Op 25 mei behandelde de raad een motie waarin om openbaarmaking van de Anterieure Overeenkomst en Allonges wordt gevraagd. Daarnaast ook alle schriftelijke en mondelinge afspraken gemaakt tussen partijen.
Verder, het taxatieverslag opgemaakt door Fakton/Base Value.
Het college laat daarop weten, dat ze de motie omarmt (wat m.i. wil zeggen dat ze hem zal uitvoeren) maar dat ze het tijdstip waarop ze tot uitvoering wil overgaan afhankelijk is van twee zaken.
Antwoord op de brief waarin het college Droomparken verzocht heeft om een zienswijze af te geven over het gemeentelijke voornemen de 2 1/2 geleden met Orez gesloten overeenkomst openbaar te maken.
Hierbij moet worden aangetekend, dat mocht de zienswijze van Orez negatief zijn, dat dit de gemeente niet zou hoeven te beletten de overeenkomst openbaar te maken. Het verzoek aan Droomparken is dan ook niet meer, dan een door het college bedacht voorwendsel om een “pas op de plaats” te kunnen maken.
Het werd voorgesteld dat Droomparken deze feitelijk niet ter zake doend brief voor 21 juni zou afgeven. Dat is niet gebeurd, zodat de omarming (uitvoering) uitgesteld is tot 30 juni. Op die dag is er na de reguliere raadsvergadering (over de kadernota) een besloten vergadering gepland over nieuwe ontwikkelingen in het REZ.
Het tweede punt dat omarming van de motie in de weg stond, was het advies van een externe deskundige over onderhandelingen die nog met Droomparken zouden moeten worden gevoerd. Openbaarmaking van de gevraagde stukken zouden die onderhandelingen kunnen bemoeilijken.
Uiteraard is dit niet de werkelijke reden voor de betrokkenheid van de firma Fakton. Het echte probleem is, dat het door haar verstrekte taxatierapport niet datgene bewijst, wat het college er tot nu toe altijd van heeft beweerd. Namelijk dat de bieding van Orez marktconform was.
Wat het taxatierapport wel bewijst is, dat het college de raad heeft voorgelogen voor wat betreft de betekenis van die overeenkomst, maar ook dat ze Orez bv (bij het onderhands gunnen van de opdracht) overheidssteun verleende tot een bedrag van meerdere miljoenen.
Om die simpele reden zal het college haar omarming (ofwel de uitvoering van de motie) tot in het oneindige willen uitstellen. De vraag is alleen, zal de raad daar in meegaan, of is voor haar het moment aangebroken om schoon schip te maken.
Een meerderheid van de raad heeft inmiddels het taxatierapport ingezien en weet dus, dat het rapport geen bewijs vormt voor een marktconforme bieding.
Zoals de motie aangeeft, dient de gemeente om € 335.000,- als opbrengst uit de van grondverkoop te kunnen bijschrijven, eerst 2 miljoen aan overeengekomen inkomsten in te leveren.
Ook wat door de gemeente als besparing werd voorgesteld, wordt feitelijk door haarzelf betaald. Doordat Orez in staat werd gesteld om de kosten van het door haar te verrichten onderhoud in mindering te brengen van de aankoopprijs van de grond.
Een meerderheid van de raad is inmiddels op de hoogte van deze feiten maar heeft er tot nu toe voor gekozen om er over te zwijgen, waarmee ze zichzelf tot medeplichtige maakt aan het bedrog van het college. Ze mag dan geen dader van het bedrog zijn, ze acteert wel degelijk als heler van dat bedrog.
En dat brengt me als vanzelf bij Hamlet, Shakespeare’s toneelstuk over politiek verval en corruptie gesitueerd in Denemarken. Met de daarin voorkomende gevleugelde woorden, “something is rotten in the state of Denmark”.
Voor de Enkhuizer politiek geldt hetzelfde. Ook die wordt omgeven door de geur van verval, bederf en politieke corruptie. Something is rotten in Enkhuizen.