Mijn slotconclusie is, dat de gemeente Enkhuizen bij de onderhandse gunning van het project REZ de wet heeft overtreden door ongeoorloofde staatsteun te verstrekken aan de partij aan wie ze de concessie had gegund, Orez bv.
Het bewijs hiervoor is uiteindelijk geleverd door de nieuwe eigenaar van Orez bv, de firma Droomparken. Die heeft namelijk de firma Cushman & Wakefield opgedragen o.a. de grondwaarde te berekenen van het project Vesting.
Dat bleek € 21.748.381.,- te zijn. Twee jaar eerder was de grondwaarde van het zelfde plan (op verzoek van het colleg) door de firma Fakton Valuation bepaald op € 10.363.490,-. Een verschil van € 11.384.891,-.
Het college heeft destijds geoordeeld, dat de waardebepaling door Fakton Valuation tevens het bewijs was, dat de bieding van Orez bv marktconform was en had op basis daarvan de opdracht onderhands gegund.
De getaxeerde waarde van de grond is van doorslaggevende betekenis voor de hoogte van de bieding. Die had 11 miljoen hoger kunnen zijn als de taxatie van Cushman & Wakefield als uitgangspunt zou zijn genomen.
Wat mij betreft is een verschil van meer dan 11 miljoen meer dan voldoende reden om een onderzoek in te stellen naar de oorzaak van dat verschil. Jammer genoeg is het bevoegde gezag (college en raad) het daarmee niet eens en is er besloten anders te handelen.
In afwachting van een advies van de firma Fakton Valuation is er besloten om het door die firma verstrekte taxatierapport geheim te verklaren.
Het door Fakton uit te brengen advies betreft niet de waardebepaling die door haar destijds werd verstrekt en die nu ter discussie zou moeten staan, maar de mogelijk financiële gevolgen van planwijzigingen nadat de overeenkomst met Orez was aangegaan.
De voornaamste planwijzigingen zijn echter al, door middel van bijlagen op de oorspronkelijk Anterieure Overeenkomst, verwerkt.
Kort samengevat. Wat mij betreft is er sprake van een wetsovertreding, doordat gemeentegrond ver beneden haar marktwaarde werd verkocht.
Met als verzwarende omstandigheid, dat de gemeenteraad door het college niet in staat werd gesteld bezwaar tegen maken tegen de voorgenomen verkoop van gemeentegrond. Artikel 169 lid 4 van de gemeentewet.
Zijn de gevolgen van de wetsovertreding (miljoenen lagere opbrengst voor de gemeente) ongedaan te maken? Voor zover ik weet wel. Een rechter kan bepalen de begunstigde (in dit geval Orez bv) het onrechtmatig verkregen bedrag terug dient te betalen.
Voornaamst complicatie daarbij is, dat het bevoegde gezag (college en raad) zich tot dusver op het standpunt stelt, dat er van een door haar gepleegde en goedgekeurde wetsovertreding geen sprake is en men dus ook niet bereid is om daarvan aangifte te doen bij bevoegde instanties.
De vraag die overblijft is, kunnen de gedupeerden (inwoners van de gemeente Enkhuizen) aangifte doen van een wetovertreding (inhoudende dat grond van de gemeente ver onder haar waarde is verkocht) zonder dat die klacht door de bevoegde instanties “niet ontvankelijk” wordt verklaard.
Het antwoord op die vraag weet ik niet en ik zoek een jurist die me op die vraag een antwoord kan geven en bereid is namens ons (gedupeerden) op te treden.