucht en autocratie.

Beide organisatievormen hebben dus hun nadelen en de kunst is dus om het evenwicht tussen beide vormen te bewaren.

Tot de democraten reken in de gekozen volksvertegenwoordigers, wiens taak het is om toezicht te houden op de uitvoerders van de bestuurlijke taken, de bureaucraten. Over dat toezicht leggen de democraten tijdens de verkiezingen, maar als het even kan ook tussentijds, verantwoording af naar hun kiezers.

Omdat het houden van toezicht niet echt tot de verbeelding spreekt (en veel democraten herkozen willen worden) hebben veel van hen zich de functie van hulp-sinterklaas eigen gemaakt. Van waaruit beloften worden gedaan, die niet kunnen worden waargemaakt. Althans, niet binnen de periode waarvoor ze worden gekozen. Dit geeft spanning en leidt tot teleurstelling.

Tot de bureaucraten reken ik de niet gekozen, maar benoemde leden van het bestuur. B&W en de ambtenaren die haar, op het gebied van beleid, terzijde staan. Niet iedere ambtenaar is een bureaucraat.

De bureaucraten zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van de door henzelf geformuleerde beleidsopdrachten, die eerst ter goedkeuring aan de democraten zijn voorgelegd.

In het besluitvormingsproces domineren de bureaucraten. Niet alleen omdat ze op sommige terreinen meer verstand van zaken hebben, maar ook omdat ze nu eenmaal strakker (hiërarchischer) georganiseerd zijn dan democratische organisaties.

Daarom zie ik het als een mooie opdracht voor mijzelf om er de komende 4 jaar voor in te spannen, dat de democratische component van ons bestuur zich beter organiseert en zodoende een beter tegenwicht vormt voor de bureaucratische component.

Slagen we daar in, dan zal ook de belangstelling voor de werkwijze van onze democratie weer gaan toenemen.

Aan het licht brengen.

Goed, dat de vorige gemeenteraad enorme steken heeft laten vallen zal iedereen zo langzamerhand wel duidelijk zijn. Maar het kan toch niemand ontgaan zijn, dat degenen die de problemen veroorzaakt hebben geen deel uitmaakten van de gemeenteraad, maar van de lokale bureaucratie.

Degene die de problemen veroorzaakt hebben zitten lekker thuis met pensioen of wachtgeld. Bij zijn vertrek liet Struijlaart de krant weten dat wat hem betrof het taxatierapport openbaar mocht en waarom hebben de achterblijvers geen gehoor gegeven aan dat royale gebaar van onze vertrokken wethouder.

Per slot van rekening was hij degene die het taxatierapport in ontvangst nam, er uit concludeerde, dat het bewijs van marktconformiteit was geleverd en dat daarmee aan alle eisen (inzake ongeoorloofde staatssteun) was voldaan.

En onmiddellijk nadat hij dat had vastgesteld, veiligheidshalve verordonneerde, dat de inhoud van het rapport voor onbepaalde tijd geheim moest blijven.

Wat ik van de inhoud van het rapport weet, is dat je na twee minuten beseft dat het een doorgestoken kaart is. Wat me verbaasd, is dat 9 van de 10 partijen, die beweren het te hebben ingezien, dat niet ontdekt hebben.

Maar misschien hebben die negen het rapport wel helemaal niet ingezien. Daar moet je voor naar het stadhuis tijdens kantooruren en niet iedereen heeft daar tijd en gelegenheid voor.

En dus is de oude raad bijna een jaar lang bezig geweest om, in het diepste geheim, onder leiding van bureaucraten, die bewezen hebben niet in staat te zijn een frauduleus rapport te herkennen als ze het onder ogen krijgen (en met de duurbetaalde hulp van degenen die het frauduleuze rapport hadden gemaakt) een oplossing te vinden voor het probleem dat ze (de bureaucraten) hadden veroorzaakt.

Het onbedoeld verstrekken van miljoenen aan ongeoorloofde overheidssteun.

