Zo zag de kwaliteitszone er uit voor dat ze werd vol gezet met caravans.
Het oorspronkelijke plan van de gemeente kwam neer op een verhuizing van beide campings (seizoen en passanten) naar het noorden van het gebied, om zodoende ruimte te maken voor een vakantiepark in het zuiden.
Die verhuizing is inmiddels achter de rug.
De seizoencamping is gesitueerd op een plek waar volgens het bestemmingplan geen bebouwing is toegestaan. Het laatste (herstelde) bestemmingplan wel te verstaan. Het eerdere bestemmingsplan bevatte geen verwijzing naar een “kwaliteitszone”.
De huidige indeling was noodzakelijk, omdat Droomparken naast de verhuizing van de beide campings ook een deel van het gebied wilde inrichten als een mini-Droompark, met 65 te bouwen, te verkopen en te verhuren chalets van eigen makelij.
De vraag is natuurlijk, maakte deze uitvoering deel uit van de oorspronkelijke opzet, zoals die met Orez was overeengekomen en was vastgelegd in de exploitatieopzet.
Of zien we hier wat creativiteit van de markt allemaal vermag.
Anders gezegd, was in de oorspronkelijke exploitatieopzet rekening gehouden met de aanleg en exploitatie van een (mini) park of was het gebied ingedeeld als een camping en zou het ook als zodanig geëxploiteerd worden.
In het laatste geval had er zowel een camping, als een kwaliteitszone kunnen worden gerealiseerd. De extra realisatie van een mini Droompark is weliswaar uiterst lucratief voor de huidige eigenaar, maar mag geen argument zijn om de kwaliteitszone dan maar op te geven.
Het antwoord op de vraag, (maakte het mini Droompark deel uit van de exploitatieopzet, zoals die door Orez aan de gemeente werd voorgelegd) ligt besloten in de exploitatieopzet, die de gemeente weigert ter inzage te geven.
Maar mogelijk brengt de procedure, over het herstel van de kwaliteitszone, die gevoerd wordt door de IJsselmeervereniging en het Comité tot behoud van het recreatieoord, uitkomst.
Wellicht kan in die procedure de rechter gevraagd worden om de gemeente op te dragen het betreffende document ter inzage te geven.
Mocht de oorspronkelijke exploitatieopzet geen mini-park bevatten, dan zal het voor de rechter ook eenvoudiger zijn, om de eis van Vereniging en Comité toe te wijzen. In ieder geval kan betoogd worden dat de latere toevoeging van een mini park ten koste is gegaan van de “kwaliteitszone”.
Er van uitgaande dat het mini-park niet voorkomt in de exploitatieopzet zou het voor de raad natuurlijk van belang zijn te weten wie er akkoord is gegaan met deze uitbreiding. Welke financiële compensatie voor de gemeente daar tegenover heeft gestaan en waarom het algemeen belang er mee was gediend dat de kwaliteitszone werd opgeofferd.
Maar de raad kennende willen ze alleen maar verhinderen, dat de waarheid aan het licht komt.
