Op 26 januari verstrekt het college een raadsbrief met daarin informatie over de ontwikkelingen op het Enkhuizer Zand. De inhoud kunt u hier lezen.
De brief bevat, wat mij betreft, geen onderwerpen die ik al niet eerder op mijn blog ter sprake heb gebracht. Ik begrijp dat het een reactie is op de vragen die de raad in september 2020 stelde.
Opmerkelijk vond ik de volgende passage in de raadsbrief.
Er vindt constructief overleg met Rijkswaterstaat en Rijksvastgoedbedrijf plaats over het contractueel vastleggen van de aanleg van de convexe kustboog ten behoeve van de baai. Dit blijkt helaas meer tijd te kosten dan voorzien.
Over dat punt heb ik opgemerkt, dat het wegenplan (waarvoor inmiddels een vergunning is verleend) niet voorziet in de aanleg van de baai.
Kennelijk gaat Droomparken er al vanuit dat ze niet hoeft worden aangelegd en heeft ze haar wegenplan inmiddels al aangepast aan de uiteindelijke situatie.
Waarin er een strand zal worden aangelegd langs de bestaande kustlijn en de nu nog geprojecteerde baai komt te vervallen.
In ieder geval erkent de gemeente, dat er over de aanleg van de baai nog geen overeenstemming bestaat met RWS. De twijfel over de uitkomst van die besprekingen duurt inmiddels al meer dan een jaar.
Men spreekt weliswaar over constructief overleg in deze kwestie, maar dat is de gebruikelijke terminologie voor gesprekken die nergens toe zullen leiden.
Een strand langs de bestaande kustlijn is niet alleen korter, de helft grenst aan gebied dat in eigendom is van Droomparken. Het zal ongetwijfeld toegankelijk zijn voor de inwoners van Enkhuizen, maar het voelt toch als onderdeel van de camping en villapark.
Hoewel de kosten/baten analyse waarin een en ander verantwoord is (ook door toedoen van de raad) nog steeds geheim is, mogen we er denk ik van uitgaan, dat de kosten van de strandaanleg onderdeel zijn van het totaal aan te maken kosten.
Aangezien de bieding voor de concessie gelijk is aan baten minus kosten, kun je stellen, dat de aanlegkosten voor het strand geheel voor rekening zijn voor de gemeente. Ook al is een groot deel er van primair bestemt voor de bewoners van het Droompark.
Bovendien heeft de gemeente zich er toe verplicht om na 10 jaar het strand te gaan onderhouden, zoals dat nu ook al geldt voor het zwemparadijs waarvan huurders van Droomparken gratis gebruik van mogen maken.
Ik vermoed, dat de bovenstaande stand van zaken de voornaamste reden is, dat het college en raad vinden, dat de kosten/baten analyse (met behulp waarvan de bieding werd berekend) geheim moet blijven tot het moment, dat ze zelf niet meer verantwoording over hoeven af te leggen.