Moreel verwerpelijk.

Feit is, dat het vorige college (onder burgemeester Baas) het bod van P. Tuin en consorten had goedgekeurd en dat het enige, wat een definitieve opdracht in de weg stond, een taxatierapport was.

Zo’n taxatie was uitvloeisel van Europese Wetgeving in geval er sprake was van een onderhandse aanbesteding.

Bij die vorm van aanbesteden moest een taxatie het bewijs leveren, dat de aanbesteding op marktconforme voorwaarden had plaatsgevonden.

De taxatie is dus het bewijs, dat de onderhandse aanbesteding marktconform is verlopen. Niet meer en niet minder.

Nadat de taxatie was voltooid en naar het oordeel van het college “bewees” dat het uitgebrachte bod marktconform was, werd het afsluiten van de overeenkomst (overeenkomstig het taxatierapport) voorbereid en uiteindelijk afgerond.

Het taxatierapport heeft een ongunstige uitwerking gehad op het bod dat er oorspronkelijk was uitgebracht. Het bod (dat niet geheim is), bevatte een garantie t.a.v. de minimale hoeveelheid toeristenbelasting. (€ 105.000,-) per jaar. Over een periode van 10 jaar.

In het oorspronkelijke bod waren die € 105.000,- nog ter vrije beschikking van de gemeente. In de overeenkomst is dat niet meer het geval. Jaarlijks dient er € 105.000,- aan de exploitante te worden betaald als bijdrage aan de exploitatie van het openbare gebied.

In het bod was ook een jaarlijkse bijdrage opgenomen voor het (gratis) gebruik van het zwembad door de huurders van recreatiewoningen.

De overeengekomen bijdrage was € 160.000,- per jaar over een periode van 10 jaar. Alweer, dit bedrag stond ter vrije beschikking van de gemeente en kon dus gebruikt worden om de tekorten op het zwembad te verminderen.

In de uiteindelijke overeenkomst (die niet langer geheim is) is bepaald, dat jaarlijks € 160.000,- aan de exploitant moet worden betaald. Als zijnde een bijdrage aan de exploitatie van het openbare gebied.

Kortom, de afgesloten overeenkomst is in feite € 2,65 miljoen nadeliger voor de gemeente dan het oorspronkelijk uitgebrachte (onvoorwaardelijke) bod.

Deze informatie staat in openbaar gemaakte stukken en zou dus vrijelijk door alle raadsleden kunnen worden besproken. Maar omdat de raadsleden zichzelf (op verzoek van het college) het spreken onmogelijk hebben gemaakt, gebeurt het niet.

Samengevat, de opdracht was feitelijke al aanbesteed en er moest alleen nog het “bewijs” worden geleverd, dat die aanbesteding marktconform was. Dus kreeg Fakton/BaseValue de opdracht om daarvoor het “bewijs” te leveren.

Een bewijs, dat direct nadat het zogenaamd geleverd was, meteen geheim werd verklaard en dat (dank zij het ingrijpen van onze volksvertegenwoordigers) tot in lengte van dagen zal blijven.

Het is goed om te beseffen, dat alle raadsleden inmiddels in staat zijn geweest om het door Fakton/BaseValue geleverde “bewijs” van marktconformiteit in te zien.

En zich dus een oordeel hebben kunnen vormen over de vraag, of de € 335.000,- die was geboden daadwerkelijke een marktconform bod was of dat het hier gaat om een valse voorstelling van zaken.

(Uiteraard in samenhang met de taxatie van Cushman & Wakefield die uitkomt op 18,4 miljoen aan grondwaarde)

Het geven van een valse voorstelling van zaken is strafbaar. Het bewijs van een valse voorstelling van zaken geheim verklaren lijkt me moreel verwerpelijk, zo het al niet strafbaar is.

Alle 16 raadsleden, die zich in deze kwestie aan moreel verwerpelijk gedrag schuldig hebben gemaakt, hebben zich weer verkiesbaar gesteld.

Het zou een blamage voor de Enkhuizen zijn als ze zouden worden herkozen.

Auteur: Pim

Hoe lang blijft een democratie nog een democratie, als alleen het recht van de sterkste geldt?

Eén gedachte over “Moreel verwerpelijk.”

Reageer !

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: