De verkoop van het recreatieoord heeft dus plaatsgevonden op basis van een (door de eigenaars van Orez) gemaakte exploitatieopzet. Een opzet waarvan de marktconformiteit werd beoordeeld door een onafhankelijk taxateur, de firma Base Value.
Vervolgens worden exploitatieopzet en taxatierapport vertrouwelijk en geheim verklaard. Voor zover ik weet heeft de raad het exploitatierapport nooit ingezien en weet ze dus ook niet waar die exploitatieopzet betrekking op heeft.
Op de grondexploitatie of de gebiedsexploitatie? Daarnaast, wat is het verschil tussen beide?
Bij grondexploitatie gaat het over de kosten die er gemaakt moeten worden om de grond geschikt te maken voor een bepaald doel. De grond is (in dat geval) een halfproduct, dat verkocht gaat worden aan de partij die de ontwikkeling van het gebied ter hand gaat nemen.
Ofwel, Orez ontwikkelt de grond zodanig, dat ze doorverkocht kan worden aan een partij die het gebied ter ontwikkeling brengt. Droomparken.
De kosten van gebiedsexploitatie zijn anders van aard, dan de kosten die er voor grondexploitatie moeten worden gemaakt. Zo maken de kosten voor het maken van een bestemmingsplan deel uit van een gebiedsexploitatie, maar niet van de kosten voor de grondexploitatie.
De exploitatieopzet die de gemeente zo angstvallig geheim probeert te houden maakt duidelijk, dat ze wel de kosten van gebiedsexploitatie heeft opgenomen, maar niet de opbrengsten.
Het is van tweeën één. Ofwel je laat bij grondexploitatieberekening de kosten die horen bij een gebiedsexploitatie buiten beschouwing, of wel je berekent een gebiedsexploitatieopzet aan de hand van de daarmee gepaard gaande kosten en opbrengsten.
In de exploitatieopzet die door Orez werd voorgelegd, werd er alleen rekening gehouden met de opbrengst uit grondverkoop. De opbrengst uit de verkoop van woningen en de opbrengst uit jaarlijkse huurinkomsten bleef buiten elke beschouwing.
Het is een dramatische denkfout, die de gemeente miljoenen aan inkomsten heeft gekost. De fout zelf is onweerlegbaar (vandaar de geheimhouding). Wat overblijft is de vraag, hoe het in hemelsnaam mogelijk is, dat het college het bestaan van de fout klaarblijkelijk nooit heeft opgemerkt en blijft ontkennen.
In dat opzicht wordt de raad van alles en nog wat op de mouw gespeld, hetgeen men tot dusver klakkeloos heeft geaccepteerd. Hopelijk komt aan deze klucht aanstaande dinsdagavond een einde en vervult het college haar ultieme plicht om de raad volledig en naar behoren te informeren over haar denkfout.