Drie dagen geleden schreef ik een column, waarin ik stelde, dat het er bij het Wob verzoek van Bob Sikkema uiteindelijk op zou neerkomen, of de reden voor de weigering het taxatierapport openbaar te maken, rechtmatig was.
Te beoordelen door de bestuursrechter aan de hand van de inhoud van dat rapport.
Inmiddels heeft hij de reactie van het college op zijn verzoek tot het verkrijgen van inzage in het taxatierapport verkregen. In deze reactie staat de reden voor geheimhouding vermeld en toegelicht.
Het college laat weten, dat ze per 28 juni het taxatierapport (onder plicht van geheimhouding) ter beschikking heeft gesteld aan de raad en dat de raad (tijdens een besloten bijeenkomst) een dag later heeft besloten, om de (door het college aan haar opgelegde plicht tot geheimhouding) te bekrachtigen.
Het gevolg van deze gang van zaken is, dat de raad zichzelf het zwijgen oplegt over dit onderwerp voor zolang de bekrachtiging voortduurt. Een ander gevolg is, dat de raad vanaf nu bepaalt wanneer de geheimhoudingsplicht kan worden opgeheven.
Omdat het verzoek van Sikkema ook gezien moet worden als een verzoek tot het opheffen van de geheimhoudingsplicht, zal de raad eind september tijdens een normale raadsvergadering moeten besluiten of zij de geheimhoudingsplicht opheft, dan wel laat voortduren.
Verder volgt uit de gang van zaken, dat die geheimhoudingsplicht (althans voor de raad) pas ontstond op 28 juni 2021 en dus voor die datum niet bestond.
Wat is de reden voor die geheimhoudingsplicht? De raadsbrief verwijst naar een eerder aan mij (in het kader van mijn Wob verzoek) gegeven reden.
In mijn column van 3 dagen eerder (Rechtmatige weigering) wijs ik er al op, dat de reden voor weigering van het verzoek van Sikkema niet anders kan zijn, dan de “reden voor weigering” die eerder aan mij was meegedeeld.
Nu ze (opnieuw) bekend gemaakt is, kan ze dus aan de bestuursrechter worden voorgelegd met het verzoek haar rechtmatigheid te beoordelen.
Tenzij de raad de geheimhoudingsplicht eind september weer opheft. De reden voor de geheimhouding is door het college als volgt gemotiveerd en is door de raad (vanwege haar bekrachtiging) overgenomen.
Openbaarmaking van het taxatierapport zou gevolgen kunnen hebben voor de onderhandelingspositie van de gemeente. Daarnaast bevat het taxatierapport uitgangspunten en berekeningen die op zichzelf geschikt kunnen zijn voor herhaalde toepassing en daarmee ook gevolgen kunnen hebben voor de onderhandelingspositie van de gemeente in de toekomst.
Het rapport was van doorslaggevende betekenis bij de onderhandelingen over de Anterieure Overeenkomst. Omdat het (volgens het college) aantoonde, dat de door Orez uitgebrachte bieding op de concessie marktconform was.
Daarmee was een eerder gemaakt voorbehoud, om de overeenkomst met Orez aan te gaan, uit de weg geruimd.
Openbaarmaking van het rapport (voordat de AO zou zijn afgesloten) zou in theorie van invloed kunnen zijn het op het standkomen van de AO, maar die invloed zou nihil zijn, als de AO eenmaal was afgesloten.
Doel van de AO was alle financiële risico’s voor de gemeente af te dekken. Die waren, na het sluiten van de AO, dan ook afgedekt.
Kortom, geheimhouding totdat de Anterieure Overeenkomst was gesloten, was mogelijk functioneel en dus gerechtvaardigd. Geheimhouding nadat de AO was gesloten, volkomen nutteloos en overbodig.
Het rapport is een intern document, dat tot niet anders geleid heeft dan tot het goedkeuren van een bieding. Waar door buitenstaanders geen enkel recht aan kan worden ontleend. Dat wil zeggen, zolang het rapport datgene doet, wat het college beweert dat het doet.
Namelijk, bewijzen dat de bieding van Orez bv marktconform was. Op basis van hetgeen er inmiddels is uitgelekt over de inhoud van het taxatierapport kan geconcludeerd worden dat de gemeentelijke taxatie van de grondwaarde (van het plandeel villapark) 10 miljoen lager ligt dan een andere taxatie.
Ook de waarde van het plandeel camping is door de gemeente circa 10 miljoen lager getaxeerd dan een andere taxatie en dat rechtvaardigt de conclusie, dat de (namens de gemeente uitgevoerde taxatie) in geen enkel opzicht bewijst, dat de door Orez bv uitgebrachte bieding marktconform was.
Maar dat het college dat (niet alleen ten opzichte van de raad, maar ook t.o.v. de inwoners van Enkhuizen), heeft doen voorkomen, omdat ze klaarblijkelijk vast besloten was om (ten koste van alles) de opdracht aan Orez bv te gunnen.
In plaats van taxatierapport geheim te verklaren, doet de raad er verstandiger aan zich wat onafhankelijker op te stellen t.o.v. het college en de reden voor de opvallende voorkeur voor Orez bv te laten onderzoeken door een onafhankelijk instantie.
Ongelofelijk de excuses die de gemeente aanvoerd om ook na de gesloten deal geen inzage te geven in dat rapport.
Maar verwacht maar niet dat de RVS tot een door jouw gewenst uitspraak komt. Heb inmiddels zelf de ervaring dar de RVS niet altijd tot een juiste onderbouwde uitspraak komt. Na een ingesteld hoger beroep bij de RVS na een gerechtelijk uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland ben ik nu gekomen tot een herzieningsverzoek die afgewezen werd en thans daartegen verzet heb moeten aantekenen waarvan de behandeling vanaf nu nog wel 12 weken kan duren.
LikeLike
Hallo Claudio, ik was geen partij in het geding voor de RvS en er is dus niet zo iets als een voor mij gunstige uitspraak. Ik heb er alleen op gewezen, dat er in die procedure bezwaar werd gemaakt tegen het aanleggen van die landtong. Dat bezwaar is niet overgenomen door de RvS, wat wil zeggen dat het BP aanleg op grond van het BP mogelijk is. Of ze zal worden aangelegd is afhankelijk van de medewerking van Rijkswaterstaat.
Die heeft tot dusver niet willen meewerken, maar dat kan morgen anders zijn. Een ding is echter zeker, het bestaande wegenplan wijkt af van het wegenplan dat was ontworpen om de bereikbaarheid van de landtong te verbeteren. Op basis daarvan heb ik gesteld dat het twijfelachtig was of ze er zou komen.
LikeLike