Nu is het niet zo, dat alleen Keesman en Van Galen opportunisten zijn, die van de een op de andere dag van standpunt veranderen, als geheimhouding aan de orde is. Ze worden daarin minstens geëvenaard door het college.
Plotseling dringt (nadat ik er op gewezen heb) ook in die kring het besef door, dat een door het college opgelegde verplichting tot geheimhouden, slechts een beperkte levensduur heeft en dat ze bij eerste gelegenheid bekrachtigd dient te worden door de hoogste instantie in de gemeente, de gemeenteraad.
Omdat, als dat niet gebeurd, de opgelegde geheimhouding van rechtswege komt te vervallen. Een bezwaar, dat ik tijden de hoorzitting al naar voren had gebracht, maar dat door het college (in haar brief van 17 december) ongegrond werd verklaard.
In die brief laat het college weten, dat de raad niet “bevoegd” was om de, door haar opgelegde, geheimhouding van een document ongedaan te maken. Omdat het college de geheimhouding niet aan de raad had opgelegd, maar aan zichzelf. Met als consequentie dat alleen het college de geheimhouding kon opheffen.
Hoewel deze kronkelredenering nauwelijks serieus te nemen valt, heeft ze toch indruk gemaakt op het presidium en zit er voor mij dus niet veel anders op, dan haar te weerleggen.
Niet ten overstaan van een bestuursrechter, maar ten overstaan van de hoogste instantie in de gemeente. De gekozen representanten van de inwoners van die gemeente.
Wat het college beweert, is dat ze bij machte is om de hoogste instantie binnen de gemeente, de gemeenteraad, buitenspel te zetten. Door documenten (alleen voor zichzelf) geheim te verklaren.
Ik ben bang dat het college zich hier danig in vergist. Het is niet aan haar om te bepalen waar de grenzen van de bevoegdheid van de raad liggen. Dat bepaalt de raad (als hoogste instantie) namelijk zelf.
Dat de raad (hoofzakelijk bestaande uit goedwillende amateurs) in veel gevallen niet weet hoe ze dat moet doen, is ongetwijfeld waar.
Maar dat lijkt me dan eerder een tekortkoming van haar adviseur, de griffier, of van raadsleden met vergelijkbare kennis van zaken.
Zoals Rob van Reijswoud, die inmiddels (elders) is benoemd tot gemeentesecretaris.
Die zich kennelijk geroepen voelde om mij te adviseren over wat IK moet doen, maar tegelijkertijd naliet om zijn kennis van de gemeentewet (waar hij zonder enige twijfel over beschikt) te delen met zijn collega raadsleden.