De raadsvergadering van afgelopen dinsdag was niet alleen van belang vanwege wat er in de vergadering gebeurde (het om zeep helpen van een 7 jaar oud plan voor een IKC in de binnenstad), maar minstens net zo belangrijk voor wat er niet gebeurde.
De bekrachtiging (door de raad) van de door het college opgelegde plicht tot geheimhouding. Daarmee is, van rechtswege, die plicht komen te vervallen en plegen raadsleden niet langer een strafbaar feit als zij zaken, die genoemd zijn in de exploitatieopzet en taxatierapport, met anderen bespreken.
Dat wil zeggen, dat we (gewone burgers) nu vragen kunnen stellen en dat ze (de raadsleden) zich niet langer kunnen verschuilen achter een door het college opgelegde plicht tot geheimhouding.
Maar dat ze nu zelf moeten beoordelen wat ze nog wel en wat ze niet langer geheim willen houden.
Het is duidelijk, dat de door Orez te leveren tegenprestatie uit meer bestaat dan uit de € 335.000,- die ze betaalt voor de grond. Die tegenprestatie wordt door Orez in natura geleverd.
Men legt een strand aan, een ontmoetingsplek en wat jeu de boules banen, maar ergens moet er een opsomming zijn van wat er door Orez in natura zal worden geleverd en wat daarvan de waarde is.
Van Galen schat de waarde van de door Orez te leveren tegenprestatie op zo’n 10 miljoen. Tegelijkertijd beweert hij, dat Droomparken 15 miljoen winst maakt op het project.
Is die 15 miljoen wat overblijft nadat Orez 10 miljoen heeft besteed aan het opwaarderen van het openbaar gebied? Of is dat het bedrag waaruit de opwaardering moet worden betaald?
Terwijl het colleg over het IKC uitgebreide financiële informatie ter beschikking heeft gesteld, is precies het tegenovergestelde van toepassing op het door Orez uitgebrachte bod (voor de concessie tot herinrichting van het REZ).
Daar ontbreekt elke vorm van financiële informatie.
Nu de plicht tot geheimhouding niet langer bestaat kan iedereen zijn of haar volksvertegenwoordiger daarover vragen stellen en kunnen die beantwoord worden, zonder dat de vertegenwoordiger zich schuldig maakt aan strafbare feiten.
Tijd dus om daadwerkelijk iets te doen. Bijvoorbeeld door het stellen van vragen aan hen, die beweren dat ze ons vertegenwoordigen. Niet alleen over het IKC, maar ook over het REZ.