Onder de titel “Geen openheid, dat is een patroon bij Mark Rutte“, schrijft het NRC afgelopen weekend over de val van het kabinet.
Vervang Mark Rutte door Enkhuizen en dan heb je de kop voor een column, die ik had kunnen schrijven.
Waar ik eerder op mijn blog schreef over een strijd om de macht in Enkhuizen tussen democratische en bureaucratische krachten, formuleert het NRC het als volgt.
“Mark Rutte heeft de laatste jaren steeds gebruikgemaakt van een Haagse cultuur, waarbij bestuurlijke waarden belangrijker gevonden worden dan democratische waarden”.
Er blijkt dus niet zoveel verschil te zitten tussen de landelijke politieke mores en de lokale politieke mores. Want ook in Enkhuizen vinden bestuurders (B&W en haar ambtelijke ondersteuning) tot dusver de bestuurlijke waarden vele malen belangrijker, dan de democratische waarden.
Zoals controle en transparantie.
Morgen over een week is het aan de raad van Enkhuizen om te bepalen “Which side they are on”. Aan de kant van de kiezers of aan de kant van de bestuurders.
Kiest men voor de rol van medebestuurder, die alles geheim wil blijven houden wat ook maar enigszins afbreuk kan doen aan het eigen prestige.
Of kiest men voor de rol van toezichthouder, die niet aarzelt om zaken (die niet geheel naar wens zijn verlopen) aan het licht brengt, om herhaling te voorkomen.
Ik hoop op het laatste, maar vrees voor het eerste.