Voor al dat onbedoeld is een vondst. Hoe weten ze dat? Is daar onderzoek naar gedaan en zo ja door wie. Is dat onderzoek voorgelegd aan de gekozen toezichthouder of hebben die er niet naar gevraagd?

En waarom niet?. Omdat ze zich voornamelijk bezig lieten houden met allerlei onderzoekjes naar de oplossing van het probleem en daarom niet in de gaten hadden, dat er geen enkel onderzoek gedaan werd naar de oorzaak van het probleem.

Of als dat onderzoek wel was gedaan, het gedaan was door dezelfde mensen die geen flauw benul hadden dat ze voor miljoenen aan overheidssteun verstrekten en dat feit jarenlang hadden ontkent.

Of door hun superieuren, die het hadden moeten ontdekken, maar nu eenmaal het verschil tussen knollen en citroenen niet weten.

Het is Pasen, tijd om de gewoontes van de oude raad van ons af te werpen en een nieuw begin te maken en ons niet langer door bureaucraten te laten wijsmaken dat alles geheim moet blijven.

Opdat de fouten, die ze gemaakt hebben en die ze ongetwijfeld in de toekomst zullen blijven maken, niet aan het licht zullen komen?

Dat zou de domheid ten top zijn.

Prettige Pasen iedereen.

De bureaucratische manier van oplossen.

Het belangrijkste wapen van een democratische organisatie is het streven, om zaken zo veel als mogelijk in openbaarheid af te handelen.

Het belangrijkste wapen in een bureaucratische organisatie is het streven, om zo min mogelijk in openbaarheid af te handelen, om zodoende de gevolgen van mismanagement van de organisatie, tot een minimum te beperken voor hen die aan de organisatie leiding geven.

Als je als democratisch instituut, zoals de gemeenteraad, jezelf door middel van misbruik van je bevoegdheden, je belangrijkste wapen uit handen geeft, door jezelf geheimhouding op te leggen, dan wordt het tijd dat je je gaat bezinnen op de rol die je wilt spelen.

Ben je er als gemeenteraad, om naar de pijpen van de bureaucraten te dansen, of ben je er om, met behulp van van democratische normen en waarden, er op toe te zien dat de bureaucraten zich naar behoren gedragen.

Waarbij, wat mij betreft, bureaucraten de verzamelnaam is voor B&W en haar ambtenaren.

Als relatief oudgediende (ik volg de lokale politiek vrij intensief al sinds 1-10-2009) staat me nog helder voor de geest, dat de “bureaucraten” op vrij hoge toon verlangden, dat de “democraten” zich verder niet met de uitvoering van de plannen rond het REZ bezig zouden moeten houden.

Anders dan het nemen van een “go/no go” besluit en het vaststellen van het bestemmingsplan zat er wat de bureaucraten voor de democraten (de raad) niet in. Behoudens raadslid Langbroek en ikzelf vond iedereen het verder prima.

Lekker makkelijk en niets om over na te denken.

Dus zo gezegd, zo gedaan en zie wat het ontbreken van democratisch toezicht op de “uitvoering” van de plannen ons heeft opgeleverd.

De concessie is ver beneden haar eigenlijke waarde verkocht aan wat kennelijk een bevriende relatie moet zijn geweest. Die de concessie (vrijwel onmiddellijk nadat ze was verkregen) doorverkocht aan een partij (Droomparken) die wel in staat moet worden geacht het werk uit te voeren.

De overeenkomst zelf werd op 20 november 2018 gesloten, maar het duurde tot mei 2021 totdat de raad voldoende moed had verzameld om te vragen wat er nu eigenlijk precies was overeengekomen.

Het antwoord daarop kwam 28 juni 2021. Althans voor wat betreft het bod dat was uitgebracht en de overeenkomst die was afgesloten.

Wat voor de buitenwereld nog even geheim moest blijven was de taxatie van het bod dat was uitgebracht en waarvan de uitkomst bepalend was voor de vraag, of men de overeenkomst met Orez zou mogen sluiten.

De reden voor die geheimhouding is duidelijk. Het beeld dat het college over de taxatie naar buiten heeft gebracht (het bevestigt de marktconformiteit van het door Orez uitgebrachte bod, en dus konden we de overeenkomst aangaan) is in strijd met de werkelijkheid.

Het rapport moet geheim blijven, omdat het het bewijs is van een pertinente leugen van het college en niet het bewijs, dat het college de concessie tegen marktconforme voorwaarden had verkocht.

Vervolgens heeft de raad zich er toe over laten halen om misbruik te maken van haar bevoegdheid door, zonder dat daar een gegronde reden voor bestond, het bewijs voor de door het college gegeven valse voorstelling van zaken geheim te verklaren.

Waarmee ze zichzelf medeplichtig maakt aan de door het college gegeven valse voorstelling van zaken. (het taxatierapport is het bewijs van een marktconform bod).

Dit alles uiteraard in het belang van Enkhuizen vanwege een probleem, dat voor juni 2021 helemaal niet bestond, maar na die datum is ontdekt en in het geheim moet worden opgelost.

Gelukkig is er op 21 april weer een besloten raadsvergadering waarin een expert ons gaat uitleggen hoe ver we inmiddels met die oplossing zijn.

Besluitvorming

Eergisteren, samen met Bob Sikkema, een gesprek met de burgemeester en de griffier over de verdere gang van zaken rond de bezwaren die we in oktober 2021 als burgers hadden ingediend en waarover we (als gekozen leden van de raad) op 26 april aanstaande een oordeel zouden moeten geven.

Volgens burgemeester en griffier staat de bestaande wet- en regelgeving niet toe, dat we over dit onderwerp een stem zouden mogen uitbrengen of dat we anderszins aan de besluitvorming zouden mogen deelnemen.

Het gaat hier uiteraard om een interpretatie, maar een diepgaande discussie over dit onderwerp, zo ik al ik staat zou zijn om die te voeren, zie ik tijdens de raadsgadering niet zo zitten.

Ik zal me op 26 april aanstaande dan ook niet met de besluitvorming bemoeien.

Dit gezegd hebbende, het besluitvormingsproces binnen de raad kent 3 fasen.

Allereerst de beeldvorming (het raadsvoorstel), vervolgens de oordeelsvorming (de bespreking van het raadsvoorstel. Deels openbaar, deels niet openbaar in besloten bijeenkomsten) met als uiteindelijk theatraal slot de besluitvormingsfase.

Ofwel, de openbare raadsvergadering waarin de besluiten feitelijk worden genomen.

Theatraal, omdat de opvattingen in de meeste gevallen voor de aanvang van de vergaderingen al vast staan.

Daarom zijn, in mijn ogen, de beeldvormende en de oordeelvormende fasen van de besluitvorming het belangrijkste.

Ervaring leert, dat het vrijwel onmogelijk is, om raadsleden er toe te bewegen om (in de laatste fase van de besluitvorming) van gedachten te veranderen.

In deze kwestie heeft het college tijdens de beeldvorming en oordeelsvorming vrij spel gehad. Ze vond tijdens besloten bijeenkomsten plaats. De daarbij door het college gehanteerde argumenten (de redenen voor geheimhouding) waren bovendien geheim.

Die redenen kwamen pas boven water tijdens de raadsvergadering in oktober 2021 over het al dan niet opheffen van de geheimhoudingsplicht.

Tegen het raadsbesluit om dat niet te doen, heb ik (net als Bob Sikkema) bezwaar gemaakt.

Mijn bezwaren golden de (door het college aangedragen en door de raad overgenomen) redenen voor geheimhouding. Die naar mijn mening stuk voor stuk uit drogredenen bestaan.

Het zonder geldige reden geheim verklaren van documenten kom neer op het misbruik maken van bevoegdheden.

Zodat wat mij betreft het college de raad er toe aangezet heeft om misbruik te maken van haar bevoegdheid. Om op basis van volstrekt ongegronde redenen een document (het taxatierapport) geheim te verklaren.

