Van rechtswege vervallen.

Dinsdag behandelt de raad een verzoek tot het opheffen van de plicht tot het geheimhouden van de inhoud van een taxatierapport. Het raadsvoorstel bevat de volgende tekst.

Het gevraagde taxatierapport heeft het college op 28 juni 2021 thans onder geheimhouding als bedoeld in artikel 25 lid 2 van de Gemeentewet en op basis van artikel 10 lid 2 onder b van de Wob, aan uw raad ter beschikking gesteld.

Uw raad heeft op 29 juni 2021 met het oog op het belang zoals genoemd in artikel 10 lid 2 onder b van de Wob de geheimhouding zoals bedoeld in artikel 25 lid 3 van de Gemeentewet bekrachtigd.

Daarmee rust op het gevraagde taxatierapport geheimhouding.

Of deze laatste bewering juist is, is nog maar de vraag.

Tijdens de presidium vergadering op 28 juni laat de voorzitter weten, dat er in een besloten bijeenkomst op 29 juni het taxatierapport ter beschikking van de raad zal worden gesteld, waarbij gelijktijdig een plicht tot geheimhouding zal worden opgelegd, die in de vergadering van SEPTEMBER door de raad dient te worden bekrachtigd. [rond 1 minuut 45 in de vergadering]

Het opleggen van een plicht tot geheimhouding is een bevoegdheid van het college.

Het is echter de raad, die bij eerstkomende gelegenheid door middel van een besluit bepaalt, of zij de plicht tot geheimhouding op zich wil nemen, door het collegebesluit (al dan niet) te bekrachtigen.

Als ik op mijn blog van 3 oktober constateer, dat de noodzakelijk bekrachtiging niet in september heeft plaatsgevonden (en dat derhalve de plicht tot het geheimhouden is komen te vervallen), laat de voorzitter me na afloop van de presidium vergadering op 4 oktober weten, dat de geheimhoudingsplicht door de raad op 16 september was bekrachtigd tijdens een besloten bijeenkomst.

De bijeenkomst op 16 september was zo geheim, dat raadsleden Hotting en Buit het niet aandorsten om het bestaan van die bijeenkomst te bevestigen, uit angst iets te openbaren dat onder de (aan hun opgelegde) zwijgplicht viel.

De burgemeester doet dus twee beweringen over het tijdstip waarop de plicht tot geheimhouding door de raad zou zijn bekrachtigd. Op 29 juni en op 16 september. In beide gevallen besloten bijeenkomsten.

Of het hier om een formeel raadsbesluit gaat of een informele conclusie van het college (dat er een besluit is genomen), is niet duidelijk.

De raadsleden verschuilen zich achter een zwijgplicht. Het college concludeert wel vaker dingen, die alleen maar in haar eigen opvatting waar zijn. Zoals haar conclusie over marktconformiteit.

Documenten, die daar licht op zouden kunnen werpen, zoals een raadsvoorstel en een raadsbesluit, ontbreken. Het is daarom heel wel mogelijk, dat de formele bekrachtiging van de geheimhoudingsplicht nooit heeft plaatsgevonden.

De directe consequentie ervan is, dat de noodzaak voor een besluit over het verzoek tot opheffing van de geheimhoudingsplicht, ontbreekt.

Die plicht is namelijk, wegens nalatigheid van het college, van rechtswege komen te vervallen. Daarmee is ook het verzoek tot opheffing van die plicht strikt genomen overbodig geworden

Auteur: Pim

Hoe lang blijft een democratie nog een democratie, als alleen het recht van de sterkste geldt?

Reageer !

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: