De openbaarheid van bestuur is in dit land de regel, terwijl geheimhouding de (strikt bij wet geregelde) uitzondering is.
Het is niet de eerste keer, dat de raad achteloos meewerkt aan iets dat neerkomt op het niet naleven van de wet door het college.
De gemeentewet artikel 25 lid 3 schrijft voor, dat de raad, nadat het college geheimhouding heeft opgelegd, die geheimhouding in de eerstvolgende vergadering dient te bekrachtigen.
Wordt dit (om wat voor reden ook) nagelaten, dan is de geheimhouding van rechtswege opgeheven.
De raad is door middel van raadsbrief 583422 van 31 oktober 2017 op de hoogte gesteld van die geheimverklaring en had haar derhalve in de eerstvolgende raadsvergadering moeten bekrachtigen. Dat is niet gebeurd.
Met als gevolg, dat de geheimhouding van rechtswege was opgeheven en het college, met haar weigering mij inzage te geven, onrechtmatig handelde.
Maar als eerder gezegd, gaf ik de voorkeur aan een politieke oplossing van het geschil. Inhoudende, dat de raad 3 jaar nadat de geheimhouding was opgelegd, zou beoordelen of die geheimhouding in stand zou moeten blijven.
Door middel van een email aan het presidium (12 augustus 2020) vraag ik de raad, om tijdens de eerstvolgende raadsvergadering (september) een besluit over het al dan niet blijven voortbestaan van de geheimhouding te nemen.
Zowel de burgemeester als de griffier krijgen standaard een kopie van mail die aan het presidium zijn gericht. Het kan de raad dan ook niet ontbroken hebben aan adviseurs die ter zake deskundige zijn.
Desalniettemin weigert de raad om tijdens de eerstvolgende raadsvergadering een besluit te nemen. Met als gevolg, dat de geheimhouding (zo ze al bestond) van rechtswege is opgeheven.
Het presidium heeft mijn mail (met het verzoek tot het nemen van een besluit inzake de geheimhouding) nooit beantwoord, zodat haar reden voor weigering (tot op de dag van vandaag) onduidelijk is.
Wel heb ik via derden begrepen, dat het college de raad heeft geïnformeerd over de redenen voor het destijds genomen besluit tot geheimhouding. Deze redenen zijn niet aan mij verstrekt. Ze zijn me wel via derden onder ogen gekomen.
Ik heb op mijn blog geconcludeerd, dat ze voornamelijk bestaat uit het oneigenlijk gebruik van artikel 10 2b van de WOB.
In plaats van een financieel nadeel voor de gemeente (genoemd als zijnde de uitzonderingsgrond van artikel 10 2b van de WOB) beargumenteert het college een mogelijk financieel nadeel voor de ontwikkelaar.
Als gevolg van het openbaar maken van een taxatierapport aangaande de uitvoering van een project, dat achterhaald is en niet zal worden uitgevoerd.
Als de raad haar besluit (om te weigeren aan mijn verzoekt te willen voldoen) heeft genomen op basis van de door het college verstrekte toelichting op de redenen voor geheimhouding, dan wijs ik er op, dat de raad niet alleen heeft nagelaten om mij over HAAR besluit te informeren.
Ze heeft evenzeer nagelaten, om me in staat te stellen, de toelichting van het college van commentaar te kunnen voorzien.
Samengevat, het college probeert met behulp van oneigenlijke argumenten de openbaarmaking van documenten te verhinderen en wordt daarin bijgestaan door de gemeenteraad van Enkhuizen.
De reden voor dit uitzonderlijke gedrag is, dat men vreest dat openbaarmaking van de documenten er toe zal leiden, dat in bredere kring dan nu het geval is het besef zal doordringen, dat de eerder met een projectontwikkelaar gesloten overeenkomst de toets der kritiek niet kan doorstaan.
Echter, beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald. Het college heeft haar beslissing op mijn bezwaar nog niet genomen. Ze kan dus nog steeds mijn bezwaar gegrond verklaren en de gevraagde documenten openbaar maken. Het besluit daarover dient voor 9 december worden genomen.
Laten we daarom hopen, dat college en raad tijdig tot inkeer komen. En niet langer gebruik blijven maken van oneigenlijk argumenten om het openbaar maken van documenten te verhinderen.