Ik had deze conclusie graag voorgelegd aan de bezwarencommissie, maar die bleek niet in staat daar inhoudelijk op in te gaan, omdat ze geen kennis droeg van de inhoud van het taxatierapport.

Kennis waarover de raad wel beschikt, maar die daarover evenmin inhoudelijk in gesprek kan gaan, omdat zij zichzelf geheimhouding heeft opgelegd.

Met als gevolg een Catch 22 situatie, die pas kan worden doorbroken als de raad zichzelf ontslaat van haar geheimhoudingsplicht.

Beslissing op bezwaar.

Nu de burgemeester op Facebook op slakken zout begint te leggen en Jannie Aukes (Hea) de geheimhouding tot een daad van vaderlandsliefde heeft verklaard, is het misschien toch goed dat ik terugkom op de gang van zaken tijdens het Presidium.

De raad had in oktober 2021 geweigerd om de geheimhouding op te heffen. Tegn die weigering hadden Bob Sikkema en ikzelf bezwaar gemaakt.

Op januari 6 2022 werden we over onze bezwaren gehoord door een ambtelijke bezwaarcommissie.

Mijn bezwaar gold de redenen voor geheimhouding welke naar mijn mening uit drogredenen bestonden.

Dat besef je pas als je de globale strekking van het document kent. Geen van de drie ambtelijk aanwezigen kenden de inhoud van het document en hebben er nadien ook geen inzage in gekregen. Waardoor men, mijn inziens, niet in staat was om de betekenis van mijn bezwaar in te schatten.

Ik had verwacht, dat het advies van de commissie aan mij zou worden voorgelegd en dat ik dan in staat zou zijn gesteld, om daar commentaar op te leveren. Waarna advies en commentaar aan de raad zou worden voorgelegd.

Dat bleek niet het geval. Omdat het Presidium belast leek met de agendering en wat mij betreft de geagendeerde documentatie niet compleet was, dacht ik het gebrek te kunnen opheffen door het Presidium te verzoeken aanvullende documentatie van mijzelf (en Bob) toe te staan.

Geen flauw idee of dit procedureel mogelijk was, maar was van mening dat het de moeite van het proberen waard was. Ik vond de reactie van de voorzitter net iets te uitbundig, maar wens daar verder geen woorden aan vuil te maken.

Een heel andere kwestie is mijn onzekerheid over mijn rol tijdens de beslissing op bezwaar op 26 april. Ik vermoedde niet te mogen stemmen.

Inmiddels is daar, dank zij de griffier, duidelijkheid over gekomen.

Op grond van de gemeentewet art 28 mag ik niet deelnemen aan de stemming.

Volgens de gedragscode van de gemeente Enkhuizen Artikel 1, moet ik me onthouden van deelname aan de beraadslaging.

Beide regels zijn met de beste bedoelingen tot stand gekomen en het kost me dan ook geen enkele moeite om er aan te voldoen.

Ik hoop dat ik hiermee meer helderheid heb verschaft over mijn beweegredenen voor het indienen van mijn verzoek aan het Presidium en mijn positie bij de behandeling van de beslissing op bezwaar op 26 april.

Achterin de Rijp.

Het verzoek aan het Presidium dat ik gisteren publiceerde, heeft de andere leden van het presidium dus nooit bereikt.

Omdat de burgemeester het schaterlachend van tafel veegde. Kennelijk is het als lid van het presidium niet toegestaan om de andere leden van dat presidium ergens om te vragen.

Ik meende ook een zekere opluchting te bespeuren bij de andere leden, omdat ze dank zij het optreden van de burgemeester, niet hoefden te antwoorden.

Op basis van welk regelement of wetsartikel dit gebeurde werd niet duidelijk. Ik heb de griffier om opheldering gevraagd en wacht met spanning zijn antwoord af.

