Op 20 november 2018 tekende wethouder Struijlaart de tussen de gemeente en Orez bv overeengekomen Anterieure Overeenkomst.
Het duurde tot mei 2021, voordat de raad van Enkhuizen voldoende moed had verzameld om van het college te verlangen (door middel van een motie) dat er inzicht zou worden verstrekt in wat er tussen de gemeente en Orez in financieel opzicht was overeengekomen.
Tot op dat moment had men het moeten doen met een onbegrijpelijke zakelijke weergaven van de Anterieure Overeenkomst en een vrijwel onleesbare versie, waarin alle er in voorkomende bedragen waren weggelakt.
Plus hier en daar wat geruststellende woorden van Struijlaart, dat het allemaal erg mooi zou gaan worden.
Maar zelfs voor deze relatief bescheiden wens, om inzicht krijgen in de tussen de partijen gemaakte financiële afspraken, schrokken nog drie partijen terug.
Van Marle (D66), Sandstra (PvdA) en Hotting (CU/SGP) lieten weten de motie niet te zullen steunen. Voor hen stond het houden van toezicht kennelijk gelijk aan het hoofd in het zand steken.
Enfin, de motie werd aangenomen, door het college omarmd, alleen werd de uitvoering (op verzoek van het college) uitgesteld tot juni 2021.
Op 28 juni werd de motie uitgevoerd in de zin dat een groot aantal documenten werd vrijgegeven, met uitzondering van de taxatie.
In deze kwestie zijn drie documenten van belang. Te weten;
- De door Orez bv afgegeven Offerte voor het project. Dat document staat ook bekend als exploitatieopzet of kortweg bod.
- De Taxatie van de offerte door de firma Fakton/BaseValue. Deze taxatie vond plaats op grond van Europese wet- en regelgeving. Ze moest uitsluitsel geven over de vraag of de offerte (waarop de Anterieure Overeenkomst zou worden gebaseerd) marktconform was.
- Tot slot de Anterieure Overeenkomst, waarin de op de Offerte gebaseerde afspraken waren vastgelegd, die volgens de Taxatie marktconform waren.
Zelf had ik eerder om inzage gevraagd in de Offerte en de Taxatie, hetgeen me door het college werd geweigerd. Op 28 juni 2021 maakte het college de Offerte en de Overeenkomst voor iedereen inzichtelijk, terwijl de Taxatie alleen aan de raad ter inzage werd gegeven.
Onder voorwaarde, dat de raadsleden t.a.v. de inhoud van de Taxatie een geheimhoudingsplicht in acht zouden nemen.
Vanwege die geheimhoudingsplicht werd de facto een doofpot gecreëerd. Vanaf 28 juni 2021 heeft de raad niet langer in openbare, maar uitsluitend in besloten bijeenkomsten, over het REZ vergaderd.
Hoofzakelijk uit angst de geheimhoudingsplicht te overtreden en daarvan de gevolgen te ondervinden zoals neergelegd in Artikel 272 van het Wetboek van Strafrecht.
Wat de raad zich bij dit alles niet heeft gerealiseerd is, dat de Taxatie niet het bewijs is van een marktconforme offerte van Orez en dat (in dat opzicht) door het college een valse voorstelling van zaken is gegeven.
Een valse voorstelling van zaken, die er toe geleid heeft dat gemeentelijk bezit ter waarde van 30 miljoen voor slechts € 335.000,- van de hand is gedaan.
Hetgeen moet worden aangemerkt als wanprestatie, ofwel een toerekenbare tekortkoming.
Zodat (samenvattend) kan worden vastgesteld, dat de raad van Enkhuizen het bewijs van een door haar college gepleegde wanprestatie geheim heeft verklaard en tegelijkertijd probeert de gebeurtenissen daaromtrent in een doofpot onder te brengen.