Gisteren stelde ik vast, dat een raadsmeerderheid (bestaande uit SP. CDA en de 3 lokale partijen) het taxatierapport heeft ingezien. Die weten dus, dat volgens dit taxatierapport de concessie voor het inrichten van een vakantiepark, een camping, een strand en andere recreatieve gronden verlieslatend is, zelfs als de daarvoor benodigde grond gratis te beschikking wordt gesteld.
Zozeer, dat wil de gemeente nog een bedrag (€ 335.000,-) in ontvangst kunnen nemen in ruil voor het verlenen van die concessie, ze gedurende 10 jaar afstand moet doen van inkomsten (ter waarde van 2 miljoen euro) die voortvloeien uit die concessie.
Door kwijtschelden van de afdracht van toeristenbelasting en van de betalingen aan het recreatie bad (ter compensatie van de gratis toegang tot dat bad door huurders van recreatiewoningen).
Hoewel deze gang van zaken de conclusie rechtvaardigt, dat er geen sprake kan zijn van een marktconforme bieding, beperken de eerder genoemde partijen (aangevuld met de VVD) zich tot een nutteloze motie, waarin wordt verzocht het taxatierapport openbaar te maken.
Een motie die zogenaamd door het college wordt omarmd, maar waarvan de uitvoering voorlopig 3 maanden is uitgesteld.
Wat de partijen met de motie willen bereiken, anders dan de aandacht afleiden van het echte probleem, is volstrekt onduidelijk.
Hoopt men, dat door het openbaar maken van het taxatierapport inwoners om inzage zullen vragen. En dat die, na het rapport te hebben ingezien (anders dan de raad tot dusver) zich wel durven uitspreken over de inhoud van dat rapport.
Namelijk, dat het college de raad doelbewust en op groteske wijze heeft misleid door het te doen voorkomen, dat het taxatierapport het bewijs vormt van een door Orez bv gedane marktconforme bieding.
En zo die bewoners er al zouden zijn, zou men die dan serieus nemen, gegeven het feit dat men mij nog nooit serieus heeft genomen. Meer nog, zou men de moed kunnen opbrengen het college aan te spreken over haar wangedrag? Iets wat men tot dusver steeds angstvallig uit de weg is gegaan.
Waarom weigert de raad, zelfs nu ze (tegen wil en dank) kennis heeft genomen van de feiten, om handelend op te treden? Welke additionele feiten denkt ze nodig te hebben alvorens te kunnen concluderen, dat Orez bv ongeoorloofde overheidssteun is geboden? Door de concessie tot inrichten van camping en vakantiepark ver beneden haar eigenlijke waarde te verstrekken.
Is het niet zo, dat de raad al geruime tijd bekend is met de feiten, maar dat men eigenlijk alleen maar op zoek is naar mogelijkheden om haar conclusie over die feiten, zo lang mogelijk uit te stellen?
In de hoop, dat uitstel, afstel tot gevolg zal hebben.