Het betekent, dat de raad op 26 april een beslissing (over de tegen haar besluit ingediend bezwaren) moet nemen, zonder dat zij zelf kennis mag nemen van de inhoud van die bezwaren, maar moet afgaan op de mening over de inhoud van die bezwaren, van een ambtelijke adviescommissie.

Het geheim verklaren van documenten kan in sommige gevallen noodzakelijk zijn, maar dient pas te gebeuren na zorgvuldig beraad door de gemeenteraad.

Over dat beraad, dat achter gesloten deuren heeft plaatsgevonden, is vrijwel niets bekend, maar heeft argumenten opgeleverd als, het rapport heeft betrekking op de totale gebiedsontwikkeling en het project REZ is nog niet afgerond.

Daarmee vergelijkbare argumenten zijn, het rapport heeft meer dan 20 pagina’s of het rapport is heel erg moeilijk leesbaar. Evenmin dwingende redenen om een document geheim te verklaren.

De dwingende reden voor geheimhouding kan alleen maar voortvloeien uit de inhoud van het document. De ambtelijke bezwaarcommissie laat weten, dat ze geen kennis heeft mogen nemen van de inhoud van het document. Haar advies over de ingebrachte bezwaren is derhalve van nul gener waarde.

Juridisch klinkend gemurmel, maar wel goedgekeurd door de burgemeester en de gemeentesecretaris.

Over de inhoud van het document weten we, dat het college het beschouwt als het bewijs, dat het door haar geaccepteerde bod voor de concessie REZ (€ 335.000.-) marktconform is.

Uit een in opdracht van Droomparken uitgevoerde taxatie van hetzelfde project weten we, dat een bod van 18,4 miljoen (minus kosten openbaar gebied) tot de mogelijkheden behoorde.

Vergelijking tussen beide getallen levert het onweerlegbare bewijs, dat het bod van € 335.000,- voor de concessie onmogelijk een marktconform bod kan zijn geweest.

Dat het college dat van meet af aan heeft geweten en daarom, zodra het bewijs van marktconformiteit “geleverd” was, het geheim verklaarde, zodat niemand het kon inzien.

Pas toen de raad om inzage vroeg, wat niet geweigerd kon worden, moesten er nieuwe redenen voor geheimhouding worden verzonnen. Zoals de kort ervoor opgestarte onderhandelingen met Droomparken.

Die zouden mislukken als Droomparken het bewijs van een marktconform bod onder ogen zou krijgen. Ik placht daar vroeger over te zeggen, “Vertel dat maar in de Rijp, maar wel achterin, want voorin weten ze inmiddels wel beter”.

Het werd evenmin geloofd door de voormalig fractievoorzitter van de VVD, maar hij liet weten geen spelbreker te willen zijn. Daarmee is aangegeven hoe zorgvuldig men in Enkhuizen omgaat met het begrip “geheimhouding”.

Maar niet alleen het college en wat hogere ambtenaren weten dat het bod dat Struijlaart accepteerde niet marktconform was. Ook alle partijen in de oude raad (die allemaal het bewijs hebben mogen inzien) weten het.

Waar die zich nu nog aan vastklampen is de gedachte, dat als ze maar genoeg geld blijven uitgeven aan deskundigen, dat er dan uiteindelijk een bedrag uit de bus zal rollen waarmee ze naar buiten kunnen komen. Nu we het er toch over hebben, ik zal een vragen hoeveel ze inmiddels hebben uitgegeven.

Verzoek aan Presidium.

Mijnheer de voorzitter, leden van het presidium.

Op 28 juni 2021 werd het document (bekend onder de naam taxatierapport) van de firma Fakton/BaseValue ter inzage gegeven aan de gemeenteraad.

Het document vormt het bewijs, dat het door Orez bv uitgebrachte (en door de gemeente geaccepteerde) bod op de concessie REZ marktconform was.

Daarom zal ik het document vanaf nu aanduiden als “het bewijs”.

Onmiddellijk nadat het bewijs geleverd was werd de inhoud ervan geheim verklaard. (Zie de toelichting aan het advies aan B&W d.d. 18 oktober 2017.)

