Op 22 oktober mag ik op het stadhuis toelichten waarom ik vind, dat het college zich bedient van pseudo-argumenten. In haar poging te voorkomen, dat ik (of wie dan ook) te weten zal komen op basis van welke argumenten de concessie (tot herinrichting is van het recreatieoord) aan Orez bv is gegund.
Het college heeft duidelijk iets te verbergen. De vraag is, wat wil ze verbergen en waarom?
Het antwoord op de vraag is simpel. De gemeente heeft zich (bij verkoop van de concessie “herinrichting recreatieoord”) knollen voor citroenen laten verkopen.
Het daaruit voortvloeiende gezichtsverlies wil ze zichzelf (tegen elke prijs) besparen.
Daarin in gesteund door de gemeenteraad, die tot dusver ook alleen maar jubelklanken heeft voortgebracht en haar toezichthoudende functie invult op basis van het principe, dat je een door het college gegeven paard vooral niet in de bek moet kijken.
En zo levert de overdracht van recreatieoord aan Orez (aanvankelijk) niet meer op dan € 335.000,-. Dat zal ondertussen, als gevolg van de diverse wijzigingen in het plan wel minder zijn geworden. Eerlijk gezegd, denk ik, dat de opbrengst inmiddels tot nul is gedaald en dat het hele gebied om niet is overgedragen aan Orez bv.
Uit die opbrengst zullen de noodzakelijke aanpassingen van de toegangswegen moeten worden betaald. Omdat die opbrengst uiteindelijk nul zal blijken te zijn, komen de kosten voor verkeersvoorzieningen buiten het plangebied volledig ten laste van de Enkhuizer belastingbetaler.
Orez bv was een bedrijf zonder personeel, geld en ervaring, maar is inmiddels wel eigenaar van een hoeveelheid grond, die bij verkoop aan particulieren zeker 20 miljoen moet opbrengen en dan reken ik de camping niet eens mee.
Hoe deze opmerkelijke transitie tot stand is gekomen dient volgens het college geheim te blijven, omdat de belangen van niet genoemde derden in de ogen van het college zwaarder wegen, dan het algemeen belang.
De raad is het kennelijk met die redenering eens en heeft tot dusver geen enkele stap genomen, waarmee het algemeen belang gediend zou zijn. Ook voor hen geldt immers, dat hun gezichtsverlies tegen elke (door de belastingbetaler op te brengen) prijs voorkomen moet worden.
Zodat college en raad het volledig met elkaar eens zijn. Namelijk, dat het eigen belang van college en raad aanmerkelijk zwaarder dient te wegen dan het algemeen belang.
Een en ander mogelijk gemaakt door het eeuwenoude Enkhuizer adagium.
“Veel beloven en weinig geven, doet Enkhuizers in vreugde leven”.