Schone schijn.

De belangrijkste aanwijzing dat er sprake is van corruptie is dat gemeentelijke (in dit geval het recreatieoord) bezit ver beneden haar eigenlijke waarde werd verkocht.

Die waarde staat vermeld in de Anterieure Overeenkomst, maar is weggelakt. Niet alleen in het exemplaar dat ik heb gekregen, maar ook in de exemplaren die aan raadsleden zijn verstrekt.

De hele overeenkomst is trouwens bijzonder wazig afgedrukt en nodigt niet uit tot lezen.

De € 335.000,- als totale verkoopprijs voor de grond (die ik tot dusver als enige heb genoemd) is ontleend aan een kadastrale acte van overdracht, die ik in mijn bezit heb.

Het bedrag is tot dusver door niemand weersproken. Zelfs niet door raadsleden als mevrouw Keesman, die de door mij verstrekte informatie openlijk in twijfel trekt, zonder dat ze in staat is een bewijs van onjuistheid te leveren.

De tragische werkelijkheid is, dat ze, net als andere raadsleden niet weet waar ze het (financieel gezien) over heeft, omdat de getallen in de overeenkomst die ze uitgereikt heeft gekregen zijn weggelakt en ze kennelijk ook niet de moeite heeft gedaan de akte van levering bij het kadaster op te vragen.

Kortom, alles wat onze volksvertegenwoordigers tot dusver hebben beweerd over de inhoud van de overeenkomst met Orez bv is niet gebaseerd op wat ze zelf hebben aanschouwd en geconcludeerd. Maar op een interpretatie van de inhoud van de overeenkomst door het college.

Ze weten niet waar de door Orez uitgebrachte offerte uit bestond, ze weten ook niet op basis waarvan die offerte marktconform werd verklaard.

Hun is door het college verteld dat de offerte een prima uitgangspunt vormde voor verdere gesprekken met Orez. Hun is ook verteld, dat er nauwelijks een verschil bestond tussen offerte en taxatie en dat daarom de offerte niet anders dan marktconform kon zijn.

Maar zelf verworven kennis over de inhoud van beide documenten heeft de raad niet. Men neemt de door het college ingenomen standpunten over, zonder enige kennis van de inhoud van de documenten, waarop de college haar standpunten heeft gebaseerd.

In dit geval gaat het om de offerte die Orez heeft uitgebracht en die voor de gemeente aanleiding was de opdracht voorlopig aan Orez te gunnen.

Maar ook het taxatierapport, dat de “voorlopige” opdracht omzette in een “definitieve” opdracht. Omdat (volgens het college) het rapport bewees, dat de door Orez uitgebrachte bieding marktconform was.

Dat “bewijs” is geheim verklaard. Een WOB verzoek om offerte en rapport te mogen inzien is geweigerd. Bij uitzondering (en na lang aandringen van mijn kant) heeft de raad een half uur de tijd gekregen om kennis te nemen van de inhoud van het taxatierapport.

Een aantal partijen heeft van die mogelijkheid GEEN gebruik gemaakt. Voor zover ik weet waren dat de CU/SGP, D66, PvdA en VVD. De opvattingen die deze partijen uitdragen over de inhoud van het taxatierapport zijn dus gebaseerd op 0,0 % eigen kennis en slechts een herhaling van hetgeen het college over de inhoud beweerd.

De partijen die het rapport WEL hebben ingezien zwijgen over de inhoud. Ik heb de cijfermatige onderbouwing van het “bewijs” gezien en durf op basis van die cijfermatige onderbouwing te concluderen, dat er geen enkel “bewijs” bestaat voor een marktconforme bieding en het slechts een door het college getrokken conclusie betreft.

En dat het ontbreken van “bewijs” de belangrijkste reden zal zijn geweest om het taxatierapport geheim te verklaren.

In plaats van die conclusie ook te trekken, heeft een meerderheid van de raad zich beperkt tot een verzoek tot openbaarmaking van stukken. Niet alleen het taxatierapport zelf, maar ook tal van ambtelijke verslagen, die normaliter nooit openbaar worden gemaakt.

Als de cijfermatige onderbouwing van het rapport al aantoont, dat het bewijs van marktconformiteit niet is geleverd, dan zijn de extra stukken, die de raad nu opeens wel wil inzien feitelijk overbodig.

Maar ze vormen echter wel een ogenschijnlijk solide argument, om het verzoek tot openbaarmaking af te wijzen.

Raad en college zitten namelijk in hetzelfde schuitje. Beiden hebben geen enkel belang bij een bewijs voor het eigen falen.

Vanuit de opvatting, dat er toch niets meer ongedaan gemaakt kan worden, zal de raad zich in de eerste plaats bekommeren om de eigen reputatie en die, kost wat het kost, veilig willen stellen.

De enige documenten die in deze kwestie van belang zijn, is de offerte die door Orez werd uitgebracht (en het college deed besluiten de opdracht voorlopig te gunnen) en het taxatierapport, dat volgens het college het bewijs bevat dat de offerte marktconform was en leidde tot de definitieve gunning.

Door te overvragen voor wat betreft de aard en hoeveelheid stukken, creëert de raad voor het college een mogelijkheid om (op zogenaamd solide gronden) het verzoek af te wijzen. Hetgeen in belang van college en de raad is.

Voor een juist begrip van de gang van zaken denk ik, dat we er goed aan doen om de illusie los te laten, dat de politiek een mogelijkheid is om het algemeen belang te dienen.

Dat is in de meeste gevallen slechts de façade, waarachter men het eigen belang probeert te verbergen en waarmee men de schone schijn probeert op te houden.

Auteur: Pim

Hoe lang blijft een democratie nog een democratie, als alleen het recht van de sterkste geldt?

2 gedachten over “Schone schijn.”

  1. Chris, ik ben het met een groot deel van dit stuk niet eens. Je geeft aan dat “de raad” bewust heeft gevraagd om bepaalde stukken om het college de kans geven het verzoek af te wijzen. Je weet dat EV! als indiener van de motie niet op deze manier zou meewerken aan een verzoek vanuit het college. Dus het is pertinent niet waar en dat weet je zelf ook wel. Na volgende week dinsdag komen, als de medeondertekenaars/ondersteuners van de motie hun rug recht houden (en daar ga ik wel van uit) en ongeacht wat Droomparken laat weten, de stukken in de openbaarheid. En als daar aanleiding toe lijkt, en daar lijkt het op, zullen wij aansturen op een onafhankelijk onderzoek naar de hele gang van zaken. Dus je suggestie dat raad en college samenspannen om de doofpot gesloten te houden wijs ik van de hand.

    Like

    1. Hallo Frank,

      Ik begrijp je boosheid, maar probeer het stuk te zien als een schaak analyse op basis van de stukken op het bord. Openbaarmaking van de Anterieure Overeenkomst zal naar mijn verwachting geen problemen op leveren. Veel ingewikkelder ligt de openbaarmaking van het taxatierapport.

      Daar heb ik namelijk al om gevraagd en is afgewezen. Feitelijk kan het college naar jullie toe weinig anders dan hetzelfde doen, gebruik makende van dezelfde argumenten. Die waren niet al te sterk en het probleem voor het college is dat jullie in staat zijn dat te beoordelen. Ik kan dat niet, maar moet de hulp van de bestuursrechter inroepen. Die dan namens mij beoordeelt of het college deugdelijke argumenten heeft overlegd voor haar weigering.

      Het helpt dus als het college over additionele argumenten zou kunnen beschikken om jullie verzoek tot openbaarmaking af te wijzen. De eis om gespreksverslagen openbaar te maken kan als een additioneel argument worden gebruikt om openbaarmaking te voorkomen. Het zal een juridisch argument zijn en omdat geen van jullie jurist is, tijdens de vergadering moeilijk te weerleggen.

      De huidige oppositie verwijt de PvdA/CDA dat ze overleg heeft gevoerd met de wethouders over de noodzaak van een derde wethouder. Dat soort van overleg is niet ongebruikelijk. Misschien heeft het in het kader van deze motie ook wel plaatsgevonden en is er een suggestie gedaan om meer te vragen dan alleen de AO en het taxatierapport.

      Als jij zegt, dat je de enige bent geweest die zich met de inhoud van de motie heeft beziggehouden dan neem ik onmiddellijk aan, dat er achter de uitbreiding geen enkele kwalijke bedoeling steekt.

      Voor zover ik uit de cijfermatige onderbouwing kan opmaken vormt het taxatierapport niet het bewijs dat de bieding van Orez marktconform was. Dat is een conclusie die het college heeft getrokken maar die niet aan de hand van de taxatieovereenkomst valt te bewijzen.

      Daarom is het rapport geheim verklaard en zal het in lengte van dagen geheim blijven, tenzij een rechter een verzoek tot inzage in het taxatierapport toewijst. Of ik gelijk heb, namelijk dat de raad valselijk in de veronderstelling is gebracht (en gehouden) dat het taxatierapport het bewijs is dat de bieding van Orez marktconform was is aan de raad om te beoordelen. Ze kan dat omdat ze inzage kan eisen in het taxatie rapport en de offerte van Orez.

      Mag je de conclusies, die je trekt uit vertrouwelijk verstrekt informatie, in het openbaar bespreken. Volgens mij wel, als één of meer raadsleden tot de conclusie komt dat het taxatierapport niet het bewijs vormt dat de door Orez uitgebrachte bieding marktconform was, dan mag hij dat (moet hij dat) m.i. met de buitenwereld delen. Wat dat betreft maken jullie het jezelf veel te moeilijk.

      Like

Reageer !

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: