Verschil in kennis.

Mevrouw Keesman (SP) gebruikte haar “duiding” van de verkiezingsuitslag om het verschil te benadrukken tussen haar bereidheid om brede maatschappelijke vraagstukken te bespreken en mijn (ogenschijnlijke beperkte) fixatie op de vraag, of de inhoud van een of ander documentje openbaar moet zijn.

Het klinkt een beetje neerbuigend, maar het “documentje” in kwestie is niet zo maar wat. Ze is het bewijs, dat het door Orez uitgebrachte (en door de gemeente geaccepteerde) bod op de concessie REZ, marktconform was.

Daarmee ook het bewijs van een rechtmatige (volgens EU richtlijnen) verkoop van die concessie.

Het valt niet goed te begrijpen, waarom het bewijs (onmiddellijk nadat het was geleverd) geheim moest worden verklaard.

Het valt even min te begrijpen, waarom het bewijs geheim moest blijven, nadat de overeenkomst (die dank zij het bewijs mogelijk was geworden) door partijen was getekend.

Laat staan, dat er valt te begrijpen, dat het bewijs geheim moet blijven, totdat de laatste (uit de concessie voortvloeiende) werkzaamheden zijn verricht.

Een mogelijke verklaring voor de steeds maar verder uitdijende termijn, waarin het bewijs voor de buitenwereld geheim moet blijven is, dat het document niet het bewijs is van een marktconform bod, maar het bewijs van precies het tegenovergestelde.

Om aan deze onzekerheid een einde te maken heb ik de griffier verzocht om er voor te zorgen, dat mij (nog voor dit weekeinde) inzage zou worden gegeven in het (door de raad inmiddels geheim verklaarde) bewijs, dat het door het college geaccepteerde bod op de concessie REZ marktconform was.

Ofwel het zogenaamde taxatierapport.

De griffier heeft nog niet op mijn verzoek gereageerd, zodat voor dit weekeinde wel niet meer zal lukken. Ik ga er echter van uit, dat het begin volgende week wel zal zijn gelukt om dit “documentje” aan mij ter inzage te geven.

Zodat er een einde komt aan het verschil in kennis tussen de oude raadsleden (die het document al 8 maanden geleden hebben mogen inzien) en de nieuwe raadsleden.

Zo maar kunnen.

Het is er uiteindelijk toch van gekomen . Sinds gisteravond ben ik een beëdigd raadslid en mag ik deelnemen aan maandelijkse vergaderingen met dames en heren met wie ik het (voor wat betreft één punt) volstrekt oneens ben.

Dat de verkoop van ons recreatieoord op basis van een marktconform bedrag heeft plaatsgevonden. Zoals is voorgeschreven door de Europese wet- en regelgeving ter beschermingen tegen frauderende overheden..

Tot gisteren verkeerde ik in de veronderstelling dat ze bij Enkhuizen Vooruit de zelfde opvatting koesterden, maar na het aanhoren van de door Frank van Gangelen gegeven “duiding” van de verkiezingsuitslag weet ik beter.

Was EV! er voor de verkiezingen nog van overtuigd, dat de geheim verklaarde taxatie NIET het bewijs was van een marktconform bod. Inmiddels heeft men een andere prioriteit en zoekt men aansluiting bij de vier partijen SP, CDA, D66 en PvdA, die volharden in de opvatting, dat de geheim taxatie WEL het bewijs is van de marktconformiteit van het door de gemeente geaccepteerde bod.

Uiteraard zullen deze partijen nooit erkennen dat hun standpunt gebaseerd is op een leugen, zodat er alleen een college tot stand kan komen als Enkhuizen Vooruit het standpunt van de anderen (SP, CDA, D66 en PvdA) over neemt. De eerste stappen in die richting zijn inmiddels gezet.

Verwacht wordt dat voor 1 mei een nieuw college zal aantreden. Hoe dat er uit zal zien? Geen idee, maar EV!, CDA, D66 en PvdA zou zo maar kunnen.

Meer duiding.

Zo als ik eerder schreef ging het mij niet om de macht In de vorm van het aantal zetels in de gemeenteraad waar je als partij over kunt beschikken, maar ook om het gezag dat je als persoon kunt uitstralen op basis van het aantal kiezers die je als persoon hebben gesteund.

De nieuw raad kent vier nieuwe fractievoorzitters. Hun ranglijst, op basis van het aantal op hun uitgebrachte stemmen, ziet er als volgt uit.