Aangezien een verzoek van de raad (op 25 mei 2021) om het document te mogen inzien, niet kon worden geweigerd, werd het bewijs onder gelijktijdige plicht tot geheimhouding op 28 juni 2021 aan de raad ter inzage gegeven.

Een en ander gebeurde in een besloten bijeenkomst, waardoor de redenen voor die geheimhouding niet waren te achterhalen.

Aangezien een dergelijke plicht van rechtswege vervalt als zij de eerstvolgende raadsvergadering niet door de raad wordt bekrachtigd, werd (op verzoek van het college) de plicht tot geheimhouding bekrachtigd op 16 september 2021.

Wederom in een besloten en ingelaste bijeenkomst.

Deze bijeenkomst was zo geheim, dat de raadsleden Hotting en Buit, desgevraagd, niet eens dorsten te bevestigen, dat ze had plaatsgevonden.

De redenen voor geheimhouding van het bewijs komen pas aan het licht tijdens de openbare bijeenkomst (oktober 2021). Waarin de raad besluit om het (door de heer Sikkema gedane verzoek om het bewijs openbaar te maken), af te wijzen.

Zowel de heer Sikkema als ikzelf besluiten om tegen dit besluit bezwaar te maken. Mijn bezwaar bestond er uit, dat de redenen voor geheimhouding uit drogredenen bestonden.

Op 6 januari 2022 ben ik in de gelegenheid gesteld mijn bezwaar toe te lichten voor de ambtelijke bezwaarcommissie. Hetgeen uitliep op een nutteloze exercitie, omdat de commissie geen kennis had van de inhoud van het bewijs.

En derhalve niet kon beoordelen, of mijn bezwaren hout sneden.

Het advies van de commissie ligt nu voor ons. Ik stel vast, dat het advies niet aan de bezwaarmakers is voorgelegd. Teneinde hen in staat te stellen het van commentaar te voorzien.

Ik zie deze gang van zaken als exemplarisch voor de handelswijze van het college.

Dat, door middel van besloten bijeenkomsten en eenzijdige informatieverstrekking, de raad er toe probeert te bewegen om misbruik te maken van haar bevoegdheid.

Om documenten, in dit geval “het bewijs”, geheim te verklaren. Om zodoende de eigen tekortkomingen te verbergen. In dit geval, dat het bewijs geen bewijs is van een marktconform bod, maar het bewijs van het tegenovergestelde.

Daarom verzoek ik het Presidium om er mee in te stemmen, dat deze kanttekening en een nog te produceren notitie over de rechtmatigheid van de aangevoerde reden voor geheimhouding van “het bewijs”, aan de vergaderstukken worden toegevoegd.

En er mee in te stemmen de bespreking van dit onderwerp te verdagen, mocht ik (om medische reden) niet in staat zijn om de vergadering bij te wonen.

Chris Segerius

4 april 2022

Enerverende tijden.

Bij aanvang van het lijstrekkersdebat vatte ik mijn reden voor deelname aan de verkiezingen kort samen.

Om het “misbruik van bevoegdheden door het college en raad van Enkhuizen” een halt te kunnen toe roepen.

Maandag vergadert het Presidium. Een van de documenten die daar de revue zal passeren heeft betrekking op het misbruik van bevoegdheden door de raad.

De bevoegdheid betreft het opleggen van geheimhouding. Het misbruik bestaat er uit, dat je van die bevoegdheid gebruik hebt gemaakt zonder daar gegronde redenen voor te hebben.

Uiteindelijk bepaalt de bestuursrechter of de redenen, die zijn aangevoerd om de geheimhouding op te leggen, gegrond en rechtmatig zijn.

Het document dat maandag op de agenda staat is het ambtelijke advies over de door de raad te nemen “beslissing op bezwaar”.

Het bezwaar betrof het besluit van de raad (oktober 2021) de geheimhouding op het taxatierapport NIET op te heffen.

