Wat niet weet, wat niet deert.

Nog net voor de Kerst kreeg ik de finale reactie van het college. Op mijn verzoek om inzage in de exploitatieopzet, voor wat betreft de verkoop en herinrichting van het recreatieoord.

De opzet, die het college had doen besluiten om de opdracht tot de verkoop c.q herinrichting van het recreatieoord onderhands aan Orez bv te gunnen.

Maar ook mijn verzoek om het taxatierapport te mogen inzien, dat het college tot de conclusie had gebracht, dat de bieding van Orez bv marktconform was.

Het college laat mij per brief van 22 december weten dat mijn beide verzoeken (quelle surprise) zijn afgewezen.

Een sleutelbegrip in beide afwijzingen is het werkwoord “kunnen”.

Citaat. “Ook gegevens die uitsluitend de financiële bedrijfsvoering betreffen, kunnen onder omstandigheden als bedrijfsgegeven woorden aangemerkt”

Volgens het college zijn er talloze zaken die “kunnen”. Maar de vraag of zaken die “kunnen” in deze concrete situatie ook “zijn”, blijft onbeantwoord. In ieder geval bestaan daarvoor geen aanwijzingen, laat staan bewijzen.

Een exploitatieopzet is niet anders dan een opsomming van ramingen van de te verwachten kosten en baten. Zolang die ramingen binnen acceptabele grenzen zouden blijven wist Orez, dat haar de opdracht tot herinrichting niet meer kon ontgaan. In die zin was de onderhandse gunning een doorgestoken kaart.

Er bestond voor deze opsomming van ramingen geen enkele noodzaak om daar bedrijfsspecifieke gegevens in op te nemen. Het gebruik van de algemene, in de bedrijfstak gehanteerde kengetallen, volstond.

De taxatie had immers niet tot doel om vast te stellen of er wellicht goedkopere of alternatieve werkwijzen voorhanden waren.

De taxatie had slechts tot doel te beoordelen of de opbrengst- en kostenramingen, zoals die omschreven waren in de bieding, in lijn waren met de ramingen van anderen voor precies dezelfde werkzaamheden.

Schreef de bieding voor, dat bungalows op conventionele wijze zullen worden gebouwd, dan kon de taxateur niet anders doen, dan dezelfde bouwwijze voor zijn eigen taxatie gebruiken.

Daarom is de combinatie exploitatieopzet/taxatierapport niet anders dan een doorgestoken kaart.

Om te voorkomen, dat de gemeenteraad in staat zou zijn een zelfde conclusie te trekken, werd het taxatierapport (door het toenmalige college) bij verschijning geheim verklaard.

In de wetenschap, dat de raad nooit zal vragen een document te mogen inzien, dat geheim is verklaard. Hetgeen, tot op de dag van vandaag, ook niet is gebeurd.

Waarschijnlijk omdat een meerderheid van de raad niet weet dat het kan en dat degenen die het wel weten, er geen belang bij hebben dat het gebeurd

En dus onder het motto “wat niet weet, wat niet deert”, heeft de raad zich tot op heden nadrukkelijk afzijdig gehouden. Men wil niets horen, men wil niets zien, maar doet er vooral het zwijgen toe.

Het enige wat de raad hoeft te doen is inzage te vragen in de twee documenten en op basis van de inhoud van die documenten bepalen of geheimhouding nog noodzakelijk is. Aan de hand van de argumenten die het college mij heeft doen toekomen in haar beslissing op bezwaar van 22 december 2020.

De raad is daar (anders dan het college beweert) toe bevoegd en uit hoofde van haar taak als toezichthouder, zelfs toe verplicht.

Een prima voornemen voor het nieuwe jaar lijkt me dan ook, er op toezien dat de raad haar plichtsverzuim omgedaan maakt en haar taak als toezichthouder naar behoren vervult.

Auteur: Pim

Hoe lang blijft een democratie nog een democratie, als alleen het recht van de sterkste geldt?

Reageer !

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: