Omdat bij een onderhandse gunning niet kan worden uitgesloten dat er sprake is van ongeoorloofde staatssteun, diende de door Orez uitgebrachte bieding op dat punt beoordeeld (getaxeerd) te worden.
In de raadsbrief 583422 van 31 oktober 2017 doet B&W verslag van de uitkomst van die taxatie, waarbij de raadsbrief melding maakt van het volgende.
Het bedrijf Fakton Valuation/Base Value heeft in onze opdracht een onderzoek gedaan naar de marktconformiteit van de aanbieding van OREZ. Dit onderzoek (taxatie) heeft betrekking op de totale gebiedsontwikkeling (concessie) van het Recreatieoord Enkhuizer Zand (REZ) gebaseerd op de gunningsleidraad d.d. 15-5-2015.
Het getaxeerde omvat derhalve de realisatie van recreatiewoningen, een camping, een zeilschool etc. en de bij deze onderdelen horende voorzieningen. Tevens omvat de gebiedsontwikkeling de (her)inrichting en beheer van de openbare ruimte (vergroten openbaar strand, realisatie van een baai met golfbrekers, parkeerplaatsen etc.), conform het geselecteerde model ‘Vesting’.
Het ingeschakelde bedrijf concludeert, dat de bieding van Orez marktconform is, wat wil zeggen, dat elke willekeurige andere partij tot dezelfde bieding zou zijn gekomen. Waarbij men echter wel een voorwaarde stelt, namelijk, dat de definitieve planuitvoering plaatsvindt conform de in het rapport gehanteerde uitgangspunten. En daar zit meteen al het probleem.
De definitieve plan uitvoering is inmiddels meermalen gewijzigd en vindt niet meer plaats conform de in het rapport gehanteerde uitgangspunten.
Anders gezegd, de vraag of er wellicht sprake is van ongeoorloofde staatsteun kan niet langer beantwoord worden.
In dezelfde raadsbrief laat het college weten dat ze ten aanzien van het rapport geheimhouding oplegt. Het college is daar toe bevoegd, maar dient de raad wel om bekrachtiging te vragen bij eerstkomende raadsvergadering.
Indien die bekrachtiging tijdens de eerstvolgende raadsvergadering uitblijft, dan wordt de geheimhouding van rechtswege opgeheven.
Logisch, in een democratische rechtstaat is openbaarheid van bestuur een van de fundamenten waarop ze berust. Geheimhouding vormt een uitzondering en dient daarom bekrachtigd te worden door de hoogste instantie binnen de gemeente.
Als dat wordt verzuimd, dan heeft dat verzuim als consequente dat de opgelegde geheimhouding niet langer van kracht is.
Direct gevolg daarvan is, dat het college ten onrechte heeft geweigerd mij inzage te geven in het taxatierapport. Dat overigens tal van andere vragen oproept. Daarover een volgende keer meer.