Kort geleden mocht ik een bijrol vervullen in een nieuwsitem van NH Nieuws over de almaar stijgende hoeveelheid documenten, die door de overheid tot “geheim” worden verklaard.
Het verschijnsel duiden werd gedaan door een keurig lid van de Amsterdamse rekenkamer. Dus iemand die gewend was zich in voorzichtige bewoordingen uit te drukken.
Zijn indruk was, dat de organisatie (college en ambtenaren) zich al gauw op het standpunt stelden dat zaken geheim moesten blijven en dat zij, die daarover een besluit moesten nemen (de raadsleden) hun taak niet al te serieus namen.
Mijn bijrol bestond er uit, dat ik iets mocht vertellen over opgedane ervaring in Enkhuizen. In de nieuwsuitzending kom ik drie keer aan het woord.
Het interview heeft echter veel langer geduurd. Ik neem aan, dat de journalist mijn bevindingen aan het college zal hebben voorgelegd. Dat heeft daarop een reactie afgegeven en die reactie is geplaatst op de website van NH Nieuws.
Toen NH Nieuws het item plus reactie naar buiten bracht, 22 oktober, zat ik in een hoorzitting waarin ik mijn bezwaren tegen de opgelegde geheimhouding mocht toelichten. Tijdens die hoorzitting werd me meermalen verzekerd, dat ik een extra toelichting zou krijgen op de weigering van het college.
Bij mijn thuiskomst las ik de reactie van het college richting NH Nieuws op de website. 1+1=2. Dit was de reactie die me tijdens de hoorzitting was toegezegd. Verder was ook duidelijk dat ze gebruikt was richting raadsleden. Ik had hen gevraagd om te beoordelen of de opgelegde geheimhouding gehandhaafd moest blijven.
Ik heb op dat verzoek nooit antwoord gekregen (zo zijn onze manieren), maar er was niet gebeurd wat had moeten gebeuren. Een bekrachtiging van de opgelegde geheimhouding tijdens de eerstvolgende raadsvergadering. Artikel 25 lid 3 van de gemeente wet.
Voor de extra toelichting op de weigering van het college bestaat er maar één passende omschrijving. Ze bestaat uit bullshit en dat is (naar ik aanneem) ook de reden, dat ik haar, drie weken nadat ze me was toegezegd, nog steeds niet heb ontvangen.
Waarom het bullshit is heb ik op mijn blog hier en hier al uitgelegd.
Dus dat is de situatie waarin ik ben terecht gekomen. De journalist wordt, zoals dat heet, “kalt” gesteld, met behulp van een bullshit reactie. Hetzelfde gebeurd met die andere toezichthouder, de raad.
Dat een journalist de reactie niet herkent voor wat het is, valt hem niet kwalijk te nemen. Het vereist specifieke kennis over het onderwerp om tot dat oordeel te durven komen. Kennis waarover een journalist niet noodzakelijk hoeft te beschikken.
Maar voor de raad geldt een andere norm. Ze behoren te weten wat de wet hen opdraagt. Ze behoren zelf vast te stellen of geheimhouding gerechtvaardigd is en niet alleen maar afgaan op het oordeel van een direct belanghebbende. Die kennelijk iets te verbergen heeft en er dus belang bij heeft om geheimhouding te blijven opleggen.
En daarmee ben ik terug bij het in voorzichtige bewoordingen uitgesproken oordeel van het lid van de Amsterdamse rekenkamer. Raadsleden nemen hun taak om te beoordelen of geheimhouding noodzakelijk is, niet al te serieus en doen niets liever dan tegemoet komen aan de wensen van college en de ambtelijke organisatie.
In dat opzicht vormt Enkhuizen geen uitzondering op wat er elders ook gaande is.