Als geboren Amsterdammer kende ik de Rapaille (gepeupel) Partij alleen maar uit de overlevering. Ook al, omdat het liedje van haar lijsttrekker Hadjememaar, bij mij thuis nog met enige regelmaat werd gezongen.
Mijn eigen generatie had meer op met de Kabouterbeweging die tijdens de gemeenteraadsverkiezingen in 1970 met 5 zetels in de raad werd gekozen. Onvrede over de gang van zaken, had toen nog een ludieke ondertoon.
Mijn eigen onvrede betrof het feit, dat van de 3 verschillende functies van het raadslidmaatschap er maar één serieus werd genomen. Namelijk, de functie van medewetgever.
De overige twee functies, volksvertegenwoordiger en toezichthouder werden in zijn algemeenheid verwaarloosd. Wat me deed concluderen, dat plichtsverzuim van de gemeenteraad, plichtsverzuim van het college tot gevolg zou hebben.
Vandaar het idee, dat elke gemeenteraad maximaal 2 raadsleden zou moeten hebben die zich NIET zouden bezig houden met het onderling verdelen van de macht, maar die het controleren ervan op zich zouden nemen.
Terwijl de functie van “volksvertegenwoordiger” met behulp van een blog vorm zou worden gegeven. Geen slecht idee vond ik destijds, al moest er nog wel een naam worden bedacht voor deze “beweging”.
De inspiratie daarvoor lag bij de middeleeuwse hofhouding en het voortdurende gekonkel om machtsposities. De enige die daar een uitzondering op vormde was de hofnar.
Als gevolg van het niet meedoen aan de strijd om de macht, hoefde hij van zijn hart ook geen moordkuil te maken en mocht hij de dingen gewoon bij de naam noemen. Iets wat door de gewone hovelingen zelden op prijs werd gesteld.
De hofnar, of Paljas, diende dus het symbool te worden voor een beweging, die toezicht op de macht (in plaats van het verwerven van macht) op de voorgrond wilde plaatsen.
Misschien dat het idee in mijn geboortestad (Amsterdam) nog kans van slagen zou hebben gehad, maar in mijn woonplaats (Enkhuizen) is het kansloos gebleken. Vrijwel niemand zag het nut in van een doelgerichter toezicht op het doen en laten van de lokale overheid.
In feodale tijden was het aanstellen van een Paljas het privilege van de koning, maar in democratische tijden dient het volk zijn verantwoording te nemen om (door middel van verkiezingen) Paljassen aan te wijzen.
Maar voor het zover is, zal het volk opnieuw moeten leren zich te organiseren en te bepalen aan welke kant ze willen staan. Aan de kant van de uitvoerende macht (de bureaucratie) of aan de kant van de toezichthoudende macht (de democratie).