Diep gezonken.

Op zijn facebook pagina legt de burgmeester van Enkhuizen de algemene beginselen van een geheimhoudingsplicht uit.

Als een deskundige die boven de partijen staat.

Dat is niet helemaal waar, hij is voorzitter van het college van B&W en derhalve mede verantwoordelijk voor de besluiten van dat college.

Het college heeft besloten om de berekeningen, die taxateur Fakton/BaseValue in haar opdracht had uitgevoerd geheim te verklaren. Niet sinds kort, omdat er zogenaamd onderhandelingen met Droomparken plaatsvinden.

Ook niet omdat ik (anders dan de gemeenteraad) wel om inzage had gevraagd.

Maar omdat de berekeningen van Fakton/BaseValue (in tegenstelling tot wat het college beweert) niet het bewijs zijn van marktconformiteit van het door Orez bv uitgebrachte (en door de gemeente geaccepteerde) bod op het project recreatieoord.

Vanaf het moment, dat de berekeningen waren gemaakt, november 2017, zijn ze door het toenmalige college onder leiding van burgemeester Baas en onder verantwoording van wethouder Struijlaart geheim verklaard.

Omdat degenen, die de berekeningen onder ogen kregen, tot het besef moeten zijn gekomen, dat ze (anders dan dat ze beweerden) niet het bewijs van marktconformiteit inhielden.

Tot voor kort moest het bewijs (van niet conformiteit) aan de hand van die berekeningen worden geleverd. Sinds 28 juni 2021 is dat niet meer nodig.

Daarmee is de heimhouding niet langer hoofdzaak, maar bijzaak geworden en is het gepraat erover niet anders dan een afleidingsmanoeuvre.

Waarin de burgemeester allang niet meer boven de partijen staat, maar een heel direct eigen belang heeft bij de uitkomst van die manoeuvre .

De kernvraag is namelijk, heeft het college raad en bevolking voorgelogen, toen ze beweerde, dat de door Fakton uitgevoerde berekeningen bewezen dat het bod dat de gemeente had geaccepteerd van Orez bv, marktconform was?

Het antwoord op die vraag is een volmondig ja. Het college heeft de raad en de bevolking voorgelogen, aangezien het bod niet marktconform was.

Het bedroeg namelijk slechts 1% van de door Droomparken (laag ingeschatte) waarde van het gebied.

Waarom het college het recreatieoord voor een fractie van haar werkelijke waarde heeft verkocht laat zich raden, maar onderzoek door de rijksrecherche zal daar een antwoord op moeten geven.

Waarom de toezichthouder (de gemeenteraad) het college blijft steunen in haar bedrieglijke voorstelling van zaken (€ 335.000,- voor het hele gebied was een marktconform bod) is me een raadsel, maar illustreert hoe diep we inmiddels zijn gezonken.

Het voorliegen van de bevolking en haar vertegenwoordigers lijkt tegenwoordig de normaalste zaak van de wereld. Over minder dan 3 weken mogen de kiezers van Enkhuizen laten weten hoe ze daar over denken.