Tegen dat besluit hebben Bob Sikkema en ikzelf bezwaar gemaakt. Dat bezwaar is door de juridisch afdeling van de gemeente beoordeeld. Die adviseert de raad om de bezwaren niet ontvankelijk en ongegrond te verklaren.

Het is aan de raad (in haar vergadering van 26 april) om door middel van haar “beslissing op bezwaar” te besluiten of ze het advies van de gemeentelijke juristen zal over nemen.

Neemt ze het advies over en wijst ze het bezwaar af, dan is de weg vrij om dat besluit, aan de bestuursrechter voor te leggen.

Bob Sikkema, inmiddels collega raadslid van de Piratenpartij en ikzelf hebben min of meer afgesproken, dat we in geval ons bezwaren worden afgewezen, we gezamenlijk naar de rechter zullen stappen, om het misbruik van bevoegdheden aan de kaak te stellen.

In het gunstigste geval heft de raad dus de geheimhouding op 26 april op en is daarmee het bewijs van de door het college geleverde wanprestatie niet langer geheim.

In het ongunstigste geval wijst de raad de bezwaren af en dwingt ze ons tot een gang naar de rechter.

Kortom, er liggen enerverende tijden in het verschiet.

Don Quichot

In zijn “duiding” van de verkiezingsuitslag noemt de lijsttrekker van Enkhuizen Vooruit mij een Don Quichot.

Don Quichot, is het stereotype van de idealist, een dwaze held die zich met zijn goede bedoelingen maar onpraktische daden min of meer belachelijk maakt.

Hij wil me doen geloven, dat hij dit als een compliment bedoelde, maar dat is natuurlijk niet het geval. Het is de in raadskringen (tijdens de afgelopen 4 jaar) in gebruik geraakte diskwalificatie van mijn persoon.

Het soort van diskwalificatie dat Keesman t.a.v. mijn kiezers gebruikte tijdens de verkiezingsavond. Ongeïnformeerde proteststemmers, die achter een dwaze held aanhollen. Vanwege zijn misschien goede bedoelingen, maar onpraktische daden.

Ik begin me meer en meer te storen aan dit soort arrogante diskwalificaties van de leden van een Raad van Toezicht. Dat tot dusver geen andere betekenisvolle prestatie op zijn naam heeft staan, dan het geheim verklaren van het bewijs van een misdrijf.

Sterker nog, bij haar afscheid stonden 16 van de 17 leden van de vorige raad van toezicht (in weerwil van de bewijzen die ze hadden mogen inzien) nog steeds op het standpunt, dat er geen sprake was van een misdrijf.

Misschien zagen ze het wel, maar vonden ze het in het belang van hun verdere carrière (de meesten waren herkiesbaar) niet opportuun om er melding van te maken.

Dat laatste lijkt me de meest waarschijnlijke verklaring. Men beseft wel, dat er sprake moet zijn geweest van een misdrijf, maar hebben er verder geen enkel persoonlijk belang bij, om van dat misdrijf melding te maken.

Het misdrijf kent namelijk geen slachtoffers, maar enkel benadeelden. Dat zijn in hoofdzaak degenen die afhankelijk zijn van gemeentelijke voorzieningen en de financiering ervan.

Het zal voor de meeste leden van de Raad van Toezicht dan ook een simpele afweging zijn. Tussen een voordeel voor de gemeenschap in ruil voor schade aan de eigen carrière.

Klokkenluiders worden in dit land niet beloond, maar bestraft en dus is de keuze eenvoudig. Wie zwijgt krijgt een koninklijke onderscheiding en wie spreekt wordt door de autoriteiten het leven zuur gemaakt.

Ik ben 78, ik hoef geen politiek carrière of koninklijke onderscheiding, maar stoor me wel aan het feit, dat miljoenen worden weggeven aan mensen die het niet nodig hebben, terwijl we tegelijkertijd miljoenen tekort komen voor de mensen die het wel nodig hebben.

%d bloggers liken dit: