Huis aan huisblad de Drom schrijft vandaag over mijn strijd om openbaarheid van bestuur in Enkhuizen en gebruikt daarbij (in de kop van het bericht) een metafoor, die ik 6 jaar geleden gebruikte, maar die inmiddels achterhaald is. Hofnar Segerius
Toen vond ik de gemeenteraad een in zichzelf gerichte instantie die vooral met zichzelf bezig was. Een soort feodale hofhouding met alle daarbij behorende intriges en paleisrevoluties.
Om de boel wat op te schudden leek me een soort van Paljas (hofnar) nodig die geen blad voor de mond zou nemen en zich ook niet zou bezig houden met het verdelen van machtsposities. Alleen datgene doen wat binnen een hofhouding gewoonlijk wordt nagelaten. Er op toezien, dat de machthebbers van hun macht geen misbruik maken.
In feodale tijden was het de koning die een hofnar benoemde, in een democratie zijn de kiezers “koning” en is het aan de kiezers om één of twee paljassen in de raad te kiezen.
Een en ander op basis van twee, vaak door politici gehanteerde, drogredenen.
- Je kunt alleen maar iets veranderen, als je er deel van uitmaakt.
- Je mag alleen maar over politiek meepraten als je hebt gestemd.
Beide zijn politieke “vondsten” met als doel mensen te kunnen buitensluiten. Vaak is deelname aan iets een beletsel om tot verandering te komen en mag iedereen, die niet heeft gestemd ook gewoon meepraten over wat ons door de dames en heren politici wordt aangedaan.
Bij nadere beschouwing was de metafoor van 6 jaar geleden niet zo goed als ik destijds dacht. Dus achteraf gezien gelukkig maar, dat het Enkhuizer electoraat zich niet voelde aangesproken.
Maar wat mij betrof bleek de kerngedachte, er op toezien dat de machthebbers hun macht op correcte wijze gebruiken, overeind. Met daarbij de kanttekening, dat het deel uitmaken van de macht (als raadslid bijvoorbeeld) eerder een belemmering (nadeel) is, dan een voordeel.
Vanaf dat moment heeft Pim’s Prietpraat dan ook de sub-titel “bemoeienissen van een buitenstaander”.
Prietpraat en Paljas passen trouwens ook in de Amsterdamse traditie om jezelf niet groter voor te doen dan je in werkelijkheid bent. Denk daarbij ook aan de Kabouterbeweging, die alleen in Amsterdam voet aan de grond kreeg, maar daarbuiten nauwelijks werd opgemerkt. In dat opzicht ben ik nooit een echte Enkhuizer geworden, maar altijd een Amsterdammer gebleven.
Machthebbers hebben de neiging om snel de rijen te sluiten als kritiek geleverd wordt op de manier waarop zij van hun macht gebruik maken. En de Enkhuizer “machthebbers” in college en raad vormen daarop geen uitzondering.
Enfin, de metafoor heeft zijn betekenis verloren. De rechtspersoon Paljas bestaat nog wel en heeft zelfs een zienswijze ingediend, maar die zal geen vervolg krijgen zolang niemand zich bekommert om de verkeerssituatie, die ontstaat na de herinrichting.
Paljas.nu kan hoogsten gezien worden als een belangenvereniging van kiezers, die opkomt voor de belangen van kiezers, zoals openbaarheid van bestuur.
Een belangvereniging waar trouwens niemand lid van wil worden en zelfs de pagina “liken” (zodat je op de hoogte blijft van Prietpraat publicaties) komt maar mondjes maat voor.
In Enkhuizen dicteert 1% van de bevolking wat politiek relevant is en wat niet. Maar als de Enkhuizers daar vrede mee hebben, dan speel ik nog wel even de rol van roepende in de woestijn. Totdat alles, wat het REZ aangaat, in kannen en kruiken is en daarna ga ik weer lekker lezen in plaats van schrijven.