Hierboven de aankondiging in het gemeenteblad dat het college besloten heeft een ontheffing te verlenen voor het realiseren van een camping op de Immerhornweg 15.
Aan wie die ontheffing verleend zal zijn is duidelijk, Orez bv. Alleen waarvan Orez is ontheven is niet duidelijk. De enige ontheffing waarvan mijns inziens sprake kan zijn is, dat de camping gerealiseerd wordt op gronden, die deel uitmaakten van een provinciaal monument.
Een andere reden voor ontheffing zou kunnen zijn, dat de PRV (Provinciaal Ruimtelijke Verordering) voorschrijft, dat er aan de voet van de Westfriese Omringdijk een 200 meter brede kwaliteitszonen in stand moet worden gehouden.
Die zone bestond reeds, maar is inmiddels opgeofferd voor de aanleg van de camping.


Een flink deel van de camping ligt dus in die kwaliteitszone, zodat voor dat deel (naar ik aanneem) ontheffing moet worden gevraagd. Volgens mij dient dat bij de provincie te gebeuren, maar die beweerd van niets te weten.
Het verzoek (van Orez) om ter plekke een camping te mogen aanleggen dateert overigens al van veel eerder. Reeds in 2019 werd een verzoek daartoe ingediend bij het HHNK, die dat verzoek op 18 november 2019 inwilligde.
Echter, het HHNK beoordeelt zo’n verzoek alleen maar op waterbouwkundige aspecten. Naleving van voorschriften op het gebied van ruimtelijke ordening (en hetgeen er op dat punt door de provincie is verordineerd) is een taak van de gemeente.
Waar het voor de hand zou hebben gelegen, dat het college direct nadat HHNK haar goedkeuring had verleend, haar eigen goedkeuring (inzake de ruimtelijke ordening) had toegevoegd, meende men kennelijk, dat men daarmee beter kon wachten totdat de camping grotendeels was aangelegd.
De reden voor deze handelswijze is niet duidelijk. Wat wel duidelijk is, is dat het college daarmee een behoorlijk groot risico neemt. Net als bij het tekenen van haar overeenkomst met Orez, voordat het bestemmingsplan was goedgekeurd, staat men toe, dat de camping al mag worden aangelegd, voordat een daarvoor benodigde ontheffing is verleend.
Zoals het college er eerder vanuit ging, dat iedereen zou instemmen met het door haar voorgestelde bestemmingplan, zo gaat men er nu kennelijk van uit, dat iedereen zal instemmen met de door haar verleende ontheffing.
De ezel stoot zich in het gemeen, niet twee keer aan dezelfde steen, maar deze eeuwenoude wijsheid lijkt aan het college van Enkhuizen niet besteed.
Het feit, dat het college pas ontheffing vraagt, nadat de camping al grotendeels is aangelegd, bevestigt het vermoeden dat dit college bijzonder hardleers is.
De primaire bezwaarmaker tegen deze gang van zaken lijkt me de provincie te moeten zijn.
Die kan namelijk niet anders vaststellen, dan dat de provinciale voorschriften (inzake de ruimtelijke ordening) door het college van Enkhuizen ter zijde zijn geschoven.
Binnen 4 weken een vraag aan het college beantwoord krijgen . Wat voor speciaal persoon of organisatie ben je dan wel niet. Veel burgers springen een gat in de lucht wanneer het college dit als standaard gaat gebruiken. En dan een antwoord waarvan jij, Pim als deskundige en ingewijde uitleg hebt gegeven dat de provincie hier bezwaar tegen moet maken .
Wat zou het fijn zijn wanneer het NHD er nu eens goed ingaat duiken en met een beroep op de WOB alles duidelijk en helder boven tafel krijgt. Net als die andere krant waarop ik ook geabonneerd ben. Want nu gaat het een kant op dat de gemeente heel snel werkt, de provincie zeer traag gaat werken met aan het eind van het liedje dat het maar gedoogd gaat worden want OREZ heeft nu al zoveel goed gedaan voor de gemeenschap dat je het OREZ niet aankan doen om ze alsnog te laten stoppen.
En Droomparken zit , ja waar zit die nu eigenlijk in het spel van “camping spelen “met gemeente en provincie
LikeLike
Jaap,
Ik denk dat je kunt vergeten dat de reguliere media (zoals het NHD) ook maar iets zal doen dat hun relatie met de lokale bestuurders in gevaar zal brengen. Alles wat die zeggen wordt klakkeloos overgenomen, of hetgeen ze zeggen op waarheid berust wordt zelden of nooit gecontroleerd. Kortom men doet verslag van hetgeen er door de betrokkenen wordt gezegd. Meer niet.
Het feit dat het recreatieoord voor € 335.000,- is verkocht vind ik nieuws, zeker als je weet dat die grond (na verdeling in kavels) al snel 30 miljoen waard is, maar om die vergelijking te kunnen maken moet je het kadaster raadplegen en de websites van Droomparken. Bovendien houdt die vergelijking kritiek in op de overeenkomst die het college heeft gesloten en raadsbreed is toegejuicht.
Dat geldt niet alleen voor het NHD maar ook voor NHnieuws. Nadat de provinciale ambtenaren me met een kluitje het riet in probeerde te sturen, heb ik de politiek verantwoordelijke (de gedeputeerde) om zijn mening gevraagd over het feit dat de gemeente de provinciale voorschriften aan zijn laars lapt.
Maar zo’n vraag krijgt wat meer kracht als een erkende nieuwsorganisatie hem stelt. NHnieuws is zo’n erkende organisatie maar de redactie Westfriesland bestaat hoofdzakelijk uit jonge vrouwelijke vrijwilligers die liever verslag doen van tastbare dingen (zoals een fietser die is aangereden) dan over abstracte zaken als lokale politiek, waar ze zich nog nooit in verdiept hebben.
Dus wordt de nieuwste en meest onervaren vrijwilliger opgedragen zich in de materie te gaan verdiepen. Mijn reactie daarop was, doe maar geen moeite, dit heeft geen zin.
Ik ben oud, hoef ook geen gunsten van de gemeente en kan me dus permitteren om ongemakkelijke vragen te stellen, maar voor mensen die in de reguliere media werken liggen de zaken wat gevoeliger. Waarom zouden zij hun eigen toekomst in de waagschaal stellen door zaken te onderzoeken die de gezagsdragers alleen maar irriteren en die hun lezers nauwelijks interesseren?
LikeLike