  1. Keesman SP 754
  2. Segerius Blanco 716
  3. v. Galen CDA 470
  4. v. Gangelen EV! 439
  5. Buit D66 383
  6. Mazereeuw NE 323
  7. Overwijn VVD 274
  8. Sandstra PvdA 253
  9. Sikkema Piraat 221
  10. Jans HEA 169

De dwars door de nieuwe raad lopende scheidslijn is, dat vier van de tien fractievoorzitters de mening zijn toegedaan, dat het REZ ver beneden haar marktwaarde is verkocht.

Terwijl zes fractievoorzitters er nog steeds van overtuigd zijn, dat er op dat punt geen vuiltje aan de lucht is. Omdat ze het bewijs van hun gelijk geheim hebben verklaard, hebben ze een vergelijking tussen de beide standpunten onmogelijk proberen te maken.

Aan die rechtsongelijkheid is, als gevolg van de verkiezingen, inmiddels een einde gekomen. De “nieuwbakken” fractievoorzitters hebben namelijk hetzelfde recht op informatie als de “oudbakken” fractievoorzitters.

Het is mijn bedoeling om nog deze week van dat recht gebruik te maken om te kunnen vaststellen of ik mijn opvattingen over de marktconformiteit van het door het college geaccepteerde bod zal moeten bijstellen.

Duiding

Met de verkiezingen van 16 maart 2022 is er een eind gekomen aan een vier jaar durend bewind onder leiding van de SP van mevrouw Keesman en de VVD onder leiding van de Van Reijswoud/Stomp combinatie.

Gedurende dat bewind werd de oppositie tot onwenselijk verklaard, met als gevolg een grote eensgezindheid over het met Orez, op 20 november 2018 bereikte akkoord, over het recreatieoord .

Eensgezindheid, die berustte op volstrekte onwetendheid over het bereikte resultaat. Onwetendheid, die pas per 28 juni 2021 (ruim 2 ½ jaar nadat de overeenkomst met Orez was gesloten) ongedaan werd gemaakt.

Door het aan de raad ter inzage geven van een drietal relevante documenten.

Te weten, het bod dat Orez had uitgebracht, de taxatie van dat bod om te bepalen of het marktconform was en de overeenkomst als uitvloeisel van het door Orez uitgebrachte bod.

Van deze drie documenten werd alleen de taxatie van het bod voor een breder publiek geheim verklaard. Daarnaast werd een (in opdracht van Droomparken uitgevoerde) taxatie van het plan “Vesting” openbaar gemaakt.

Het zelfde plan dat eerder (in opdracht van de gemeente) door Fakton was getaxeerd. De verschillen tussen beide taxaties zijn opmerkelijk. Zo wordt de residuele grondwaarde in de Droomparken taxatie € 20 miljoen hoger ingeschat, dan in de gemeentelijk taxatie.

De residuele grondwaarde is het bedrag dat een ontwikkelaar kan bieden als hij genoegen neemt met 10% winst over zijn omzet.

Uit dat verschil diende dan nog wel de aanleg van een strand te worden betaald, maar volgens de gemeentelijke kostenberekening zou dat nooit meer zijn geweest dan € 5 miljoen.

Zodat er grofweg een verschil van € 15 miljoen blijft tussen de taxatie van de gemeente en die van Droomparken.

Daarmee is het bewijs geleverd, dat de tot nu toe volgehouden bewering van het college, dat het bod dat ze accepteerde marktconform was, een valse en onjuiste voorstelling van zaken is.

Dat daarmee het optreden van het college eufemistisch bestempeld mag worden als het misbruik maken van bevoegdheden. Vanwege het, ver beneden haar werkelijke waarde, verkopen van gemeentelijk bezit.

De voorgaande raad (en toezichthouder van het college) meende er goed aan te doen om het misbruik van het college verborgen te houden, door het bewijs van haar misbruik (als vastgelegd in een taxatierapport) geheim te verklaren.

Waarmee (op één na) alle partijen zich min of meer medeplichtig hebben laten maken aan het misbruik van bevoegdheden.

Zodat een discussie over dit misbruik, tijdens de verkiezingen, uit de weg kon worden gegaan.

De nieuw gekozen toezichthouder kan zich de luxe van het (willens en wetens) ontkennen van de bestaande problemen niet veroorloven en zal zich over een oplossing moeten buigen.

Het lijkt me daarom, dat serieuze onderhandeling over een nieuwe coalitie niet zijn te voeren, zolang de partijen zich niet hebben uitgesproken over hun standpunt t.a.v. het misbruik van bevoegdheden door het college en welke stappen er zouden moeten worden ondernomen, om de gevolgen van dat misbruik ongedaan te maken.

Verkennend gesprek.

Gisteren een verkennend gesprek gevoerd met beoogd wethouder Jan Franx en fractievoorzitter Frank van Gangelen van Enkhuizen Vooruit. Grootste partij in de raad en daardoor voortrekker in de coalitiebesprekingen.

Van mijn kant laten weten, dat het dagelijks bestuur (wat mij betreft) gevormd zou moeten worden door de drie grootste partijen. EV!, SP en CDA en dat de overige 7 fracties zich in de eerst plaats bezig zouden moeten houden met er op toezien, dat deze drie zich geen al te grote uitglijders veroorloven.

Dat deze drie samen geen meerderheid vormden (8 zetels) lijkt me niet echt relevant. De stad dient bestuurt te worden, het wegsturen van bestuurders is (alweer in mijn ogen) alleen gerechtvaardigd in geval van politieke hoofzonden, zoals het niet volledig informeren van de toezichthouder (de raad) of het misbruik maken bevoegdheden.

In alle andere gevallen hebben bestuurders wat mij betreft recht op begrip.

Volgens mij moeten de drie partijen daar op korte termijn uit kunnen komen. Ik ben tenminste geen programmapunten tegen gekomen waartegen ik me met hand en tand zou willen verzetten.

De voornaamste beperkende maatregelen zullen (zoals gebruikelijk) door de ambtelijke organisatie worden aangedragen.

Het echte werk begint pas als de nieuwe raad is geïnstalleerd en de duiding van de verkiezingsuitslag heeft plaatsgevonden.

Waar vier jaar geleden de raad zich nog terugtrok om zich over een raadsbreed akkoord te buigen, zou ze deze keer iets soortgelijks moeten doen.

Deze keer niet in beslotenheid, maar in het openbaar. Over het misbruik van bevoegdheden door het college en haarzelf.

Pas als dat reinigingsproces heeft plaatsgevonden, lijkt me de weg vrij voor een nieuwe coalitie.

Niet om de macht, maar om het gezag.

De enige 3 partijen die tijdens de verkiezingen stemmenwinst hebben geboekt zijn Enkhuizen Vooruit, de Piratenpartij en mijn persoon.

Gezamenlijk 30% van de stemmen, dus nog geen meerderheid, maar wat hun bindt is een gezamenlijke afkeer van de achterkamertjespolitiek, waarmee de “oude” partijen hun zin tot dusver hebben weten door te drijven.

Het REZ is als een soort steenpuist waarin zich in de loop der tijd een enorme hoeveelheid vuil (in de vorm van onwaarheden) heeft verzameld. Het is van essentieel belang dat die steenpuist uit de Enkhuizer politiek verdwijnt en het “vuil” naar buiten komt, zodat er aan een gezamenlijke toekomst kan worden gewerkt.

Ik ben het wat dat betreft volstrekt oneens met analyses van Buit (D66) en Keesman (SP) in het NHD van vandaag.

In een democratische bestel gaat het er uiteindelijk niet om hoeveel macht je via de achterkamers kunt verwerven, maar hoeveel gezag je weet uit te stralen door eerlijk te zijn en openbaarheid na te streven.

Machtshonger

Onder de pretentieuze titel “REZ – LEES HIER NOG EEN KEER HOE HET ZIT” legt de SP op haar website verantwoording af over het door haar gevoerde beleid inzake het REZ.

Op Facebook (Je bent een echte Enkhuizer als) had ze een link geplaatst naar de bewuste beschouwing, maar die is inmiddels weer verwijdert. De beschouwing zelf staat (voor zo lang als het duurt) nog op de website.

Nooit eerder heb ik zulk oppervlakkig geneuzel gelezen over een beleid, dat de rechtvaardiging heet te zijn van de verkoop van een compleet recreatiegebied voor 1% van haar werkelijke waarde.

Een aantal uit de losse pols gemaakte observaties, die verder volkomen los van elkaar staan, zouden dan het bewijs moeten leveren, dat men op verantwoordde wijze heeft gehandeld in deze kwestie. Niets is minder waar.

Terwijl men krampachtig de illusie in stand probeert te houden dat particulier bezit waar de eigenaars honderdduizenden euro voor betaald hebben openbaar toegankelijk blijft, sluit men de ogen voor de werkelijkheid.

Het pamflet verwijst naar een raadsbrief uit juni 2021 waarin 43 documenten openbaar werden gemaakt, waarvan er twee relevant waren. In feite zijn er in deze kwestie slechts 4 documenten relevant.

  • Het door Orez uitgebrachte bod op de concessie.
  • De beoordeling (taxatie) van Fakton, inzake de marktconformiteit van het door Orez uitgebrachte bod. (geheim verklaard)
  • De overeenkomst, die op basis van het marktconforme bod was gesloten.

Naast deze drie, aan de raad ter inzage gegeven, documenten, werd haar ook een vierde document ter inzage gegeven. Het in opdracht van Droomparken door Cushman & Wakefield gemaakte taxatierapport van het plan vesting.

Hetzelfde plan als waar Orez bv een bod had uitgebracht en waarvan dat bod vervolgens door Fakton als marktconform was beoordeeld.

Uit niets blijkt dat de SP, ook maar één seconde besteed heeft aan het inzien van de vier bovengenoemd documenten. Zou ze dat wel gedaan hebben, dan zou het haar zijn opgevallen dat de opbrengst (uit de ontwikkeling van het villapark ) door C&W geraamd werd op 80 miljoen.

Terwijl Fakton de opbrengst van het zelfde gebied op 10 miljoen schat.

Dat C&W een mogelijk bod becijferde van € 18,4 miljoen, terwijl Fakton een bod van € 335.000,- tot marktconform had verklaard.

Het zijn vergelijkingen die ik talloze keren eerder gemaakt heb, maar waarop de SP en de met haar collaborerende partijen (elke andere in de raad zittende partij met uitzondering van Enkhuizen Vooruit) tot dusver geweigerd hebben om een antwoord te geven.

De hardnekkige weigering van de vrijwel voltallige raad, om feiten te erkennen die geen bevestiging vormen van de opvattingen van het college, heeft geleid tot misbruik van bevoegdheden door zowel de raad als college.

Misbruik van bevoegdheden is machtsmisbruik en de SP bevond zich gedurende de afgelopen 8 jaar in het centrum van de macht in Enkhuizen.

De manier waarop zij denkt daarover verantwoording te moeten afleggen is, wat mij betreft, ver beneden peil. Maar uiteindelijk is het toch de kiezer die bepaalt, of deze vorm van machtshonger een beloning moet krijgen.

Vals spel

Vier jaar geleden hebben 7000 kiesgerechtigde inwoners van Enkhuizen geen stem uitgebracht. Vanuit de gedachte dat het toch niets uitmaakte op wie je stemde en dat de samenstelling van de raad er toch niet toe deed.

Helemaal ongelijk hadden ze niet, want direct na de verkiezingen werd er, op aandringen van SP en VVD, een raadsbreed akkoord gesloten met als doel het begrip oppositie vaarwel te kunnen zeggen.

Om eensgezind de toekomst tegemoet te kunnen treden.

Naast het raadsbreed akkoord werd ook een andere overeenkomst afgesloten.

Met Orez bv. Waarin deze pas opgerichte bv, zonder personeel, ervaring en een eigen vermogen van 200 euro de opdracht kreeg om een gebiedsontwikkeling ter waarde van 100 miljoen tot een goed einde te brengen.

Naar mijn overtuiging is bij het verlenen van die opdracht door het college vals gespeeld en over dat valse spel heb ik de afgelopen 4 jaar (outsider zijnde) mijn licht laten schijnen.

Wat door de insiders (de formele toezichthouders van het college, de raad) niet op prijs werd gesteld.

Er is in ieder geval nooit sprake geweest van een betekenisvolle dialoog tussen de outsider en insiders. Door mij aangeleverde feiten werden stelselmatig ondergeschikt bevonden aan de meningen van het college.

De raadsmeerderheid is vastbesloten om dit beleid voort te zetten in de nieuwe raadsperiode. Hun verkiezingsprogramma’s bevatten immers geen voorstellen, waarmee de gevolgen van het “valse spel” ongedaan gemaakt kunnen worden.

Voorstellen die ik wel heb gedaan en op mijn blog heb beschreven.

Als van de 7000 kiesgerechtigden, die vorige keer niet gestemd hebben, er nu 500 zouden kiezen om wel hun stem uit te brengen en wel op lijst 10, dan zou dat verstrekkende gevolgen hebben.

Ik zou als insider kunnen doen wat me 4 jaar als outsider niet is gelukt door een gebrek aan medewerking van de insiders.

Namelijk, het vals spelen door het college onder aandacht brengen van de bevoegde instanties en daardoor de gevolgen van het vals spelen (18 miljoen minder inkomsten voor de gemeente) tot een minimum te beperken.

Kortom, de thuisblijvers kunnen zich niet langer verschuilen achter het argument dat hun stem er niet toe doet. Als 500 van hen de gang naar het stemlokaal maken en lijst 10 stemmen dan ziet de toekomst van Enkhuizen er plotseling heel anders uit.

Keuze genoeg.

Het taxatierapport van Fakton werd op 18 oktober 2017 aangeboden aan het toenmalige college, bestaande uit Baas, Luyckx en Struijlaart.

Vanaf dag één luidde het advies om de inhoud van het rapport geheim te verklaren en zo geschiedde.

De daarvoor gegeven reden was, dat het rapport kostenramingen en informatie bevatte die voor een derde partij van economisch of financieel belang zou kunnen zijn, waardoor het economisch en financieel belang van de gemeente zou kunnen worden geschaad.

In dit verband is het goed om de vergelijking te maken met de taxatie van het zelfde project door Cushman & Wakefield. Ook daarin komen ramingen van kosten voor en is er sprake van financiële informatie.

Hoe je als gemeente, op basis van al die min of meer vrijblijvende informatie, schade zou kunnen oplopen wordt niet duidelijk uit het rapport van C&W. Het pretendeert dan ook niet het bewijs van iets te zijn.

Fakton heeft die pretentie wel en daarom is het geheim. Waarschijnlijk, omdat ze die pretentie niet kan waarmaken.

Het belangrijkste verschil tussen de beide taxaties is dat Cushman & Wakefield een bod voor de concessie van € 18.4 miljoen mogelijk acht, terwijl Fakton een bod van € 335.000,- marktconform verklaard.

Gezien het verschil tussen beide biedingen mag geconcludeerd worden, dat het door Orez uitgebrachte bod van € 335.000,- onmogelijk marktconform kan zijn geweest, dat het college zich daarvan bewust zal zijn geweest en dat dit de reden is om de inhoud van het rapport geheim te houden.

Alle andere, achteraf bedachte, redenen voor geheimhouding zijn minstens net zo dubieus, als de in eerste instantie verzonnen reden.

Op 28 juni 2021 geeft het college het rapport van Fakton ter inzage aan de leden van de raad. Overigens na lang aandringen. We mogen aannemen, dat alle 10 fracties gebruik hebben gemaakt van de mogelijkheid om het rapport in te zien. Zeker is dat echter niet.

Veel raadsleden doen geen moeite om zelf feiten vast te stellen, maar stellen zich tevreden met feiten, zoals die door het college worden gepresenteerd.

Van de tien fracties is er maar één die met eigen ogen heeft vastgesteld, dat het Fakton rapport niet het bewijs vormt van een marktconforme bieding.

De overige negen hebben niet gekeken en vertrouwen er op dat de beweringen van het college juist zijn, of hebben gekeken, maar hebben niet begrepen waar ze naar zouden moeten kijken.

Het feit, dat de gemeente € 2,65 miljoen moet terugbetalen die haar eerder al was toegezegd is in dat verband een leuke aanwijzing.

Als gezegd, het bewijs dat die bieding van Orez niet marktconform was, volgt uit het mogelijke bod dat Cushman & Wakefield berekende en neerkwam op € 18,4 miljoen en het daadwerkelijke bod van Orez, dat € 335.000.- bedroeg.

Met als onvermijdelijke conclusie, dat raad en bevolking 4 jaar lang door het college is voorgelogen over de betekenis van het bod van Orez. Zo het zich laat aanzien, vindt de overgrote meerderheid van de zittende raadleden dat echter geen enkel probleem.

Nu is het aan de kiezer om te bepalen wat HIJ of ZIJ er van vindt. Keuze genoeg.

Medeplichtig.

Goed, ik doe dus mee aan de verkiezingen om het misbruik van bevoegdheden door college en raad een halt toe te roepen en de (financiële) gevolgen ervan ongedaan te maken.

Iets minder omzichtig geformuleerd, ik doe mee om het bedrog door raad en college een halt toe te roepen en de gevolgen ervan ongedaan te maken.

Het is een bevoegdheid van de raad om documenten geheim te verklaren, ze maakt echter misbruik van die bevoegdheid als ze (op onterechte gronden) documenten geheim verklaart.

Het document in kwestie is een taxatie van de firma Fakton.

Die taxatie was een (Europese) wettelijke verplichting in geval er sprake was van een onderhandse aanbesteding. Die taxatie is dan bewijs, dat de aanbesteding op marktconforme wijze heeft plaatsgevonden.

De raad heeft dus, op aanraden van het college, ogenschijnlijk het bewijs, dat er aan de Europese verplichtingen was voldaan, geheim verklaard.

Dat doende, nam ze de eerdere geheimverklaring van het college (van hetzelfde document) voor haar verantwoording.

Met als direct gevolg dat de inhoud van het document niet langer openbaar mocht worden besproken.

Sterker, vanaf de geheimverklaring door de raad mocht niets, dat ook maar enigszins betrekking had op het REZ, nog in het openbaar worden besproken.

Zelfs het voorstel om die geheimhouding weer op te heffen moest in een besloten bijeenkomst worden besproken.

Vanaf het moment, dat het bewijs geleverd was, had het college de inhoud van het bewijs (uit voorzorg?) geheim verklaard.

Als die voorzorg tot doel had om het document geheim te houden tot dat de overeenkomst was getekend, kan de geheimverklaring tot op zekere hoogte worden gebillijkt.

Echter, nadat de overeenkomst (die door de taxatie mogelijk was geworden) was getekend, was ook elk beletsel voor het openbaar maken van die taxatie weggenomen.

Zie ter vergelijking de taxatie die Droomparken openbaar heeft gemaakt. Die berust, naast een raming van de opbrengst, op de in de branche gebruikelijke kengetallen voor wat betreft de te maken kosten.

Ze bevat in ieder geval geen bedrijfsgevoelige gegevens. Het zijn ramingen waar op geen enkele wijze rechten aan kunnen worden ontleend. Iets wat Fakton wel beweerd over haar taxatie.

De geheimverklaring van het bewijs (door het college), gevolgd door een zelfde verklaring van de raad heeft een heel andere reden, dan de redenen die door het college en de raad hiervoor zijn opgegeven.

Die werkelijke reden is, dat de taxatie geen bewijs is van de marktconformiteit, maar een door het college gegeven valse verklaring daaromtrent.

De raad heeft dus (al dan niet bewust) het bewijs van een valse verklaring (door het college) geheim verklaard. En zich zodoende medeplichtig gemaakt aan het (tot op de dag van vandaag) in stand blijven van die valse verklaring.

Dat de taxatie van Fakton geen bewijs is van marktconformiteit van het door Orez uitgebrachte bod, blijkt uit de door Fakton geschatte opbrengst na het voltooiend van de ontwikkeling.

Fakton schat die op € 10 miljoen. Cushman en Wakefield, die in opdracht van Droomparken hetzelfde plan taxeerde, schat de opbrengst op € 80 miljoen.

Omdat de opbrengst een bepalende factor is voor de hoogte van het bod dat kan worden uitgebracht, kan het bod van Orez (op basis van een opbrengst van 10 miljoen) nooit marktconform zijn geweest.

Deze hele gang van zaken zou eerder aan het licht zijn gekomen, als de raad wat zorgvuldiger was omgesprongen met haar bevoegdheid waarmee documenten geheim konden worden verklaard.

Openbaarheid van bestuur is een enorme democratische verworvenheid en de raad had er verstandig aan gedaan om terughoudendheid te betrachten bij het inperken van die verworvenheid.

Nu ze dat niet heeft gedaan, heeft ze zich, mogelijk onbewust, medeplichtig laten maken aan een valse voorstelling van zaken.

Door het bewijs daarvan geheim te verklaren.

Het zou alleen maar logisch zijn als de partijen, die zo onzorgvuldig met hun bevoegdheid omspringen, daar de gevolgen van zouden ondervinden bij de aanstaande verkiezingen.

%d bloggers liken dit: