Bijna 11 jaar geleden begon ik met mijn blog over lokale politiek. Niet direct een populair onderwerp waar, naar mijn inschatting, hooguit 1 á 2 procent van de bevolking belangstelling voor zou hebben.
Anderzijds een makkelijk onderwerp, omdat politici nog al eens van gedachten willen veranderen, zodat je zelden zonder onderwerp komt te zitten. Bijna een jaar geleden ben ik (na 10 jaar) gestopt met het volgen van het gekonkel vanuit de Breedstraat.
Het enige wat ik nu nog doe is de afronding van het REZ volgen, omdat ik daar ooit nog eens een boekje over wil schrijven. “Hoe de gemeente Enkhuizen haar recreatieoord wist te verpatsten”.
[Verpatsen is iets haastig of voor sub-optimale prijs verkopen om aan geld te komen]
Ik was voor, noch tegenstander van de nieuwe camping en het toekomstige villapark, maar leg me neer en respecteer het besluit van het gemeentebestuur, dat beide er moeten komen.
Tegelijkertijd wil ik echter ook, dat de rechten en de belangen van betrokkenen gerespecteerd worden.
Om het even of het nu de Belangenvereniging van Campinggasten betreft, de provincie, Droomparken, het ZZM, SWL of de Jeu de Boules vereniging dan wel het Comité tot behoud van het recreatieoord.
Ik vind schrijven leuk en dus schrijf ik over zaken die me bij de verkoop van het REZ zijn opgevallen. Op de meeste vragen rond de verkoop heb ik inmiddels wel een antwoord. Twee vragen resteren nog.
Hoe ziet de exploitatieopzet er uit die het college deed besluiten het REZ aan Orez bv te verkopen. En waaruit bestaat het taxatierapport dat het college deed beweren, dat de verkoop aan Orez bv onder marktconforme voorwaarden had plaatsgevonden.
Beide documenten zijn door het college vertrouwelijk, dan wel geheim verklaard en zijn me dus niet ter inzage gegeven.
Ik heb daarop de raad, de hoogste instantie op het punt van geheimhouding, gevraagd om de (door het college opgelegde) geheimhouding op te heffen en ben in afwachting van hun antwoord.
Weigert de raad om haar verantwoording te nemen, wat niet de eerste keer zou zijn, dan volgt de gang naar de bestuursrechter.
Wie dat allemaal flauwekul vindt, stel ik voor, om de correspondentie over dit onderwerp (die ik met behulp van mijn blog voer) niet te lezen. De enkeling die het wel interesseert moedig ik aan, om “ter leering ende vermaeck” mijn blog te lezen en daar de vragen, die ze mogelijk hebben, te stellen.
Dus liever niet op Facebook, omdat uit het commentaar aldaar vaak blijkt, dat de commentatoren de beschouwing (waar ze commentaar op leveren) niet eens hebben gelezen.
Verder vertrouw ik er ook op, dat degenen die geen belangstelling hebben voor het onderwerp, verstandig genoeg zijn om (op Facebook zijnde) niet te klikken op de link die naar mijn blog voert en zodoende weten te voorkomen, dat ze zichzelf bovenmatig vermoeien.