Naar aanleiding van het door Bob Sikkema ingediende bezwaar tegen het besluit van de gemeenteraad (om de taxatie van de exploitatieopzet van Orez bv geheim te blijven houden), vindt er op 6 januari een hoorzitting plaats.
Waarin Bob zijn bezwaren mag toelichten.
Of ik de door mij ingebrachte bezwaren mag toelichten moet nog even worden afgewacht. De vraag voor de gemeente schijnt te zijn, of de door mij ingebrachte bezwaren (naar het oordeel van de gemeenteraad) ontvankelijk zijn.
Zelf had ik al aangegeven, dat de hoorzitting (naar mijn mening) geen enkele toegevoegde waarde had.
Het zigzag gedrag, of de “zo de wind waait, waait m’n jasje” mentaliteit van de raad is inmiddels afdoende gedocumenteerd.
Men had in eerste instantie een motie aangenomen om de taxatie openbaar te maken, maar dat standpunt vervolgens (tijdens een niet openbare bijeenkomst) weer ingetrokken en precies het tegenovergestelde besluit genomen.
Door de opgelegde geheimhoudingsplicht te bekrachtigen.
Waarna de raad (ditmaal in een openbare bijeenkomst) geweigerd had om die geheimhoudingsplicht ongedaan te maken.
De reden voor die weigering bestond uit een reeks van drogredenen, waar ik het college al eerder op had gewezen, zodat het (wat mij betreft)geen enkele zin heeft om daar (in een nieuwe hoorzitting) college en raad opnieuw op te wijzen.
De raad blijft zich toch vastklampen aan het advies van het college. Op dat punt volgt ze keer op keer slaafs het beleid van het college, dat haar (achter gesloten deuren) kennelijk is uitgelegd en waarover ze geen mededeling mag doen.
Ik had de raad op 18 augustus 2020 gevraag om kennis te nemen van de inhoud van de taxatie en op basis daarvan een besluit te nemen. Te weten, was het echt noodzakelijk dat de taxatie nog langer geheim zou blijven?
Of de raad daadwerkelijk kennis genomen heeft van de inhoud van de taxatie waag ik te betwijfelen, maar feit is, dat het college haar daar (sinds 28 juni 2021) wel toe in staat heeft gesteld.
Men is dus in staat geweest om vast te stellen, dat de taxatie niet het bewijs was van een marktconforme exploitatieopzet van Orez bv en dat het college haar, maar ook de rest van de Enkhuizer bevolking, in dat opzicht heeft voorgelogen.
En dat het besluit dat men genomen heeft er op neer komt, dat men het bewijs van een leugenachtige bewering door het college, geheim heeft verklaard.
Niet alleen dat, de raad heeft door haar manier van optreden ook mogelijkheid tot herstel van de inmiddels opgelopen schade onmogelijk gemaakt.
Samengevat, de raad heeft meer dan een jaar de tijd genomen om te doen waar ik om had gevraagd. [Kennis te nemen van de inhoud van de taxatie en op basis van die inhoud bepalen of geheimhouding noodzakelijk was.]
Dat traject ligt nu achter ons. Nu is het zaak de redenen voor die geheimhouding aan de rechter voor te leggen en haar te vragen of dit volgens de WOB gegronde redenen zijn, of (zoals ik beweer) louter drogredenen. Om maar geen gehoor te hoeven geven aan wat door de WOB wettelijk is bepaald.
Om zodoende te verhinderen dat het bewijs van een leugenachtige bewering van het college kan worden geleverd.
Tot slot wens ik mijn lezers prettige feestdagen, een voorspoedig Nieuw Jaar en welgemeend advies van de Traveling Wilbury’s voor dat nieuwe jaar.